Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Piri over nieuwsberichten over Soedan
Vragen van het lid Piri (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over nieuwsberichten over Soedan (ingezonden 6 oktober 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 4 december 2023).
Vraag 1
Kunt u een update geven van de actuele situatie van de strijd die gaande is in Soedan?
Kunt u hierbij ingaan op het conflict tussen het regeringsleger (SAF) en de Rapid
Support Forces (RSF), en op de situatie in andere regio’s, zoals Darfoer en de grensregio’s
met Zuid-Soedan?
Antwoord 1
De strijd tussen de Sudan Armed Forces (SAF) en de Rapid Support Forces (RSF) is nog
altijd gaande. De RSF heeft grote delen van Darfur en een belangrijk deel van de hoofdstad
Khartoum in handen. Daarbij dient te worden opgemerkt dat hier alleen sprake is van
militair overwicht. In delen van Darfur die de RSF controleert is sprake van onveiligheid
en grootschalig etnisch geweld. Er is geen effectief bestuur en de RSF verleent geen
diensten aan de bevolking.
SAF controleert de noordelijke en oostelijke regio’s van het land. De strijd om Khartoum
lijkt in een impasse te zijn beland. In grensregio’s met Zuid-Soedan zoals West- en
Zuid-Kordofan vinden ook gevechten plaats. De situatie in deze regio’s is fluïde,
en wordt sterk beïnvloed door de aanwezigheid van lokale milities en oppositiebewegingen.
Vraag 2
Is het voor de Verenigde Naties (VN) en de Europese Unie (EU) mogelijk om een betrouwbaar
beeld te krijgen van de situatie in Soedan?
Antwoord 2
Het is voor de VN en de EU mogelijk op hoofdlijnen een goed beeld te krijgen van de
ontwikkelingen in Soedan. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een uitgebreid netwerk
aan lokale en internationale contacten en analisten. Wel is het lastig om specifieke
incidenten te verifiëren, o.m. door de onveiligheid, gebrekkige toegang voor journalisten,
en het gebrek aan onafhankelijke internationale mensenrechtenwaarnemers.
Vraag 3
Wat doet de internationale gemeenschap op dit moment concreet om bij te dragen aan
een einde van het geweld in Soedan? Welke rol hebben Nederland en de EU hierin?
Antwoord 3
Er zijn op dit moment verschillende bemiddelingspogingen die gericht zijn op een staakt-het-vuren,
humanitaire toegang, en een politieke oplossing van het conflict. Geen van deze bemiddelingspogingen
heeft tot nu toe resultaat opgeleverd.
De EU steunt in de eerste plaats de AU in haar rol als bemiddelaar, en roept op tot
meer coördinatie in de verschillende bemiddelingspogingen. Nederland en de EU zetten
zich in voor meer betrokkenheid van burgerbewegingen bij deze bemiddelingspogingen.
Zo geeft Nederland financiële steun aan een organisatie met expertise op het gebied
van conflictbemiddeling en vredesopbouw, die al langer betrokken is bij het bijeen
brengen van diverse civiele actoren. Ook de Speciaal Vertegenwoordiger voor de Hoorn
van Afrika van de EU, Annette Weber, speelt hierbij een belangrijke rol.
Daarnaast heeft de EU recent een sanctieregime aangenomen tegen mensen en entiteiten
die vrede, stabiliteit en veiligheid in Soedan ondermijnen, een politieke transitie
in de weg zitten, mensenrechten schenden en humanitaire toegang tegenhouden.
Vraag 4
Kunt u aangeven wat de internationale gemeenschap doet om mensen te helpen die voor
het geweld op de vlucht slaan en mensen die door het geweld te maken hebben met voedseltekorten,
schaarste aan schoon drinkwater en bijvoorbeeld medicijntekorten? Kunt u hierbij ook
specifiek aangeven wat de Nederlandse bijdrage is aan deze hulp?
Antwoord 4
Vanuit de internationale gemeenschap wordt humanitaire hulp gegeven aan Soedan en
aan de omliggende landen waar vluchtelingen worden opgevangen. Voor Soedan is een
aangepast Humanitair Response Plan opgesteld en er is tevens een response plan opgesteld voor de opvang van vluchtelingen
in de buurlanden.
