Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de onafhankelijkheid van peilingorganisaties
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de onafhankelijkheid van peilingsorganisaties in Nederland (ingezonden 23 oktober 2023).
Antwoord van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) mede namens
de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 29 december 2023).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 543.
Vraag 1
Kunt u inzichtelijk maken hoeveel officiële politieke peilingen er in Nederland zijn
en welke dat precies zijn?
Antwoord 1
Er is in Nederland geen regulering ten aanzien van peilingen. Deze kunnen dus door
eenieder worden uitgevoerd en gepubliceerd. Er kan dus zodanig ook niet worden gesproken
over officiële peilingen. Er zijn verschillende peilingen waarnaar met enige regelmaat
in de media wordt verwezen. Deze peilingen worden uitgevoerd door verschillende peilingsbureaus.
Dit zijn de peilingen van IenOResearch, Peil.nl en Ipsos/Eenvandaag. Aangezien EenVandaag
een programma is van de publieke omroep, ga ik hieronder alleen specifiek in op de
Ipsos/EenVandaag peiling.
Vraag 2
Weet u welke personen, van welke (overkoepelende/gelieerde) organisaties/bedrijven/organen
er bij het samenstellen en uitvoeren van deze peilingen betrokken zijn? Zo ja, kunt
u dat inzichtelijk maken en zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
EenVandaag is een televisieprogramma van de publieke omroep AVROTROS. Voor dit programma
wordt gebruik gemaakt van het EenVandaag Opiniepanel waarin wordt gepeild hoe er in
Nederland gedacht wordt over allerlei onderwerpen zoals de politiek. De specifieke
zetelpeilingen doet EenVandaag samen met onderzoeksbureau Ipsos. Iedereen kan zich
aanmelden voor dit opiniepanel.
Vraag 3
Bij welke politieke peilingen is de Rijksoverheid (indirect) betrokken, op welke manier
en met/door welke personen, in welke hoedanigheid en met welke bevoegdheid? Bijvoorbeeld
politieke peilingen die door een mediaplatform zoals EenVandaag van de Nederlandse
Publieke Omroep worden geïnitieerd, worden indirect gefinancierd door de Rijksoverheid,
kunt u daarom aangeven of en op welke manier de overheid invloed uitoefent op dergelijke
peilingen?
Antwoord 3
De Rijksoverheid oefent geen enkele invloed uit op peilingen. Ook op de peilingen
van Ipsos/EenVandaag of in bredere zin op de programma’s van de publieke omroep wordt
geen invloed uitgeoefend.
Vraag 4
Welke organisaties die politieke peilingen uitvoeren krijgen subsidie/financiering
van de Rijksoverheid en zijn er gelden die (ten tijden van verkiezingen) direct of
meer ten goede komen aan politieke peilingen, bijvoorbeeld in de vorm van uitvoerings-
en personeelskosten? Zo ja, kunt u deze financieringsstructuur gespecificeerd inzichtelijk
maken?
Antwoord 4
De Nederlandse Publieke Omroep, waaronder het programma EenVandaag van de betrokken
publieke omroep AVROTROS, ontvangt op basis van de Mediawet 2008 jaarlijks een rijksmediabijdrage
voor de uitvoering van de landelijke publieke mediaopdracht. Hoe de publieke omroep
invulling geeft aan deze middelen, daar gaat het kabinet niet over. Voor de specifieke
financieringsstructuur wordt kortheidshalve verwezen naar de mediabegrotingsbrief,
de begroting van de NPO en het jaarverslag van de AVROTROS.1
Vraag 5, 6, 7 en 8
Bent u van mening dat er überhaupt politieke peilingen gedaan zouden mogen worden
door organisaties die (indirect) gesubsidieerd en/of beïnvloed worden door en/of betrokken
zijn bij de Rijksoverheid en/of personen/bestuurslagen die daaraan op enige manier
gelieerd zijn?
Zo ja, kunt u beargumenteerd onderbouwen op welke manier belangenverstrengeling en
politieke inmenging voorkomen wordt en de onafhankelijkheid van deze politieke peilingen
gewaarborgd wordt?
Kunt u uitleggen waarom bepaalde politieke partijen, die in alle districten aan de
verkiezingen van 22 november 2023 deelnemen en/of nu ook al vertegenwoordigd zijn
in de Tweede Kamer, bij bepaalde peilingen van organisaties die overheidsfinanciering
ontvangen en (in)directe bestuurlijke banden hebben met de Haagse politiek, niet worden
genoemd in de vragenlijsten en dus ook niet worden getoond in de peilingen?
