Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over de ANBI-status van Extinction Rebellion
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Financiën over de ANBI-status van Extinction Rebellion (ingezonden 4 oktober 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 12 december 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024,
nr. 233.
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat Extinction Rebellion (Stichting Vrienden van XR) over een
algemeen nut beogende instelling (ANBI)-status beschikt, zoals onder andere op de
website en in de jaarverslagen van de organisatie zelf wordt vermeld?
Antwoord 1
Ja, in het ANBI-register op de website van de Belastingdienst zijn drie stichtingen
vermeld met de naam Stichting vrienden van XR evenals de ingangsdata waarop de stichtingen
als ANBI kwalificeren.
Vraag 2
Kunt u aangeven welke belastingvoordelen Extinction Rebellion als gevolg hiervan heeft
(gehad) en welke bedragen hiermee gemoeid zijn?
Antwoord 2
Omdat de Belastingdienst is gehouden aan de geheimhoudingsplicht van artikel 67 van
de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) kan geen nadere informatie worden verstrekt
over individuele instellingen.
Vraag 3 en 4
Deelt u de conclusie dat onder andere het illegaal betreden van verboden terrein op
Eindhoven Airport, het continu bezetten van de A12, het bekladden van het Havenbedrijf
Rotterdam en het dreigen met kantoorsluitingen van Rabobank-filialen verwerpelijke
acties zijn die geenszins van «algemeen nut» getuigen? Zo nee, waarom?
Deelt u de mening dat het richting de samenleving niet te verantwoorden is dat een
club die zich schuldig maakt aan dergelijke onwettige, maatschappij-ontwrichtende
en vandalistische acties belastingvoordelen krijgt? Zo ja, waarom?
Antwoorden 3 en 4
Om als ANBI te kunnen worden aangemerkt moet een instelling (onder meer) uitsluitend
of nagenoeg uitsluitend (ten minste 90%) het algemeen nut beogen. Het begrip «algemeen
nut» is in de wet neutraal vormgegeven en wordt, zoals ook uit de jurisprudentie blijkt,
neutraal getoetst. Dit is een belangrijke eigenschap van de ANBI-regelgeving, maar
kan soms ongemakkelijk voelen als sprake is van gedrag van ANBI’s dat conflicteert
met gangbare maatschappelijke waarden en opvattingen. Dit is echter inherent aan het
neutrale karakter van de ANBI-regelgeving. Naar aanleiding van zorgen van Tweede Kamerleden
de afgelopen jaren over zulk gedrag van ANBI’s, heeft mijn ambtsvoorganger een raadgevende
commissie van deskundigen ingesteld om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn,
al dan niet door aanpassing van ANBI-regelgeving, om het algemeen nut karakter beter
tot uitdrukking te laten komen. Het rapport «Toezicht op algemeen nut» van deze raadgevende
commissie biedt een waardevol inzicht in de maatschappelijke waarde van ANBI’s en
de wijze waarop toezicht kan worden gehouden op ANBI’s zodat zij het algemeen nut
(blijven) uitdragen. Het rapport bevat een lijst met 25 sets Kamervragen over gedrag
van ANBI’s dat conflicteert met gangbare maatschappelijke waarden en opvattingen.
Wat de casussen uit de Kamervragen gemeen hebben, is dat het doorgaans gaat om zaken
waar de Belastingdienst niet op kan ingrijpen. Zoals aangegeven in de kabinetsreactie
op het rapport «Toezicht op Algemeen Nut» vindt het kabinet het belangrijk dat burgers
die zich voor maatschappelijke doelen willen inzetten, voldoende keuze hebben en ook
kunnen bepalen welke activiteiten van ANBI's zij wenselijk vinden. Tegelijkertijd
vindt het kabinet het belangrijk om zich uit te spreken over wat het kabinet als wenselijk
maatschappelijk gedrag ziet en dit uit te dragen. Daarom wordt langs verschillende
lijnen gewerkt aan het bestrijden van ongewenst gedrag door maatschappelijke organisaties,
zoals ANBI's. De grens van de vrijheid van ANBI’s om hun doelen na te streven ligt
bij overtreding van de wet (of daar waar toepassing van de integriteitstoets binnen
de ANBI-regeling in beeld komt) of daar waar een instelling door de rechter verboden
wordt. Verdenkingen, niet-vervolgbare activiteiten of handelingen die simpelweg niet
aansluiten bij eenieders overtuiging van wat behoort tot het «algemeen nut» zijn geen
redenen om een instelling de ANBI-status te ontnemen.
