Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Graaf over kapotte liften en roltrappen op stations
Vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Liften kapot, roltrappen stuk: station Breda blijft ook voor Arwen (18) hardnekkige problemen houden» (ingezonden 3 november 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 23 november
2023).
Vraag 1
Hoe luidt uw reactie op het nieuwsbericht «Liften kapot, roltrappen stuk: station
Breda blijft ook voor Arwen (18) hardnekkige problemen houden»1?
Antwoord 1
Ik ben van de situatie op de hoogte en ik betreur uiteraard dat deze reiziger al langer
te maken heeft met deze vervelende situatie. Deze reiziger, net als ieder ander die
in een dergelijke situatie belandt, mag ervan uitgaan dat liften en roltrappen goed
functioneren en dat storingen zoveel als mogelijk beperkt worden in tijd en omvang.
Het is belangrijk dat er lering wordt getrokken uit deze situatie.
Vraag 2
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot (het versnellen van)
het herstel van kapotte liften? Kunt u aangeven waarom dit probleem hardnekkig blijft
voortduren ondanks de veelvuldige aandacht van de Kamer?
Antwoord 2
ProRail is verantwoordelijk voor het beheer en hiermee ook voor de reparatie van liften
op stations. In mijn antwoorden van 18 september 2023 op Kamervragen over een gestrande
reiziger met een beperking heb ik uw Kamer geïnformeerd dat van het totaal aantal
liften van circa 430 er de laatste maanden gemiddeld 13 liften per maand langer dan
een week in storing waren. Dit aantal is dit kwartaal inmiddels gedaald naar een gemiddelde
van 10 liften die langer buiten werking waren dan een week. Dit betekent een verdere
daling ten opzichte van het aantal liften die langer buiten werking waren in de zomer
van 2022, toen het gemiddelde op 15–20 liften lag.
Bij ProRail is er bijzondere aandacht voor langdurige storingen en herhaalstoringen
aan liften. Er zijn momenteel drie partijen die het onderhoud aan de liften plegen,
waarbij één partij voldeed en blijft voldoen aan de beschikbaarheidsnormen die ProRail
heeft ingesteld. Met de andere twee partijen is een intensief verbetertraject opgestart
om de beschikbaarheidsnormen spoedig omhoog te krijgen. De tussentijdse resultaten
van dit verbetertraject zijn over het algemeen positief en zullen bijdragen aan het
verminderen van liftstoringen. Dit verbetertraject komt bovenop de maatregelen die
ik u eerder heb toegestuurd in het antwoord van 18 september 2023 op Kamervragen.
Vanzelfsprekend blijft mijn ministerie hier ook met ProRail over in gesprek, het is
belangrijk dat deze problemen zo snel mogelijk afnemen.
Vraag 3
Zijn er prestatieafspraken gemaakt met ProRail rondom de liften? Zo ja, worden deze
afspraken behaald? Zo nee, wat zijn dan de consequenties? Zo nee, bent u bereid een
dergelijke prestatieafspraak alsnog met ProRail te maken?
Antwoord 3
In de beheerconcessie van de hoofdspoorweginfrastructuur die in 2015 voor een periode
van tien jaar is verleend aan ProRail zijn afspraken gemaakt in het kader van het
programma toegankelijkheid. Een belangrijk onderdeel hiervan is het prestatiegebied
reisgemak, waaronder het borgen van de toegankelijkheid van transfervoorzieningen
van stations zoals liften en perrons voor personen met een auditieve, visuele of motorische
beperking valt. Ik heb regulier contact met ProRail om de stand van zaken met betrekking
tot dit prestatiegebied te bespreken. ProRail heeft mij verder medegedeeld dat zij
prestatiecontracten heeft met de onderhoudspartijen. Deze bevatten onder andere Kritieke
Prestatie-Indicatoren (KPI’s) zoals beschikbaarheid en urgentietijden van de liften.
Indien de normen niet worden gehaald kan afhankelijk van het contract een malus of
boete aan de onderhoudspartij worden opgelegd. De focus ligt echter op een constructieve
samenwerking met de onderhoudspartijen. ProRail denkt op die wijze betere resultaten
te bereiken.
Vraag 4
Kunt u de Kamer periodiek rapporteren over het aantal liften dat langdurig en/of frequent
buiten gebruik is, bijvoorbeeld telkens tijdig voorafgaand aan de halfjaarlijkse commissiedebatten
Spoor?
Antwoord 4
Ik ga met ProRail in overleg hoe we de informatievoorziening over liftstoringen kunnen
organiseren zodat deze voorziet in de behoefte van de verschillende belanghebbenden.
