Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Pouw-Verweij en Beertema over het verspreiden van antisemitische flyers op de Universiteit van Leiden
Vragen van de leden Pouw-Verweij (BBB) en Beertema (PVV) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het verspreiden van antisemitische flyers op de Universiteit van Leiden (ingezonden 20 november 2023).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 18 december
            2023)
         
Vraag 1
            
Bent u ervan op de hoogte dat het College van Bestuur van de Universiteit Leiden al
               op 15 oktober 2023 met een e-mail werd gewaarschuwd voor het antisemitische pamflet?1
            
Antwoord 1
            
Ja. Ik heb dit nagevraagd bij het College van Bestuur (CvB) van de universiteit. Het
               CvB geeft aan sinds het oplaaien van het conflict in Israël en de Palestijnse gebieden
               alert te zijn op het verspreiden van haatzaaiende boodschappen en pamfletten in haar
               gebouwen en dit absoluut niet te tolereren. Tevens heeft het CvB de beveiligers opdracht
               gegeven om scherp op te letten dat dit niet gebeurt en als dit zich toch voordoet
               diegene direct te sommeren hiermee te stoppen.
            
Vraag 2
            
Weet u dat in de betreffende e-mail een foto stond van deze folder, alsook de verschillende
               citaten die uiteindelijk op het pamflet zijn verspreid?
            
Antwoord 2
            
Ja.
Vraag 3
            
Wilt u bij het College van Bestuur informeren waarom er vervolgens totaal niets is
               gedaan om te voorkomen dat deze ontoelaatbare Jodenhaat werd gepromoot op de Universiteit
               Leiden?
            
Antwoord 3
            
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 geeft de Universiteit Leiden aan extra
               alert te zijn op verspreiding van haatzaaiende boodschappen en dit niet te tolereren.
               De beveiligers van de universiteit hebben de opdracht gekregen om scherp op te letten
               dat haatzaaiende flyers worden verspreid. Ook worden verspreiders direct gesommeerd
               hiermee te stoppen. In reactie op mails en brieven die het College van Bestuur sinds
               het begin van het conflict ontvangt heeft het in verschillende berichten aan medewerkers
               en studenten laten weten dat oproepen tot haat, geweld en onverdraagzaamheid in geen
               enkel geval getolereerd worden. In een interview heeft de voorzitter van het College
               van Bestuur van de Universiteit Leiden tevens verdere toelichting gegeven op haar
               standpunten en zienswijze op de casus. Ook heeft ze aangegeven wat de instelling heeft
               gedaan en nog zal doen om incidenten te voorkomen.2
Vraag 4
            
Bent u bereid om de Raad van Toezicht te verzoeken het College van Bestuur ontslag
               te verlenen nu dit aantoonbaar zo schrijnend tekort is geschoten in het beschermen
               van een deel van de samenleving dat in deze tijd onder grote druk staat?
            
Antwoord 4
            
De verantwoordelijkheid voor de zorg voor een veilige leer- en werkomgeving ligt bij
               de Colleges van Bestuur en het is de taak van de Raden van Toezicht om toe te zien
               op het bestuurlijk handelen, waaronder de wijze waarop het veiligheidsbeleid wordt
               vormgegeven en uitgevoerd inclusief de afhandeling van incidenten. De medezeggenschapsraden
               kunnen hierop in- en tegenspraak bieden. De Universiteit Leiden heeft bij navraag
               aangegeven dat zij juist in deze moeilijke tijd van polarisatie pal voor de veiligheid
               van haar medewerkers en studenten staat, oproept tot verdraagzaamheid en helder met
               hen communiceert over wat wel en niet getolereerd wordt. Ik vind het belangrijk dat
               bovenstaande partijen met elkaar spreken over de wijze waarop het soms schurende gesprek
               wordt vormgegeven, met aandacht van de ondergrens en de spelregels van het academische
               debat. Ingrijpen via de Raad van Toezicht gebeurt alleen in zeer uitzonderlijke gevallen.
               Voor een dergelijke (zware) procedure zie ik geen aanleiding.
            
Vraag 5
            
Deelt u de mening dat de universiteitsinstanties, vertrouwenspersonen en diversity
               officers niet of onvoldoende hebben gefunctioneerd als het gaat om het welzijn van
               Israëlische en Joodse studenten die hebben geleden onder de oplaaiende Jodenhaat van
               de laatste maanden?
            
