Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Palland en Inge van Dijk over het bericht ‘UWV vordert tienduizenden euro’s aan toeslagen terug vannietsvermoedende arbeidsongeschikten’
Vragen van de leden Palland en Inge van Dijk (beiden CDA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «UWV vordert tienduizenden euro’s aan toeslagen terug van nietsvermoedende arbeidsongeschikten» (ingezonden 29 september 2023).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 18 december
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 228.
Vraag 1
Kent u het bericht «UWV vordert tienduizenden euro’s aan toeslagen terug van nietsvermoedende
arbeidsongeschikten»1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel arbeidsongeschikte Nederlanders in de afgelopen vijf jaar
een nabetaling hebben ontvangen van hun pensioenfonds van een arbeidsongeschiktheidspensioen
en geconfronteerd werd met terugvorderingen van Uitvoeringsinstituur Werknemersverzekeringen
(UWV)? Voor hoeveel is nog de verwachting dat deze alsnog een nabetaling arbeidsongeschiktheidspensioen
gaan ontvangen? Indien u dit nu niet kunt aangeven, op welke termijn kunt u wel dit
aantal aan de Kamer doen toe komen?
Antwoord 2
Het artikel van MAX Meldpunt beschrijft een hele vervelende situatie voor in ieder
geval twee arbeidsongeschikten die een aanvulling ontvangen vanuit de Toeslagenwet.
Pensioenfondsen en UWV hebben helaas geen inzicht in het aantal arbeidsongeschikte
Nederlanders dat in de afgelopen vijf jaar een nabetaling heeft ontvangen van een
arbeidsongeschiktheidspensioen én geconfronteerd werd met een terugvordering door
het UWV in het kader van de Toeslagenwet. Voor bestandsuitwisseling tussen de systemen
van UWV en de pensioenfondsen is geen juridische grondslag, waardoor het naast elkaar
leggen van de mensen die een nabetaling ontvangen van een pensioenfonds en een aanvulling
krijgen van UWV op grond van de Toeslagenwet niet mogelijk is. Uit een uitvraag van
de Pensioenfederatie onder pensioenfondsen blijkt dat de indruk is dat de situatie
van grote nabetalingen van arbeidsongeschiktheidspensioen en terugvorderingen van
een aanvulling vanuit de Toeslagenwet door het UWV niet op grote schaal voorkomt.
UWV is alert op vergelijkbare gevallen, en houdt deze eventueel tijdelijk aan. Daarnaast
doet UWV op dit moment onderzoek binnen de eigen systemen naar soortgelijke gevallen
in de afgelopen vijf jaar. Op dit moment zijn er twee gevallen waarvan met zekerheid
is vastgesteld dat zij problemen ondervinden door een nabetaling van het arbeidsongeschiktheidspensioen.
Zij komen aan bod in het artikel van MAX Meldpunt. In de geconstateerde gevallen betreft
de terugvordering enkele tienduizenden euro’s. Om deze reden tracht ik zo goed mogelijk
de daadwerkelijke omvang van deze problematiek te achterhalen, en houd ik uw Kamer
hierover op de hoogte via de Stand van de Uitvoering.
Vraag 3
Wat is de reden dat blijkt dat het UWV bij een aantal terugvorderingen de eigen beleidsregels
niet heeft nageleefd? Welke beleidsregels gaat het hier om?
Antwoord 3
UWV neemt in de regel bij ingrijpende besluiten voorafgaand aan de verzending van
het besluit contact op met de betrokkene, zodat het besluit mondeling kan worden toegelicht.
Dit is geen beleidsregel, maar past bij de uitvoeringspraktijk van UWV. Dit blijkt
bij de twee mensen in het artikel van MAX Meldpunt niet goed te zijn gegaan.
Net als UWV betreur ik dit. Het was niet de bedoeling dat zij geconfronteerd werden
met hoge terugvorderingen zonder daarbij informatie en ondersteuning vanuit UWV te
krijgen. Dit is erg onprettig voor de desbetreffende personen. UWV heeft inmiddels
met de twee mensen uit de uitzending van MAX Meldpunt contact gehad. UWV is voornemens
om in de toekomst nog beter op te letten dat er contact wordt gezocht met de betrokkene.
Bij één van deze twee mensen heeft UWV de terugvordering ingesteld voordat de betrokkene
de nabetaling daadwerkelijk had ontvangen. Dit had UWV niet mogen doen. UWV is met
beide personen in gesprek om hen te ondersteunen bij de ontstane problemen en biedt
hen persoonsgerichte oplossingen.