Overigens heb ik uw Kamer bij brief van 19 december 20222 over de stand van zaken betreffende de toegankelijkheid van het openbaar vervoer
ook hierover geïnformeerd. Tevens blijf ik met ProRail in gesprek of gegevensverstrekking
ook mogelijk is op andere categorieën met betrekking tot storingen.
Vraag 5
Wat is de stand van zaken van de door ProRail aangegeven verbetervoorstellen? Hoe
staat het met de inspanningen om liften te repareren met gebruik van onderdelen uit
oude liften? Hoe staat het met de aan te leggen voorraad reserveonderdelen? Kunt u
aangeven of deze maatregelen reeds effect sorteren? Kunt u aangeven of dit geleid
heeft tot een daling van het aantal langdurig kapotte liften en/of frequent kapotte
liften?
Antwoord 5
In de antwoorden d.d. 18 september 2023 op Kamervragen heb ik uw Kamer geïnformeerd
over een aantal verbetervoorstellen waaraan ProRail werkt om het aantal liftstoringen
te verminderen. In mijn contact met ProRail merk ik dat ProRail dit hoog opneemt en
hiermee aan de slag is gegaan. Zo zijn de levertijden van enkele onderdelen recentelijk
verbeterd, maar blijken deze levertijden voor andere onderdelen lastiger terug te
brengen naar het oude niveau. Wat betreft de maatregel om voorraden van cruciale onderdelen
aan te leggen, kan ik uw Kamer mededelen dan de onderhoudspartijen waarmee ProRail
samenwerkt strategische voorraden van onderdelen hebben aangelegd. Echter, voor sommige
oudere installaties die te maken hebben met een diversiteit aan onderdelen blijft
het lastig om een dergelijke voorraad aan te leggen.
Ik merk hierbij op dat een groot deel van de langdurige storingen optreedt door oorzaken
van buitenaf. Zoals ik u informeerde in mijn Kamerbrief van 19 december neemt ProRail
reeds maatregelen om storingen door wateroverlast en vandalisme te verminderen. Op
dit moment vindt de uitrol van camera’s, gericht op liften, plaats op een vijftiental
stations en is er een project opgezet om specifieke maatregelen te nemen tegen wateroverlast
op stations met de liften die de meeste hinder ondervinden. Zoals in mijn antwoord
op uw vraag 2 meegedeeld is zichtbaar dat deze maatregelen hebben geleid tot een daling
van het aantal langdurige liftstoringen. Een soortgelijke daling is tevens te zien
voor storingen bij roltrappen.
Vraag 6
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is van het monitoringssysteem in alle liften,
waarmee een liftstoring vrijwel direct wordt gedetecteerd? Is de verwachte inwerkingtreding
van dit monitoringssysteem per eind 2022 gehaald? Kan deze informatie over liftstoringen
beschikbaar worden gemaakt in de reisplanner, zodat reizigers al bij het plannen van
hun reis worden geïnformeerd over een eventuele defecte lift? Kunt u aangeven wanneer
dit gerealiseerd kan worden?
Antwoord 6
ProRail geeft aan dat zij hard aan het werk is om het proces rondom het monitoringssysteem
van liften te bespoedigen. Zo zijn er recent technische onderdelen aangebracht aan
het systeem en wordt er op dit moment gewerkt aan het verhogen van de betrouwbaarheid
en volledigheid van de informatie uit het monitoringssysteem. De vrijgave van de data
aan DOVA, het samenwerkingsverband van alle decentrale ov-autoriteiten, wordt eind
2023 verwacht. Hierna start er een nieuwe fase waarin ProRail en vervoerders in samenwerking
met belangenorganisaties die mensen met een beperking vertegenwoordigen en ervaringsdeskundigen
onderzoeken hoe deze data kan worden omgezet in betekenisvolle (reis)informatie. Op
basis van de huidige inzichten wordt verwacht dat het mogelijk is om reizigers eind
2024 dynamisch inzicht te bieden in de status van de werking van een lift.
Vraag 7
Hoe staat het met het programma toegankelijkheid van ProRail, waarin is opgenomen
dat alle perrons initieel op hoogte gebracht moeten worden zodat een zelfstandige
instap in de trein voor zoveel mogelijk mensen mogelijk is? Hoeveel perrons in Nederland
zijn inmiddels op hoogte gebracht? En hoeveel perrons in Nederland zijn op dit moment
verzakt? Hoe vaak wordt er gemeten of perrons nog op hoogte liggen?
Antwoord 7
In mijn antwoorden van 18 september 2023 op Kamervragen heb ik uw Kamer geïnformeerd
over de stand van zaken met betrekking tot het programma toegankelijkheid bij ProRail.