De Nederlandse humanitaire inzet bestaat grotendeels uit ongeoormerkte (flexibel inzetbare)
bijdragen aan de VN en het Rode Kruis. Hierbij is het VN Central Emergency Response Fund (CERF) instrumenteel. Nederland is op dit moment over 2023 de tweede donor van het
CERF (USD 71,8 miljoen van totaal USD 532 miljoen, 13,5%). Sinds het uitbreken van
de crisis heeft CERF in totaal USD 60 miljoen vrijgemaakt voor humanitaire hulp in
Soedan.1 Daarnaast zijn er allocaties gedaan aan buurlanden. Tsjaad heeft dit jaar USD 23 miljoen
ontvangen uit het CERF en Zuid-Soedan USD 34 miljoen.
Daarnaast draagt Nederland EUR 12 miljoen bij aan het humanitaire fonds van Sudan
(SHF). Hiermee worden onder meer lokale hulpinitiatieven gefinancierd die actief zijn
in de meest lastig bereikbare gebieden.2 De Dutch Relief Alliance (DRA) heeft haar bestaande activiteiten (EUR 4.4 miljoen
in 2023) aangepast aan de crisis en een additionele EUR 3 miljoen gealloceerd. Nederland
financiert ook het Nederlandse Rode Kruis, dat vooral samenwerkt met de Sudanese Red Crescent, met een bijdrage van ruim EUR 1 miljoen.
Bij de humanitaire hulp in Soedan spelen uiteraard wel uitdagingen. Financiering houdt
geen gelijke tred met de noden, het aangepaste Humanitaire Response Plan is slechts
voor 31% gefinancierd, terwijl voedsel- en brandstofprijzen enorm zijn gestegen. Ook
is toegang tot sommige delen van Soedan ernstig beperkt vanwege onveiligheid. De autoriteiten
bemoeilijken de afgifte van visa voor humanitaire hulpverleners en maken het leveren
van hulp een stroperige bureaucratische exercitie. Ook zijn er ernstige verstoringen
van het banksysteem en de gezondheidszorg.
Vraag 5
Bent u bekend met berichten over het grootschalig schenden van mensenrechten in Soedan,
zoals deze naar voren komen uit berichten in de (internationale) media?3, 4 Zo ja, op welke wijze probeert de Nederlandse regering, via de VN en de EU, eraan
bij te dragen dat dergelijke misdaden stoppen en er – hoe ingewikkeld ook – onderzoek
wordt gedaan naar dergelijk misdrijven?
Antwoord 5
Ja, daar ben ik mee bekend. Het is van groot belang dat bewijzen van mensenrechtenschendingen
in Soedan verzameld, geconsolideerd, bewaard en geanalyseerd worden. Nederland heeft
dan ook in de VN-Mensenrechtenraad een resolutie gesteund over de instelling van een
onafhankelijke internationale Fact Finding Mission (FFM). De resolutie is op 11 oktober jl. aangenomen. De FFM heeft het mandaat om
mensenrechtenschendingen en schendingen van het internationaal humanitair recht te
onderzoeken en te documenteren. Nederland zal het werk van de FFM nauwgezet blijven
volgen.
Daarnaast steunt Nederland organisaties die onder meer werken aan kennisvergroting
rondom documentatie en bewijsvergaring van mensenrechtenschendingen.
Ook heeft de EU op 9 oktober jl. een sanctieregime aangenomen voor Soedan. Betrokkenheid
bij ernstige mensenrechtenschendingen vormt één van de criteria op grond waarvan sancties
ingesteld kunnen worden.
Vraag 6
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de EU-sancties tegen de leiders van de
strijdende partijen in Soedan?
Antwoord 6
De EU heeft op 9 oktober jl. een sanctieregime aangenomen voor Soedan. Individuen
en entiteiten die zich schuldig maken aan het ondermijnen van vrede, stabiliteit,
en veiligheid; die een politiek transitieproces ondermijnen; mensenrechten schenden;
of de leverantie van humanitaire hulp frustreren, kunnen onder dit regime gesanctioneerd
worden. Nederland maakt zich er met gelijkgezinden hard voor dat actief werk gemaakt
wordt van sanctionering van individuen die verantwoordelijk zijn voor schendingen
die vallen onder dit sanctieregime.
