Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ceder over het optreden van de Libische kustwacht tegen bootvluchtelingen
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het optreden van de Libische kustwacht tegen bootvluchtelingen (ingezonden 20 oktober 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), mede namens de Staatssecretaris
            van Justitie en Veiligheid (ontvangen 11 december 2023).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de opnamen die zijn gemaakt van een Libische patrouilleboot die
               een rubberboot met vluchtelingen aan boord ramt?1 Zo ja, welke actie heeft u naar aanleiding daarvan ondernomen?
            
Antwoord 1
            
De opnamen van Sea Watch International van 29 september jl. waarbij een Libische patrouilleboot
               in aanraking komt met een rubberboot zijn bij het kabinet bekend. Uit de korte opnamen
               op afstand kan niet worden opgemaakt wat er zich precies heeft afgespeeld gedurende
               dit incident. Het kabinet heeft niet vernomen dat er mensen zijn verdronken als gevolg.
               Ook in de IOM Missing Migrants database2 lijken er geen vermisten of doden geregistreerd naar aanleiding van bovenstaand incident.
               Het kabinet heeft om die reden geen verdere actie ondernomen.
            
Vraag 2
            
Weet u of er mensen verdronken zijn als gevolg van het rammen van deze rubberboot?
               Heeft u hier navraag naar gedaan?
            
Antwoord 2
            
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 3
            
Is dit incident voor u nu aanleiding om ervoor te pleiten dat de Europese Unie (EU)
               de steun aan de Libische kustwacht stopt? Zo nee, waarom niet en wat zou daar dan
               voor nodig zijn?
            
Antwoord 3
            
Met de steun versterkt de Commissie de zoek- en reddingscapaciteit en capaciteit op
               het gebied van grensbeheer van de Libische kustwacht. Deze EU-inzet in Libië heeft
               tot doel verlies van levens op zee te voorkomen, irreguliere migratie naar de EU te
               verminderen en mensensmokkel- en handel aan te pakken. De steun is daarnaast onderdeel
               van de bredere Europese inzet in Libië en op de Centraal Mediterrane Route om migratie
               in goede banen te leiden. Daaronder valt ook de aanpak van grondoorzaken, versterken
               van bescherming van migranten inclusief humanitaire evacuaties, vrijwillige terugkeer
               en het versterken van legale migratie en mobiliteit. Eveneens noemt de Commissie het
               beschermen van mensenrechten van migranten een leidraad van alle Commissie-inzet in
               Libië.
            
Steun in conflictsituaties gaat gepaard met risico’s. Zo ook de EU-steun aan de kustwacht
               in Libië waarbij specifiek het risico bestaat dat steun indirect terecht komt bij
               personen en entiteiten die betrokken zijn bij mensenhandel en -smokkel en het risico
               van mensenrechtenschendingen, waaronder arbitraire detentie. De Commissie tracht dergelijke
               risico’s te beperken met monitoring en risicoanalyses. Het kabinet acht de instrumenten
               van de Commissie om genoemde risico’s gerelateerd aan mensenrechtenschendingen te
               mitigeren momenteel echter beperkt. Het kabinet zet zich actief in voor de versterking
               van de instrumenten die de Commissie hiervoor ter beschikking heeft. Mede als gevolg
               van die inzet onderneemt de Commissie nu stappen om het waarborgen van mensenrechten
               te versterken en de Libische entiteiten die betrokken zijn bij migratiebeleid en uitvoering
               beter in kaart te brengen.
            
Vraag 4
            
Vindt u het in het algemeen verstandig om samen te werken met organisaties die mensenrechten
               schenden, omdat dit ruimte biedt deze aan te spreken op «vermeende» misstanden, zoals
               u in de beantwoording op mijn eerdere schriftelijke vragen over de mensenrechtensituatie
               in Libië heeft geschreven?3
Antwoord 4
            
Er wordt samengewerkt met autoriteiten in Libië. Dit kan bijdragen aan het bereiken
               van Europese en Nederlandse doelstellingen. In het geval van berichten over misstanden,
               biedt deze samenwerking ook de mogelijkheid om de autoriteiten daarop aan te spreken.
               Die gesprekken zijn effectiever naarmate er meer betrouwbare informatie beschikbaar
               is. Ook daarom blijft Nederland aandringen op gedegen monitoring en het beter in kaart
               brengen van de Libische entiteiten die betrokken zijn bij migratiebeleid en uitvoering.
            
Vraag 5
            
Vindt u de 57 miljoen euro die de EU sinds 2017 heeft uitgegeven aan Support to Integrated
               Border and Migration Management in Libya goed besteed? Hoe succesvol vindt u de training
               van medewerkers van de kustwacht op het gebied van respect voor mensenrechten? Vindt
               u dat deze steun door kan gaan? Zo ja, waarom?
            
