Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Krul over het artikel 'Russische familie? Dan wordt een baan bij defensie heel lastig'
Vragen van het lid Krul (CDA) aan de Minister van Defensie over het bericht «Russische familie? Dan wordt een baan bij defensie heel lastig» (ingezonden 29 september 2023).
Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) (ontvangen 14 november 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Russische familie? Dan wordt een baan bij defensie
heel lastig»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich uw beantwoording van schriftelijke vragen van de leden Boswijk en
Krul over veiligheidsonderzoeken waarin u stelt dat Defensie geen beleid voert waarbij
medewerkers met Russische banden (afkomst, familie, studie etc.) niet welkom zijn
binnen de krijgsmacht?2 Hoe rijmt u dat met de drie gevallen die in het NRC-artikel worden genoemd waarbij
het hebben van Russische (schoon)familie kennelijk een belangrijke, doorslaggevende
reden was voor het besluit om de verklaring van geen bezwaar te weigeren of in te
trekken?
Antwoord 2
Ja. Zie vraag 3
Vraag 3
Hoe rijmt u de ervaringen van de personen die, blijkens het NRC-artikel, gedupeerd
worden door een veranderde geopolitieke situatie, waar zij zelf geen invloed op hebben,
met de schriftelijke beantwoording van Kamervragen waarin u uiteenzet dat feitelijke
gedragingen van (aspirant-)defensiemedewerkers bepalend zijn bij de besluitvorming over het toekennen of weigeren
van een verklaring van geen bezwaar?
Antwoord 3
Op grond van de Wet op de veiligheidsonderzoeken (Wvo) kunnen functies waarin een
persoon de nationale veiligheid kan schaden, aangewezen worden als vertrouwensfuncties.
Het veiligheidsonderzoek helpt de nationale veiligheid te beschermen. Defensie voert
geen specifiek beleid ten aanzien van vertrouwensfunctionarissen met Russische banden.
Over een individuele weigering of intrekking van een Verklaring van Geen Bezwaar (VGB)
kan ik geen uitspraken doen.
Een veranderende geopolitieke situatie kan een rol spelen bij de uitvoering van de
veiligheidsonderzoeken. Voorop staat dat ieder veiligheidsonderzoek maatwerk is.
Vraag 4
Zijn er sinds 2021 meer defensiemedewerkers die hun verklaring van geen bezwaar zijn
kwijtgeraakt omdat zij banden hebben met Rusland? Zo ja, hoeveel?
Antwoord 4
In het jaarverslag van beide diensten wordt gerapporteerd over het aantal uitgevoerde
veiligheidsonderzoeken en het aantal weigeringen en intrekkingen van een VGB. Over
individuele casuïstiek kan ik geen uitspraken doen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat externe factoren, zoals een veranderende geopolitieke situatie
en ontwikkelingen in de betrekkingen van Nederland met andere landen, niet kunnen
worden gerekend tot persoonlijke omstandigheden als er niet ook sprake is van feitelijke
gedragingen van de individuele (aspirant-)defensiemedewerker? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zie antwoord op vraag 2 en 3. Van belang is daarbij dat vanuit het veiligheidsonderzoek
moet blijken of er voldoende waarborgen aanwezig zijn dat betrokkene onder alle omstandigheden
de vertrouwensfunctie getrouwelijk zal vervullen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het al dan niet meewegen van externe factoren in een veiligheidsonderzoek
consequent moet gebeuren om het risico op willekeur uit te sluiten? Als in drie gevallen
de externe omstandigheid van een agressief Rusland bepalend is voor de besluitvorming
over de verklaring van geen bezwaar, zou dat dan ook in alle andere gevallen moeten
worden toegepast en vice versa?
Antwoord 6
Over individuele casuïstiek kan ik geen uitspraken doen. Artikel 7, tweede lid, van
de Wet veiligheidsonderzoeken bepaalt welke gegevens worden beoordeeld in het kader
van een veiligheidsonderzoek.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de Nederlandse krijgsmacht, die staat voor respect, integriteit
en veiligheid, mensen die niets te verwijten valt nooit mag uitsluiten omwille van
enkel de afkomst van hun partner?
Antwoord 7
Nee. De partner en eventueel daarmee samenhangende kwetsbaarheden worden standaard
meegenomen in het veiligheidsonderzoek. In algemene zin kan gesteld worden dat wanneer
een veiligheidsonderzoek onvoldoende waarborgen oplevert dat een (kandidaat-)vertrouwensfunctionaris
onder alle omstandigheden de uit de vertrouwensfunctie voortvloeiende plichten getrouwelijk
zal volbrengen, het belang van de nationale veiligheid prevaleert boven het persoonlijk
belang van betrokkene.