Antwoord 5
            
Laat ik voorop stellen dat iedereen zich veilig moet kunnen voelen in het onderwijs
               en op de onderwijsinstelling. Antisemitisme, moslimhaat en elke andere vorm van discriminatie
               is volstrekt onacceptabel en hier moet krachtig tegen worden opgetreden. De verantwoordelijkheid
               voor de zorg voor een veilige leer- en werkomgeving ligt bij hoger onderwijsinstellingen
               bij de Colleges van Bestuur. Studenten die zich gediscrimineerd of onveilig voelen
               kunnen terecht bij de docent, functionarissen ten behoeve van studentenwelzijn, vertrouwenspersoon
               of de beveiliging. Het is aan de instellingen om casuïstiek proportioneel af te handelen,
               waar nodig de daartoe bevoegde partijen hierbij in te schakelen en bij strafbare feiten
               aangifte te doen bij de politie. Bij iedere universiteit is tevens een intern alarmnummer
               beschikbaar.
            
Instellingen geven aan dat zij per situatie kijken naar een passende oplossing en
               ondersteuning. Mijn beeld is dat zij hiermee hard aan de slag zijn. Het borgen van
               een veilige leer- en werkomgeving voor iedereen is geen eenvoudige taak voor instellingen
               en vraagt onze doorlopende aandacht. Met de actualiteit van dit conflict wordt er
               bovendien veel van het onderwijs gevraagd. Ik vind het van groot belang dat instellingen
               ruimte bieden aan het voeren van het moeilijke gesprek over de situatie in het Midden-Oosten,
               en zo bijdragen aan verbinding. Diverse universiteiten en hogescholen organiseren
               bijeenkomsten en nemen daartoe verschillende initiatieven. Ik vind het goed dat universiteiten
               en hogescholen samenwerken aan een veilige leer- en werkomgeving via het Platform
               Integrale Veiligheid Hoger Onderwijs en via het netwerk van integrale veiligheidsadviseurs
               van de Universiteiten van Nederland (UNL). Langs die weg ondersteunen zij elkaar door
               het ontwikkelen en delen van expertise, het bespreken van casuïstiek en het opstellen
               van methodieken en handreikingen op de vele aspecten van veiligheid. Momenteel voer
               ik ook actief het gesprek met onder meer studenten, docenten, wetenschappers en onderwijsbestuurders
               over de impact van het conflict, hoe zij daarmee omgaan, en om kennis en ervaringen
               onderling te delen.
            
Ik heb grote waardering voor de docenten en bestuurders die het moeilijke gesprek
               op hun instelling mogelijk maken en ik wil hen ook oproepen om dat te blijven doen.
               Op deze wijze bieden we studenten een ventiel om hun gevoelens en emoties te kunnen
               uiten en om hen uit te nodigen om open te staan voor anderen, ook als je het inhoudelijk
               niet met elkaar eens bent.
            
Vraag 6
            
Blijft u bij uw weigering om met universiteiten in gesprek te gaan, zoals u eerder
               aangaf in antwoord op schriftelijke Kamervragen over de onveilige situatie voor Joodse
               studenten aan de Universiteit van Amsterdam?3
            
Antwoord 6
            
Sinds het oplaaien van het conflict voer ik actief gesprekken met het onderwijsveld
               over de impact van het conflict op de leergemeenschappen, hoe zij daarmee omgaan en
               de uitdagingen die dit met zich meebrengt. Bij deze gesprekken waren ook vertegenwoordigers
               van studenten, docenten, wetenschappers en onderwijsbestuurders aanwezig.
            
Zoals aangegeven in de beantwoording van bovenstaande vragen, heeft de veiligheid
               van studenten en medewerkers de volle aandacht van Universiteit Leiden. Ik constateerde
               eerder dat dit ook geldt voor de Universiteit van Amsterdam. Ik zie op dit moment
               daarom geen aanleiding voor een aanvullend gesprek met genoemde universiteiten.
            
Vraag 7
            
Wilt u op alle vragen afzonderlijk antwoord geven en de Kamer hierover volgende week
               informeren?
            
Antwoord 7
            
Ik heb getracht aan uw verzoek voor een spoedige beantwoording te voldoen. Met het
               verzamelen van de benodigde gegevens ging echter enige tijd gemoeid.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