Antwoord 5
            
Het doel van Support to Integrated Border and Migration Management in Libya (SIBMMIL) is het opbouwen van capaciteit van Libische autoriteiten op het gebied
               van migratie- en grensmanagement, met name t.a.v. grensbewaking en surveillance, aanpak
               van mensensmokkel- en handel, en Search and Rescue (SAR) op zee en in de woestijn.
               Trainingen en het leveren en repareren van materieel is onderdeel van deze inzet.
               Sinds het begin van SIBMMIL in 2017 hebben er 110.000 zoek en reddingsacties op zee
               plaatsgevonden. Eveneens moet het project bijdragen aan versterkte coördinatie tussen
               de verschillende Libische grensautoriteiten, het versterken van de operationele samenwerking
               tussen Libië, de EU en andere derde landen, en het versterken van de mensenrechtensituatie
               voor migranten, onder andere door bij te dragen aan de mensenrechtenstandaarden van
               de Libische autoriteiten die onderdeel zijn van dit project. In het kader van dit
               programma is door het Italiaanse BZK technische training verleend aan 142 leden van
               het «General Administration for Coastal Security (GACS)», onder andere met betrekking tot mensenrechten. Verder zijn middels EUTF financiering
               tussen 2017–2022 451 medewerkers in de veiligheidssector en betrokken NGO’s getraind
               op het gebied van mensenrechten, conflictpreventie en goed bestuur.
            
Dit jaar zijn vijf SAR-schepen met Europese financiering aan de Libische kustwacht
               geleverd en hebben de Libische autoriteiten volgens UNHCR dit jaar (tot 21 september
               2023) 10.900 individuen gered en onderschept. Volgens de Commissievoorzitter zijn
               de eerste effecten van deze ondersteuning zichtbaar. De dialoog die het kabinet met
               de Commissie voert heeft tot nu toe niet geleid tot helderheid over de risico's en
               de behaalde impact van het Support to Integrated Border and Migration Management in Libya. Het kabinet blijft aandringen op transparante en uitgebreidere informatievoorziening
               van de Commissie aan de Lidstaten over alle migratie-gerelateerde programmering.
            
Vraag 6
            
Wat zijn de resultaten van de trainingen die door de International Organization for
               Migration (IOM) aan overheidsfunctionarissen zijn gegeven op het gebied van mental
               health and psychological support (MHPSS)? Geven Libische overheidsfunctionarissen
               inmiddels MHPSS aan migranten?
            
Antwoord 6
            
IOM heeft middels het genoemde programma MHPSS-trainingssessies georganiseerd voor
               342 frontlijnwerkers van o.a. de Libische overheid. Het betrof 180 mannen en 162 vrouwen.
               Zij zijn o.a. werkzaam bij het Ministerie van Volksgezondheid, het Ministerie van
               Sociale Zaken, het Ministerie van Justitie, de Libische Kustwacht en de Directorate for Combatting Illegal Migration (DCIM), verantwoordelijk voor de officiële detentiecentra. Zij ontvingen training
               over de belangrijkste concepten en kaders van MHPSS en psychologische eerste hulp
               en ondersteunende communicatie. IOM geeft aan dat deze trainingen een belangrijke
               bijdrage hebben geleverd aan het beïnvloeden van de overtuigingen en werkwijze van
               de deelnemers. Tegelijkertijd vergt duurzame gedragsverandering een lange termijn-inzet.
               De komende jaren zet IOM deze activiteiten met Nederlandse steun daarom voort. Het
               kabinet heeft de evaluatierapporten van de trainingen opgevraagd om de impact beter
               te kunnen duiden.
            
Vraag 7
            
Wat zijn de resultaten van de 237 miljoen euro die door de EU is uitgegeven aan de
               bescherming van en assistentie aan migranten, vluchtelingen en ontheemden?
            
Antwoord 7
            
Middels het EU Trust Fund (EUTF) versterkt de EU de bescherming en weerstand van de
               ontheemde bevolking, humanitaire repatriëring en re-integratie van kwetsbare migranten
               en het ondersteunen van lokale socio-economische ontwikkelingen. Hiernaast wordt dit
               geld ingezet voor noodhulp aan gestrande migranten, duurzame oplossingen voor migranten
               en asielzoekers langs de Centraal-Mediterrane Route, het ontmantelen van criminele
               netwerken opererend in Noord-Afrika, het beschermen van het meest kwetsbare deel van
               de maatschappij tegen de COVID-19 pandemie en duurzame oplossingen voor niet-begeleide,
               gescheiden kinderen en familie hereniging in Libië.4
De dialoog die het kabinet met de Commissie voert heeft tot nu toe niet geleid tot
               helderheid over de impact die behaald is met besteding van deze middelen. Het kabinet
               blijft aandringen op transparante en uitgebreidere informatievoorziening van de Commissie
               aan de Lidstaten.
            