Vindt u niet dat juist peilingen die indirect worden gefinancierd en beïnvloed door
de politiek de verantwoordelijkheid hebben om alle aan de verkiezingen deelnemende
politieke partijen mee te nemen, ongeacht of zij eerder in die hoedanigheid aan verkiezingen
hebben deelgenomen, het aantal leden van dezer partijen, het aantal respondenten dat
deze partijen noemt, of welke andere overweging dan ook? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5, 6, 7 en 8
Publieke omroepen bepalen conform artikel 2.88 van de Mediawet 2008 zelf vorm en inhoud
van de programma’s, waaronder welke politieke partijen meegenomen worden bij peilingen
in programma’s van de publieke omroep. De overheid bemoeit zich daar niet mee en er
is conform artikel 7 lid 2 van de Grondwet geen vooraf toezicht op de inhoud van de
programma’s van de publieke omroep. Er zijn diverse waarborgen in het publieke omroepbestel
opgenomen om te voorkomen dat er politieke (of andere vorm van) invloed is. Zo moeten
publieke omroepen op basis van de Mediawet 2008 een redactiestatuut hebben waarin
de journalistieke rechten en plichten van de werknemers zijn opgenomen waaronder waarborgen
voor redactionele onafhankelijkheid. Daarnaast kent de publieke omroep een journalistieke
code voor alle journalistieke redacties van de publieke omroep waarmee inzage gegeven
wordt in de werkwijze, regels en normen van onze redacties. Bij klachten over het
niet naleven van deze code kan men bij de betreffende redactie of omroep terecht.
Als de klacht niet naar tevredenheid is beantwoord of afgehandeld, kan er contact
worden opgenomen met de ombudsman van de publieke omroepen, zoals bedoeld in artikel 2.14a
Mediawet 2008. Het Commissariaat voor de Media is belast met het toezicht op de naleving
van de Mediawet.
Vraag 9 en 10
Bent u zich ervan bewust dat vele kiezers de peilingen gebruiken als indicator voor
de politieke partijen waarop gestemd kan worden en dat zij daarom van het bestaan
van menig politieke partij niet weten, aangezien deze bewust niet worden weergegeven
in de peilingen? Zo ja, is er dan geen sprake van onvolledige voorlichting van de
bevolking, aangezien zij geen volledige informatie krijgen om de peilingen mee in
te vullen? Zo nee, kunt u dan onderbouwd uitleggen waarom u vindt dat de deelnemers
wel alle beschikbare en benodigde informatie krijgen?
Realiseert u zich dat omdat bepaalde politieke partijen niet worden genoemd in de
peilingen en kiezers dus niet kunnen aangeven dat zij (mogelijk) op deze partijen
zouden willen gaan stemmen de uitkomsten van de peilingen niet representatief zijn?
En erkent u dan ook dat door deze uitkomsten de publieke opinie actief wordt beïnvloed,
omdat mensen daardoor kunnen denken dat bepaalde politieke partijen geen kans op verkiezingswinst
maken en als gevolg daarvan hun stemgedrag laten beïnvloeden en/of zich niet realiseren
dat zij op bepaalde partijen zouden kunnen stemmen, omdat zij van het bestaan niet
afweten? Betekent dat niet dat de heersende politieke macht (indirect) invloed uitoefent
op de verkiezingen en daarmee dus ook op de verkiezingsuitslag? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9 en 10
Er is geen regulering op het uitvoeren van (politieke) peilingen voorafgaand aan de
verkiezing. Het staat peilbureaus vrij om te bepalen wanneer en op welke wijze de
peiling wordt uitgevoerd. De peilbureaus maken hun eigen afwegingen en keuzes in de
verslaglegging van een verkiezing en daar mengt de Rijksoverheid zich niet in. Dat
past ook bij de vrijheid van pers zoals deze in artikel 7 van de Grondwet is geformuleerd.
Het is vervolgens aan de kiezers om zich zo goed mogelijk te informeren over de ideeën
en plannen van de verschillende politieke partijen.
Vraag 11 en 12
Wat zijn de criteria op basis waarvan politieke partijen worden meegenomen in de peilingen
waarbij de Rijksoverheid (indirect) betrokken is? Hoe zijn die criteria tot stand
gekomen, op basis waarvan en wie waren/zijn daarbij betrokken?
Weet u welke politieke partijen/bewindpersonen/Kamerleden/ambtelijke staf die op dit
moment vertegenwoordigd zijn in het parlement en actief zijn voor de Tweede Kamer
op enigerlei wijze betrokken zijn bij de politieke peilingen voor de aankomende Tweede
Kamerverkiezingen van organisaties die overheidsfinanciering ontvangen? Op welke manier
zijn deze partijen/bewindspersonen/Kamerleden/ambtelijke staf betrokken en waarom?
Zijn er afspraken/overeenkomsten/samenwerkingen tussen deze partijen en wat behelzen
deze? Welke (rapportage/verantwoordings)verplichtingen hebben de verschillende betrokken
partijen en op welke manier wordt de Tweede Kamer hierover geïnformeerd? En is voor
de kiezer inzichtelijk of en welke politieke betrokkenheid er is bij bepaalde peilingen
en waar/hoe kunnen zij zich daarover informeren?
Antwoord 11 en 12
De Rijksoverheid is niet betrokken bij de totstandkoming van peilingen en bij de totstandkoming
van programma’s van de publieke omroep. Er is ook geen politieke betrokkenheid bij
de totstandkoming van programma’s van de publieke omroep. Zie ook mijn antwoord op
de vragen 5 tot en met 8.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.