Vraag 4
Het UWV geeft aan dat zij signaleert dat bestaande wetgeving tot problematisch hoge
terugvorderingen leidt, herkent u dit? Zo ja, om welke wetgeving gaat het en bent
u bereid voorbereidingen te treffen om de wet(ten) hierop aan te passen dan wel snel
ruimte te bieden voor een fatsoenlijke uitvoeringspraktijk via spoedregelgeving?
Antwoord 4
Ik herken het probleem dat UWV schetst en zet me er voor in hier oplossingen voor
te bieden. Veel regelingen zijn inkomensafhankelijk, zodat alleen mensen die het echt
nodig hebben inkomensondersteuning krijgen. Inkomsten hebben gevolgen voor deze regelingen.
Hierdoor kan iemand een terugvordering krijgen als er iets in de inkomenssituatie
verandert, waardoor iemand met terugwerkende kracht (deels) geen recht had op een
regeling. In dit antwoord reflecteer ik op het voorkomen van hoge en problematische
terugvorderingen in het algemeen. Bij het antwoord op vraag 5 ga ik in op de specifieke
problematiek van bruto terugvorderingen waar mensen de uitkering netto hebben ontvangen.
Bij het antwoord op vraag 8 ga ik in op de oplossingen die de mensen in deze specifieke
casus worden geboden.
Het is voor de solidariteit en de houdbaarheid van het sociale zekerheidsstelsel belangrijk
dat mensen geld dat zij te veel of ten onrechte hebben ontvangen, terugbetalen. Het
is echter niet de bedoeling dat deze terugvordering iemand in de problemen brengt.
Ook werk ik aan een modernisering van het invorderingsbeleid van UWV en de SVB, zodat
zij meer ruimte hebben voor maatwerk in het afspreken van betalingsregelingen.2 In bredere zin zet ik in op het voorkomen van fouten, het oplossen van knelpunten
en op vereenvoudiging van wet- en regelgeving zodat het aantal terugvorderingen hopelijk
vermindert. Het kabinet is om deze reden het programma Vereenvoudiging Inkomensondersteuning
voor Mensen (VIM) gestart. De Ministeries van SZW, Financiën, BZK, VWS en OCW, de
uitvoeringsorganisaties UWV, SVB, Dienst Toeslagen, Belastingdienst, DUO en VNG en
Divosa werken hierin samen om domeinoverstijgende knelpunten op de korte en middellange
termijn op te lossen. Ook werkt dit programma voor de lange termijn een plan uit met
scenario’s voor een eenvoudiger stelsel.
Vraag 5
Welke acties heeft u ondernomen naar aanleiding van de knelpuntenbrief van het UWV,
waarin werd gewaarschuwd dat het bruto terugvorderen van netto uitbetaalde bedragen,
mensen in financiële problemen kan brengen? Kan er ruimte aan het UWV worden geboden
om hier op een andere wijze mee om te gaan? Welke aanpassing in belastingwetgeving
is hiervoor nodig en wordt hier al werk van gemaakt?
Antwoord 5
Het is voor mensen lastig dat zij een brutobedrag aan UWV moeten terugbetalen, terwijl
zij een nettobedrag op hun rekening hebben ontvangen. UWV draagt namens uitkeringsontvangers
loonheffing af aan de Belastingdienst. Niet iedere uitkeringsontvanger weet dit. Deze
zogenaamde voorheffing op de verschuldigde inkomstenbelasting kan in het lopende belastingjaar
nog aangepast worden, maar wordt na afloop van het belastingjaar definitief vastgesteld.
Het is dan voor UWV wettelijk en technisch onmogelijk om afgedragen loonheffing met
de Belastingdienst te verrekenen. Dit heeft er onder andere mee te maken dat de uitkeringsgerechtigde
formeel de loonheffing heeft betaald, en niet UWV.