Vraag 7
Deelt u de mening dat er te weinig aandacht is voor de verschrikkelijke situatie in
Soedan? Op welke wijze probeert u in internationaal verband meer aandacht te krijgen
voor deze situatie?
Antwoord 7
Ja, daar ben ik het mee eens. Ik heb de situatie in Soedan dan ook aan de orde gesteld
in mijn gesprek met Commissaris Bankole van de Afrikaanse Unie. De Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft afgelopen juni in Addis Ababa de boodschap
afgegeven dat Nederland en de EU klaar staan om de AU te steunen bij het bemiddelingsproces
en dat het van belang is om civiele actoren hierbij te betrekken. Daarnaast is er
tijdens de High Level week van de AVVN in bilaterale gesprekken over Soedan gesproken,
onder andere met Executive Secretary bij IGAD, de heer Workneh Gebeyeh.
Vraag 8
Bent u bekend met het artikel «Westerse landen betaalden via een louche beveiligingsbedrijf
mee aan de oorlog in Soedan» van de Groene Amsterdammer?5
Antwoord 8
Ja.
Vraag 9
Is er een aanbestedingsprocedure die voorschrijft dat het Ministerie van Buitenlandse
Zaken onderzoek doet naar de achtergrond van beveiligingsbedrijven en hun eigenaren
voordat contracten worden getekend?
Antwoord 9
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken koopt in volgens de aanbestedingsprocedures
zoals neergelegd in de aanbestedingswet- en regelgeving, de Gids proportionaliteit
en het eigen inkoop- en aanbestedingsbeleid. Er bestaan voor beveiligingsopdrachten
geen aparte aanbestedingsprocedures. Wel biedt de Aanbestedingswet de mogelijkheid
opdrachten die om veiligheidsredenen niet of niet breed kunnen worden aanbesteed geheim
te verklaren.
Vraag 10
Was de Nederlandse ambassade vóór het sluiten van het contract met Shield Protective
Solutions op de hoogte van de connectie van het bedrijf met de RSF?
Antwoord 10
De informatie over connecties tussen Shield en RSF, zoals verwoord in de persartikelen
waarnaar in de vraag wordt verwezen, was niet bekend bij de Nederlandse ambassade
voor het sluiten van het contract met Shield.
Vraag 11
Zo nee, wanneer werd de Nederlandse ambassade voor het eerst ingelicht over de connecties?
Antwoord 11
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken vernam van de connecties van Shield met RSF,
zoals beschreven in de persartikelen, met het verschijnen daarvan.
Vraag 12
Heeft de Nederlandse ambassade overwogen om net zoals de Europese Commissie, de Britten
en de Amerikanen niet in zee te gaan met Shield Protective Solutions?
Antwoord 12
In Soedan is tot oktober vorig jaar gebruikt gemaakt van een beveiligingsmodel waarbij
de ambassade een veertigtal beveiligers direct in dienst had voor beveiliging van
de ambassade, residentie en dienstwoningen. Dit model bleek niet alleen bewerkelijk
in aansturing en administratie, maar was ook kwalitatief onvoldoende, gelet op de
verslechterende veiligheidssituatie na de staatsgreep van oktober 2021. Dit model
vormde een risico voor de veiligheid van de ambassade en zijn medewerkers. In het
kader van professionalisering is vervolgens gezocht naar het bedrijf dat de beveiliging
het beste kon verlenen. Hiervoor zijn ook andere landen geraadpleegd om hun ervaringen
met beveiligingsbedrijven in Soedan te delen. Het bedrijf Shield, dat reeds de beveiliging
verzorgde van meerdere ambassades van geringere omvang dan VS, VK en de EU, kwam als
meest geschikte naar voren.
Vraag 13
Heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken doorgaans contact met bondgenoten over
de beveiliging van ambassades? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid te onderzoeken of
Nederland met haar bondgenoten kan samenwerken om de beveiliging van ambassades zo
adequaat en zorgvuldig mogelijk te organiseren?