Vraag 8
            
Wat is precies het nut van onafhankelijke monitoring, waar ook door Nederland op is
               aangedrongen, wanneer de rapportages daarvan niet worden gedeeld? Deelt u de mening
               dat dit eigenlijk een gotspe is? Wat zegt het over de situatie in Libië dat deze rapporten
               omwille van de veiligheid van de actoren die de monitoring verrichten geheim moeten
               blijven? Welke conclusies verbindt u hieraan?
            
Antwoord 8
            
De Commissie laat, mede op aandringen van Nederland, sinds 2020 onafhankelijke monitoring
               verrichten door derde partijen om de waarborging van mensenrechten in Libië te beoordelen.
               Vanwege de veiligheid van de actoren die de monitoring uitvoeren deelt de Commissie
               geen schriftelijke rapportages. Dit is gebruikelijk in dergelijke situaties. Nederland blijft zich inzetten bij
               de Commissie om zo snel mogelijk inzicht te krijgen in de rapportages via een mondelinge
               toelichting en trekt daarin op met enkele andere EU-lidstaten.
            
Vraag 9
            
Wordt er inmiddels verder onderzoek gedaan om de verantwoordelijkheid van alle betrokkenen
               bij misdaden tegen de menselijkheid, waaronder door derde landen, vast te stellen?
               Zo nee, bent u bereid hierop aan te dringen?
            
Antwoord 9
            
Nederland maakt zich steevast in bilateraal en multilateraal verband hard voor het
               tegengaan van straffeloosheid in Libië onder andere als co-voorzitter van de mensenrechtenwerkgroep
               van het Berlijnproces, in de Mensenrechtenraad en in gesprekken met Libische autoriteiten.
               Daarnaast ondersteunt Nederland organisaties die zich hiervoor inzetten middels documentatie
               van schendingen.
            
In februari 2011 heeft de VN-Veiligheidsraad de situatie in Libië verwezen naar de
               Aanklager van het Internationaal Strafhof. Binnen de kaders van deze verwijzing verricht
               het Strafhof sinds maart 2011 onderzoek naar de vermeende internationale misdrijven
               die in de context van deze situatie zijn gepleegd. Eén van de onderzoekslijnen van
               de Aanklager van het Strafhof betreft misdrijven tegen migranten.
            
Daarnaast werken de nationale autoriteiten van meerdere EU-lidstaten – waaronder Nederland
               – samen in een Joint Team, dat gericht is op het ondersteunen van onderzoeken naar
               misdrijven tegen migranten en vluchtelingen. Op 7 september 2022 is ook het Parket
               van de Aanklager van het Internationaal Strafhof formeel lid geworden van dit Joint
               Team, dat tevens wordt ondersteund door Europol. Het onderzoek heeft betrekking op
               grensoverschrijdende misdrijven die worden gepleegd door individuen opererend in netwerken
               die vanuit of via Libië uitmonden in andere landen. Tot op heden heeft deze samenwerking
               geleid tot de arrestatie en uitlevering van twee individuen, waarna de nationale autoriteiten
               van respectievelijk Nederland en Italië de vervolging hebben opgepakt. Nederland zet
               de internationale samenwerking in het kader van het Joint Team voort.
            
De VN Veiligheidsraad heeft in 2011 tevens een sanctieregime op Libië van toepassing
               verklaard. Sindsdien monitort een Panel of Experts overtredingen van dit sanctieregime
               in Libië. Een van de aspecten die door dit Panel gemonitord wordt betreft de schending
               van internationale mensenrechtenstandaarden en internationaal humanitair recht. Als
               onderdeel hiervan rapporteert het Panel met regelmaat over grootschalige schendingen
               en verantwoordelijken, inclusief schendingen tegen migranten, meest recent in het
               rapport d.d. 15 september 2023.
            
Tot slot, het mandaat van de VN Fact Finding Mission voor Libië is in april 2023 afgelopen. Deze missie deed in brede zin onderzoek naar
               de mensenrechtensituatie, inclusief die van migranten, in Libië. De onderzoekskaders
               van deze missie waren daarom breder dan de hierboven genoemde mechanismen. Binnen
               de VN Mensenrechtenraad is het vanwege het internationaal krachtenveld op dit moment
               niet haalbaar om een nieuw breed onderzoeksmechanisme op te zetten. Wel biedt het
               kantoor van de Hoge Commissaris van Mensenrechten technische ondersteuning en capaciteitsopbouw
               aan Libië, o.a. ter verbetering van de mensenrechtensituatie, implementatie van internationale
               mensenrechtenverplichtingen en aanpak van straffeloosheid. Nederland blijft zich samen
               met gelijkgezinde landen inzetten om Libië op de agenda van de VN Mensenrechtenraad
               te houden.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
- 
              
                  Mede namens
 E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
