Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bikker over het artikel 'Commerciële buitenlandse route voor donorzaad voorziet meer dan helft van wensmoeders'
Vragen van het lid Bikker (ChristenUnie) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Commerciële buitenlandse route voor donorzaad voorziet meer dan helft van wensmoeders» (ingezonden 3 november 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 6 december
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 483.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Commerciële buitenlandse route voor donorzaad
voorziet meer dan helft van wensmoeders»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Vindt u de ontwikkeling dat inmiddels meer dan de helft van de wensmoeders donorzaad
uit het buitenland krijgt ook een zeer zorgwekkende ontwikkeling met het oog op het
belang van de donorkinderen?
Antwoord 2
Bij gebruik van zaadcellen afkomstig uit het buitenland, kan een donorkind te maken
krijgen met verwanten wereldwijd. Daarnaast is het op dit moment nog onduidelijk of
buitenlandse donoren goed vindbaar zijn voor donorkinderen. Ik vind het daarom belangrijk
dat wensouders een goed geïnformeerde keuze maken over het gebruik van buitenlandse
spermadonoren. Ik zie het als een taak van de overheid dat betrouwbare en toegankelijke
informatie beschikbaar is over de mogelijke consequenties van het gebruik van buitenlandse
spermadonoren. Goede informatievoorziening wordt onder meer gerealiseerd via het digitale
Landelijk Informatiepunt Donorconceptie (LIDC). Op de website donorconceptie.nl kunnen
mensen informatie vinden over de gevolgen die een keuze voor een buitenlandse spermadonor
heeft.
Daarnaast is in de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (Wdkb) vastgelegd dat
de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting (Sdkb) de verplichting heeft om
begeleiding te bieden bij het verstrekken van de persoonsidentificerende gegevens
van donoren aan donorkinderen. Deze taak heeft de Sdkb bij Fiom belegd. Als een donorkind
met behulp van zaadcellen van een buitenlandse donor in een Nederlandse kliniek verwekt
is, dan kan dit donorkind als het de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt een aanvraag
indienen bij de Sdkb voor de verstrekking van de persoonsidentificerende gegevens.
De eerste aanvragen worden vanaf 2025 verwacht. Fiom en de Sdkb bereiden zich voor
op begeleidingstrajecten waarbij gebruik is gemaakt van buitenlandse donoren en op
eventuele zoekacties.
Vraag 3
Welke mogelijkheden heeft u verkend, in het licht van de aangenomen motie Bikker,
in de vergunningverlening aan klinieken die anonieme donatie uit het buitenland niet
uitsluiten? Welke mogelijkheden gaan een vervolg krijgen?2
Antwoord 3
Naar aanleiding van de aangenomen motie Bikker3, ten aanzien van anonieme donatie in het buitenland en vergunningverlening van klinieken
die anonieme donatie in het buitenland niet uitsluiten, ben ik mij momenteel aan het
oriënteren op hoe andere landen in Europa kunstmatige bevruchting met donorzaad hebben
ingericht. Inmiddels is het mij duidelijk geworden dat het voor de meeste landen,
waar anonieme donatie niet is toegestaan, (nog) niet mogelijk is om te voorkomen dat
sperma dat in hun land gedoneerd is wordt gebruikt in landen waar anonieme donatie
wel mogelijk is. In een aantal landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk,
vinden soortgelijke discussies plaats als in Nederland en wordt gewerkt aan een modernisering
van de wetgeving rondom donorconceptie.
Ondanks dat binnen Europa medisch-ethische vraagstukken nationale aangelegenheden
zijn, is er op Europees niveau wel aandacht voor vraagstukken op het terrein van donorconceptie.
In het kader van het voorstel voor een Europese verordening lichaamsmateriaal zijn
er momenteel onderhandelingen gaande om de verordening vorm te geven. Er is onder
meer aandacht voor de distributie van gameten tussen landen. Daarnaast bezie ik hoe
we mogelijk in de Nederlandse wet- en regelgeving kunnen borgen dat zaadcellen van
Nederlandse donoren, die doneren in Nederland, niet gebruikt mogen worden voor fertiliteitsbehandelingen
in landen waar de fertiliteitsbehandelingen met anonieme gameten zijn toegestaan.
De komende tijd zal ik verder gaan met bovengenoemde oriëntatie en zal ik, zoals aangegeven
in mijn brief van 20 juni 20234, de Kamer in het eerste kwartaal van 2024 informeren over de stand van zaken ten
aanzien van de uitvoering van deze en de andere moties die zijn aangenomen naar aanleiding
van het plenaire debat in de Tweede Kamer op 12 april 2023 over het wetsvoorstel tot
wijziging van de Wdkb.
Vraag 4
Wilt u deze vragen beantwoorden voor de behandeling van de begroting van het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2024?
Antwoord 4
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.