Antwoord 13
Ja, Nederland heeft regelmatig contact met (EU)bondgenoten en trekt, indien mogelijk,
samen op als het gaat om veiligheid en beveiliging van ambassades.
Vraag 14
Deelt u de constatering van onderzoeker Suliman Baldo dat Westerse regeringen druk
hadden «moeten uitoefenen om de echte privésector toe te laten en contracten af te
sluiten die onderhevig zijn aan hun eigen voorwaarden»?
Antwoord 14
Circa 80% van de economie van Soedan is in handen van de staat en aan de staat gelieerde
organisaties. De ruimte voor de privé sector in Soedan is beperkt. Ten aanzien van
beveiligingsdiensten werd Shield, mede op basis van ervaringen van gelijkgezinde ambassades,
geselecteerd als het beste bedrijf.
Vraag 15
Deelt u de mening van Baldo dat er alternatieve mogelijkheden waren, zoals individuele
contracten met beveiligers?
Antwoord 15
Zie vraag 12. Nederland heeft jarenlang individuele contracten met beveiligers gehad
en dat is niet goed bevallen.
Vraag 16
Waarom is er voor gekozen om de individuele contracten met beveiligers in te ruilen
voor een contract met Shield Protective Solutions?
Antwoord 16
Zie beantwoording vraag 12.
Vraag 17
Betaalt het Ministerie van Buitenlandse Zaken nog steeds voor de diensten van Shield
Protective Services?
Antwoord 17
Inmiddels is het jaarcontract met Shield verlopen en vinden er geen betalingen meer
plaats voor diensten van Shield Protective Services.
Vraag 18
Bent u bekend met de aflevering «De val van Khartoem» van VPRO Frontlinie?6
Antwoord 18
Ja, dat ben ik.
Vraag 19
Kunt u aangeven of er, vijf maanden na de toezegging van haar voorganger, vooruitgang
is geboekt in de evaluatie van de Europese en nationale coördinatie inzake de evacuatie
uit Soedan, waaronder het achterlaten van de paspoorten op de ambassades? Zo ja, kunt
u aangeven welke lessen er zijn getrokken? Zo nee, kunt u aangeven op welke termijn
de analyse zal worden afgerond?
Antwoord 19
Het externe bureau Crisisplan voert momenteel op verzoek van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken, Defensie en NCTV een evaluatie uit. Een rapport daarover wordt begin volgend
jaar verwacht. De Kamer zal hierover worden geïnformeerd.
Vraag 20
Kunt u uitleggen waarom bij een visumaanvraag het achterlaten van een paspoort op
de ambassade of een consulaat noodzakelijk is? Is dit ook de normale gang van zaken
bij diplomatieke posten van andere landen? Zijn er landen die een andere procedure
hanteren waarbij visumaanvragers hun paspoorten bij zich mogen houden? Zo ja, bent
u bereid om onderzoek te doen naar de mogelijkheden om het Nederlandse beleid daarmee
in lijn te brengen?
Antwoord 20
Bij een visumaanvraag is het innemen van de paspoorten door de ambassade of externe
dienstverlener de standaardprocedure. De paspoorten maken onderdeel uit van de beoordeling
van de visumaanvraag en moeten dus ingezien kunnen worden, bijvoorbeeld om de reisgeschiedenis
te kunnen verifiëren. De procedure is bedoeld om het aanvraag proces klantvriendelijker
te maken. Door de paspoorten na aanvraag te houden kan na een goedkeuring de visumsticker
direct in het paspoort geplakt worden, waarna het paspoort naar de aanvrager opgestuurd
wordt. De aanvrager hoeft daardoor niet nogmaals fysiek het paspoort met visum op
te komen halen. Indien de aanvrager het paspoort wil houden tijdens de visumaanvraag
dan kan dit, indien de klant een gegronde reden opgeeft (dit gebeurt bij bijvoorbeeld
zakenreizigers en cabinepersoneel). Dan moet de klant echter een tweede keer naar
de ambassade komen voor het plaatsen van de visumsticker. In de regel hebben diplomatieke
posten van andere landen dit proces ook op die manier georganiseerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.