Ik vul daarbij aan dat binnen het programma toegankelijkheid alle perrons worden nagelopen
op mogelijke verzakkingen. Op dit moment dienen op 42 van de 404 stations één of meerdere
perrons nog op hoogte gebracht te worden. De perrons op deze stations dienen vóór
2030 op hoogte te zijn gebracht door de beheertak van ProRail.
Verder is dit proces op alle andere stations inmiddels voltooid. Uiteraard is de zelfstandige
instap voor mensen met een beperking niet alleen afhankelijk van de hoogte en afstand
van het perron, maar ook van het type materieel waarmee de vervoerder rijdt.
ProRail geeft aan dat zij elk station in principe driejaarlijks meten op toegankelijkheidskenmerken,
waarbij de frequentie van meten hoger wordt naarmate de kans op verzakken bij een
station groter is. ProRail meet de toegankelijkheid op verschillende plekken op een
perron. Perrons zijn namelijk gemiddeld 300 meter lang. Als één punt buiten norm is,
kan het nog steeds zo zijn dat de rest van het perron op hoogte is. Een antwoord in
perrons zou dus een vertekend beeld geven. ProRail meet de toegankelijkheid op hoogte
en afstand tot het materieel op 440.279 plekken waarvan er op dit moment ongeveer
19% (84.322) buiten de norm van een afwijking van enkele centimeters zijn.
Vraag 8
Kunt u aangeven welke planning er gemaakt is voor het opnieuw op hoogte brengen van
het aantal verzakte perrons in Nederland? Heeft u afspraken met ProRail gemaakt op
welke termijn een verzakt perron weer op hoogte gebracht moet zijn, zodat er geen
achterstand meer ontstaat in het op hoogte brengen van perrons? Zo nee, bent u dan
bereid om hier afspraken over te maken?
Antwoord 8
Ik kan uw Kamer verzekeren dat ProRail het belangrijk vindt dat de perrons op hoogte
worden gebracht en dat zij hier ook naar handelt. Ook bespreekt mijn ministerie dit
regelmatig in de stuurgroep van het programma toegankelijkheid samen met ProRail.
Perronherstel is sinds 2021 een reguliere onderhoudstaak bij ProRail en tevens ook
onderdeel van de eerdergenoemde beheerconcessie binnen het programma toegankelijkheid.
Er zijn drie mogelijke oorzaken die een zelfstandige instap niet mogelijk maken, naast
het materieel van de vervoerder dat nog niet passend is. Er kan een verzakking in
het perron optreden, een verzakking in het spoor, óf een combinatie van beiden. Voor
perronherstel zijn vaak treinvrije periodes (TVP’s) nodig om veilig te kunnen werken
aan het perron of spoor. Deze zijn niet altijd zomaar beschikbaar. Deze TVP’s worden
altijd in afstemming ingepland met de desbetreffende vervoerder(s). Op het gebied
van spoorherstel vindt nu een inhaalslag plaats. De opgelopen achterstand is daarmee
naar verwachting in 2026 weggewerkt. In principe wordt het spoor of perron zo snel
mogelijk hersteld na analyse van de meting. Voor perronherstel wordt dat (mede) bepaald
door de beschikbaarheid van TVP’s. Voor spoorherstel is het streven om dat binnen
zes maanden na analyse uitgevoerd te hebben.
Vraag 9
Herinnert u zich de zinsnede dat «de uitwerking van deze afspraken voor de reiziger
al op kortere termijn merkbaar zal zijn»?3 Is het in dat kader mogelijk om, zeker nu door meer partijen samengewerkt wordt aan
de toegankelijkheid van het openbaar vervoer, hierover met regelmaat, ook gezamenlijk,
op hoofdlijnen te informeren vanuit het perspectief van de reiziger? Kunt u aangeven
welke merkbare verbeteringen inmiddels zijn behaald?
Antwoord 9
Uw Kamer zal in de toekomst, zoals in de afgelopen periode, periodiek schriftelijk
worden geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot toegankelijkheid van
het openbaar vervoer. Hierin zullen wij uw Kamer blijven informeren over de laatste
ontwikkelingen en de merkbare verbeteringen voor een toegankelijker openbaar vervoer.
Recente ontwikkelingen zijn onder andere te vinden op het gebied van het onderzoek
op grond van artikel 2 van de Financiële-verhoudingswet (FvW). Dit onderzoek zal spoedig
met uw Kamer gedeeld worden. Hierin is onderzocht wat de financiële implicaties zijn
van het uitvoeren van enkele artikelen uit het Bestuursakkoord. Met de onderzoeksresultaten
kunnen wij verdere stappen zetten in het realiseren van een toegankelijker openbaar
vervoer voor iedereen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.