Ik erken dat dit financiële problemen kan opleveren, omdat tijdelijk meer terugbetaald
moet worden dan feitelijk ontvangen is, en vind dit erg vervelend. Een oplossing hiervoor
is dat de afgedragen loonheffing verrekend kan worden met de aangifte inkomstenbelasting
na het jaar van terugbetalen3. Ook kunnen mensen een voorlopige teruggaaf aanvragen om de periode tussen het terugbetalen
en het ontvangen van de teveel betaalde loonheffing te verkleinen. Voor sommige mensen
kan het lastig zijn om deze extra stappen te zetten. Sinds de motie van Kent (SP)4 zijn op dit onderwerp en in de knelpuntenbrief van UWV alle mogelijke oplossingsrichtingen
geïnventariseerd en beoordeeld. Daaruit kwam naar voren dat door het verbeteren van
de dienstverlening door UWV en de Belastingdienst knelpunten rondom bruto terugbetalen
kunnen worden verkleind. Beide organisaties zetten zodoende in op de verbetering van
interne processen. Daarnaast onderzoeken zij, rekening houdende met het perspectief
van degene die hier mee te maken krijgt welke oplossingen het probleem kunnen verminderen.
In de Stand van de Uitvoering van december 2023 zal ik hier nader op ingaan. Hierop
voortbouwend beziet het programma VIM of aanvullende doorbraken mogelijk zijn. Dit
geldt zowel voor de bruto terugvorderingen als voor nabetalingen. Daarnaast onderzoekt
VIM mogelijkheden om terugvorderingen van inkomensondersteuning te voorkomen, bijvoorbeeld
bij Toeslagen, als mensen gedurende het kalenderjaar (meer) gaan werken. Dit zowel
om schulden te voorkomen als de drempel tot arbeidsparticipatie te verlagen.
Vraag 6
Welke acties hebt u genomen of bent u voornemens te nemen ten aanzien van pensioenfondsen
die erkennen in zaken verwijtbaar traag te hebben gehandeld en/of bezig te zijn met
«herstelacties» met betrekking tot het arbeidsongeschiktheidspensioen?
Antwoord 6
Pensioenfondsen doen hun best om nabetalingen en de eventuele negatieve gevolgen daarvan
zoveel mogelijk te voorkomen. Veel pensioenfondsen benaderen de deelnemers zelf. Soms
worden herstelacties uitgevoerd om alsnog een arbeidsongeschiktheidspensioen uit te
keren aan iemand die dit niet zelf heeft aangevraagd. Nabetalingen door pensioenfondsen
komen soms voor, bijvoorbeeld omdat een pensioenfonds nieuwe of gewijzigde gegevens
ontvangt, van een werkgever, van UWV of van mensen zelf.
Een nabetaling is in beginsel gunstig, iemand ontvangt met terugwerkende kracht een
uitkering waarop diegene volgens het pensioenreglement recht had. Een nabetaling kan
er echter ook toe leiden dat meer belasting betaald moet worden of dat er achteraf
te veel toeslagen zijn ontvangen. Om deze reden voeren de pensioenfondsen actief overleg
met uitkeringsinstanties zoals UWV om de nadelige gevolgen van nabetalingen in onderling
overleg te verkleinen of in de toekomst te voorkomen. Ik vind het belangrijk dat dit
overleg plaatsvindt en dat er samen naar oplossingen wordt gezocht.
Vraag 7
Deelt u de mening dat arbeidsongeschikten niet financieel gedupeerd mogen worden,
als zij zelf aan de bel trekken omdat er iets niet klopt aan hun uitkering en/of toeslag
en achteraf blijkt dat ofwel het UWV ofwel een pensioenfonds, dan wel beide, niet
goed heeft gehandeld? Welke mogelijkheden bestaan er voor een soort pardonregeling
of andersoortige ruimte om niet terug te vorderen in deze situaties?
Antwoord 7
Ik betreur het dat mensen genoemd in het artikel van MAX Meldpunt financieel in de
problemen zijn gekomen door een nabetaling van hun pensioenfonds. Een groot geldbedrag
heeft grote impact op de inkomenssituatie van een uitkeringsgerechtigde en kan hoge
terugvorderingen tot gevolg hebben. Dit levert voor mensen veel stress en onzekerheid
op. Ik had graag gezien dat zowel de betrokken pensioenfondsen als UWV, beter hadden
gecommuniceerd over de nabetaling en de terugvordering als gevolg. Ik zet mij er voor
in dat dit in de toekomst beter gaat. Ik vind het belangrijk dat er naar een rechtmatige
situatie toe wordt gewerkt. Het is hierbij niet de bedoeling dat mensen zowel de aanvulling
op grond van de Toeslagenwet vanuit UWV als het arbeidsongeschiktheidspensioen ontvangen
en mogen houden. De aanvulling vanuit de Toeslagenwet is enkel bedoeld om iemands
inkomen, inclusief het arbeidsongeschiktheidspensioen, aan te vullen tot maximaal
het bruto sociaal minimum. Het is erg vervelend dat de verrekening van de aanvulling
met de nabetaling van het pensioen tot problemen leidt, met name doordat de terugvordering
bruto betaald moet worden. De betrokken pensioenfondsen en UWV ondersteunen de mensen
die negatieve effecten ondervinden door de nabetaling. UWV biedt daarbij een oplossing
die past bij de persoonlijke situatie.
