Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Agema over het bericht dat zorg in de stervensfase nog altijd niet goed geregeld is
Vragen van het lid Agema (PVV) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht dat zorg in de stervensfase nog altijd niet goed geregeld is (ingezonden 7 september 2023).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 23 november 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat een weduwnaar een jaar na het overlijden van zijn
vrouw nog rekeningen kreeg van de zorgverzekeraar omdat ze na opname in een verpleeghuis
thuis wilde sterven?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven wat sinds de invoering van de zorgverzekeringswet in 2006 ondernomen
is om de palliatief terminale zorg wettelijk en qua vergoeding gelijk te trekken in
de Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet langdurige zorg (Wlz), Persoonsgebonden budget (Pgb)
en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)?
Antwoord 2
In mijn brief van 6 juli 2022 aan de Tweede Kamer heb ik het startsein gegeven voor
het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II (NPPZ II). Het programma heeft als doel
om de maatschappelijke bewustwording over palliatieve zorg te vergroten en proactieve
zorg en ondersteuning voor iedereen beschikbaar te maken. Het inrichten en realiseren
van passende financiering van palliatieve zorg is een belangrijke activiteit van NPPZ
II. Daarnaast heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) begin 2022 een visiedocument
gepubliceerd over de bekostiging van palliatieve zorg. De NZa onderzoekt in dat kader
of er een prikkel in de bekostiging ingebouwd kan worden, zodat zorgverleners tijdig
gesprekken aangaan met patiënten over proactieve zorgplanning. Verder wil de NZa via
bekostiging partijen aansporen om regionaal transmuraal (dat is tussen de eerste en
tweede lijn) te gaan samenwerken rondom de patiënt. In aansluiting hierop ben ik samen
met de NZa en in samenspraak met partijen in de palliatieve zorg gestart met de opzet
en de uitvoering van kleinschalige experimenten voor alternatieve bekostiging van
de palliatieve zorg.
Vraag 3
Waarom is er zoveel jaar na de invoering van de Zorgverzekeringswet voor stervenden
en hun nabestaanden nog altijd zoveel gedoe om stervenszorg te regelen en vergoed
te krijgen?
Antwoord 3
Het regelen en vergoeden van stervenszorg gaat in heel veel gevallen goed. Bij de
mijnheer uit het artikel gingen er helaas zaken mis. Gelukkig is hij er uiteindelijk
in goed overleg met de zorgverzekeraar uitgekomen. Er kunnen diverse partijen betrokken
zijn in de terminale fase van een stervende. Dat kan het lastig maken om tijdig stervenszorg
te regelen. Als er tijdig over de wensen en mogelijkheden gesproken wordt met de (terminale)
palliatieve cliënt (proactieve zorgplanning), dan wordt men minder overvallen door
de zorg die nodig is en is er meer gelegenheid om intensieve zorg te regelen. Zoals
hierboven aangegeven, wordt hieraan gewerkt binnen het NPPZ II. Daarnaast is er sprake
van een arbeidsmarkttekort waardoor intensievere zorg moeilijker te organiseren is.
Iedere zorgverzekeraar heeft echter een afdeling zorgbemiddeling die altijd in overleg
met een patiënt of familielid op zoek kan gaan naar een beschikbare zorgverlener.
Over de vergoeding van stervenszorg worden goede (contractuele) afspraken gemaakt
tussen zorgverzekeraars en aanbieders, die in onderlinge afstemming kunnen worden
aangepast als dat nodig blijkt. Daarnaast maakt ook financiering van de palliatieve
zorg door zorgverzekeraars onderdeel uit van het hierboven genoemde NPPZ II.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.