Vraag 5
Bent u bekend met de gronden waarop een ANBI-status kan worden ingetrokken?1
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Bent u ermee bekend dat het voldoen aan integriteitseisen een voorwaarde is voor het
verkrijgen en/of behouden van de ANBI-status en dat deze status kan worden ingetrokken
indien een stichting niet (meer) aan deze integriteitseisen voldoet?
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Bent u ermee bekend dat de Belastingdienst aangeeft een instelling niet (langer) als
ANBI te zien wanneer een «een bestuurder, een leidinggevende, of een gezichtsbepalend
persoon van de instelling is veroordeeld voor een misdrijf en het misdrijf is gepleegd
in de hoedanigheid van de betrokkene, de veroordeling minder dan 4 jaar geleden plaatsvond
en/of het misdrijf een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert»?2
Antwoord 7
Ja, dit is de hiervoor al genoemde integriteitstoets (artikel 5b, lid 8 AWR).
Vraag 8
Bent u er tevens mee bekend dat een «gezichtsbepalend persoon» binnen de gehanteerde
criteria van de Belastingdienst niet eens een juridische band zoals een dienstbetrekking
met de ANBI hoeft te hebben?
Antwoord 8
Ja.
Vraag 9
Deelt u de conclusie dat dit inhoudt dat de ANBI-status van Extinction Rebellion (Stichting
Vrienden van XR) kan worden ingetrokken op basis van een veroordeling voor een misdrijf
door één of meerdere betrokkenen bij acties van Extinction Rebellion? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 9
De Belastingdienst is gehouden aan de geheimhoudingsplicht van artikel 67 van de Algemene
wet inzake rijksbelastingen (AWR) en kan daarom geen nadere informatie verstrekken
over individuele instellingen.
In het algemeen kan worden opgemerkt dat indien de instelling, een bestuurder, feitelijk
leidinggevende of gezichtsbepalend persoon van de instelling zich in relatie tot de
ANBI schuldig heeft gemaakt aan een in de ANBI-regeling genoemd misdrijf3, zoals haatzaaiing of het aanzetten tot geweld, de inspecteur – onder bepaalde voorwaarden
– de ANBI-status niet verleent of intrekt (integriteitstoets). De Belastingdienst
verkrijgt deze informatie niet automatisch, maar is daarvoor afhankelijk van externe
partijen zoals het Openbaar Ministerie of de FIOD.
Met ingang van 2021 is de integriteitstoets binnen de ANBI-regeling uitgebreid en
kan de inspecteur bij gerede twijfel over de integriteit van de instelling, een bestuurder
van de instelling, een persoon die feitelijk leiding geeft aan de instelling of een
voor de instelling gezichtsbepalende persoon verzoeken om een verklaring omtrent het
gedrag (VOG) te overleggen. Indien de VOG niet binnen een termijn van zestien weken
wordt verstrekt, bepaalt de ANBI-regeling dat de ANBI-status wordt ingetrokken of
niet wordt verleend. Gerede twijfel bij de inspecteur kan onder andere volgen uit
berichten in de media.
Vraag 10
Hoeveel personen zijn de afgelopen vier jaar veroordeeld voor een misdrijf rond acties
van Extinction Rebellion, waaronder het blokkeren van wegen (artikel 162 Wetboek van
Strafrecht) en opruiing (Artikel 131 Wetboek van Strafrecht)?
Antwoord 10
De rechtspraak houdt niet bij hoeveel personen zijn veroordeeld voor misdrijven bij
acties die verbonden zijn of georganiseerd zijn door specifieke organisaties.
Vraag 11
Indien dit één of meerdere personen betreft, bent u dan bereid om over te gaan tot
het intrekken van de ANBI-status? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
De Belastingdienst is gehouden aan de geheimhoudingsplicht van artikel 67 van de Algemene
wet inzake rijksbelastingen (AWR) en kan daarom geen nadere informatie verstrekken
over individuele instellingen.
Vraag 12
Bent u ermee bekend dat op grond van artikel 2:20 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek
een rechtspersoon waarvan de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde, door
de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie verboden kan worden verklaard
en ontbonden kan worden?
Antwoord 12
Ja.
Vraag 13
Deelt u de mening dat dit artikel van toepassing kan worden verklaard op Extinction
Rebellion? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan?
Antwoord 13
Het is niet aan ons om deze afweging te maken. Artikel 2:20 lid 1 van het Burgerlijk
Wetboek schrijft voor dat het Openbaar Ministerie de rechtbank kan verzoeken een rechtspersoon
verboden te verklaren of te ontbinden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.