Vraag 8
Wat kunt u voor de arbeidsongeschikten doen die door het niet goed handelen van pensioenfondsen
en/of het UWV een vordering hebben ontvangen die hoger is dan de toeslag die ze netto
hebben ontvangen? Kunnen deze mensen rekenen op gratis (juridische) bijstand/hulp
vanuit het UWV, de betrokken pensioenfondsen en/of overheid?
Antwoord 8
Zoals toegelicht in de antwoorden op vragen 6 en 7 ondersteunen zowel de pensioenfondsen
als UWV de mensen die negatieve effecten ondervinden door een nabetaling van een arbeidsongeschiktheidspensioen.
UWV kijkt samen met de betrokken personen naar een oplossing die past bij de persoonlijke
situatie en past hierbij maatwerk toe. Pensioenfondsen zoeken bij aanzienlijke nabetalingen
bovendien contact met de deelnemer en lichten toe wat de gevolgen kunnen zijn. Dat
is ook gebeurd in de twee casussen die zijn genoemd in het artikel van MAX Meldpunt.
Pensioenfondsen geven aan dat zij negatieve gevolgen voor de deelnemer proberen te
beperken of te voorkomen als het fonds verwijtbaar heeft gehandeld, bijvoorbeeld door
een schadevergoeding toe te kennen.
Ik betreur ten zeerste dat de mensen uit het artikel van MAX Meldpunt financiële problemen
ondervinden door de nabetaling van hun pensioenfonds. Zoals ook toegelicht in het
antwoord op vraag 5 ben ik al langer in gesprek met betrokken partijen over oplossingen
voor het probleem dat kan ontstaan door de brutering van de terugvordering. In aanvulling
daarop ga ik in gesprek met UWV, de Pensioenfederatie en andere betrokken instanties
zoals de Belastingdienst, Dienst Toeslagen en de SVB om gezamenlijk te onderzoeken
hoe de nadelige gevolgen van nabetalingen in de toekomst voorkomen kunnen worden.
Door hierin samen te werken en informatie met elkaar te delen kan tijdig actie worden
ondernomen door alle verschillende partijen. Hierdoor kunnen nadelige gevolgen zoveel
als mogelijk vermeden worden.
Vraag 9
Kun u aangeven wanneer het UWV de algehele herziening m.b.t. hoe zij omgaan met terugvorderingen
gereed heeft en kunt u deze herziening aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 9
Op dit moment wordt er via verschillende trajecten gewerkt aan een herziening van
het terugvordering- en invorderingsbeleid in de sociale zekerheid. UWV is hierbij
aangesloten. Recentelijk heb ik het conceptwetsvoorstel Handhaving sociale zekerheid
in internetconsultatie gebracht.5 Dit wetsvoorstel bevat bepalingen omtrent het beperken van de terugvordering van
een uitkering tot een termijn van vijf jaar.6 Daarnaast herzie ik het invorderingsbeleid van UWV en de SVB, zodat deze instanties
meer ruimte hebben om rekening te kunnen houden met persoonlijke omstandigheden bij
het afspreken van betalingsregelingen. Hierover informeer ik u in de volgende Stand
van de Uitvoering. Als laatste werkt uw Kamer aan het initiatiefwetsvoorstel Maatwerk
bij Terugvordering. Dit initiatiefwetsvoorstel beoogt UWV, de SVB en gemeenten meer
ruimte te geven om onder bepaalde omstandigheden van de terugvordering geheel of gedeeltelijk
af te kunnen zien.
Wat betreft de brutering van terugvorderingen zet UWV zich samen met de Belastingdienst
in om de dienstverlening te verbeteren zodat de knelpunten rondom bruto terugbetalen
kunnen worden verkleind. In de volgende Stand van de Uitvoering zal ik hier dieper
op ingaan.
In de tijd dat de bovenstaande aanpassingen in wet- en regelgeving worden voorbereid
werkt UWV zelf aan de dienstverlening en het eigen terug- en invorderbeleid binnen
de huidige kaders die hiervoor zijn gesteld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.