Vraag 8
Klopt het dat de AIVD en MIVD geen belastende feiten hebben gevonden in de veiligheidsonderzoeken
naar de drie genoemde Rusland-experts, maar slechts «mogelijke risico’s» zien?
Antwoord 8
Over individuele casuïstiek kan ik geen uitspraken doen.
Vraag 9
Hoe beoordeelt u de mening van inlichtingenexpert De Graaff dat Defensie door de drie
personen met een Russische connectie niet in dienst te nemen of te houden «meer risicomijdend»
opereert en spreekt van een «drama met Rusland als lachende derde en verder alleen
maar verliezers: de Nederlandse staat die expertise misloopt, betrokkenen die niet
de baan krijgen die ze graag willen»?
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 7 en 8.
Vraag 10
Waarom stoot Defensie waardevolle expertise over Rusland af vanwege «mogelijke risico’s»,
terwijl de dreiging van Rusland steeds groter is geworden en de behoefte aan expertise
over dat land sinds 2014 alleen maar is toegenomen?
Antwoord 10
Zie het antwoord op vraag 7 en 8.
Vraag 11
Deelt u de opvatting van inlichtingenexpert De Graaff dat voor hoogwaardige expertise
over een vijandige natie je doorgaans aangewezen bent op mensen die binding hebben
met die natie en die al gauw eenzelfde risicoprofiel hebben als de drie Rusland-experts
van wie de verklaring van geen bezwaar is geweigerd of ingetrokken?
Antwoord 11
Zie het antwoord op vraag 7 en 8.
Vraag 12
Klopt het dat de Baltische staten redelijk veel risico’s accepteren om hun aartsvijand
Rusland te duiden? Bent u bereid de pro’s en contra’s te onderzoeken van de acceptatie
van iets hogere risico’s als het gaan om personeel dat over waardevolle Rusland-expertise
beschikt en Russische familiebanden heeft?
Antwoord 12
Ieder land, ook Nederland, maakt zijn eigen risicoanalyses. De Wvo dient ter bescherming
van de nationale veiligheid bij het vervullen van een vertrouwensfunctie, waarbij
ik wil benadrukken dat risico’s nooit tot nul gereduceerd kunnen worden. In algemene
zin kan gesteld worden dat wanneer een veiligheidsonderzoek onvoldoende waarborgen
oplevert dat een (kandidaat-)vertrouwensfunctionaris onder alle omstandigheden de uit de vertrouwensfunctie voortvloeiende
plichten getrouwelijk zal volbrengen, het belang van de nationale veiligheid prevaleert
boven het persoonlijk belang van betrokkene.
Vraag 13
Deelt u de mening dat als de diensten voldoende gegevens hebben kunnen beoordelen
over de (aspirant-)defensiemedewerker en zijn/haar partner en niets ten nadele hebben
gevonden, er geen wettige grond is om een verklaring van geen bezwaar te weigeren
of in te trekken?
Antwoord 13
Ieder veiligheidsonderzoek betreft maatwerk. In zijn algemeenheid kan gesteld worden
dat veiligheidsonderzoeken worden uitgevoerd op basis van de Wet op de veiligheidsonderzoeken
(Wvo). Op basis van die resultaten kan worden beoordeeld of een VGB kan worden afgegeven,
geweigerd of ingetrokken.
Vraag 14
Gaat u naar aanleiding van het NRC-artikel de veiligheidsonderzoeken van deze drie
individuele medewerkers opvragen en tegen het licht houden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Zie vraag 15.
Vraag 15
Als blijkt dat de weergave in het NRC-artikel correct is, bent u dan bereid om het
besluit tot weigeren/intrekken van de verklaring van geen bezwaar in alle gevallen
waarbij enkel een (in)directe familieband wordt genoemd als reden te heroverwegen
en alle gedupeerde medewerkers te compenseren voor de door hen geleden schade en hen
eerherstel te geven?
Antwoord 15
Nee. De AIVD en de MIVD leveren in ieder veiligheidsonderzoek maatwerk om binnen de
kaders van de wet- en regelgeving VGB’s te verstrekken ter bescherming van de nationale
veiligheid. Als een van de betrokkenen reden ziet om bezwaar of beroep aan te tekenen
tegen een weigering of intrekking van het VGB dan kan binnen 6 weken schriftelijk
bezwaar worden gemaakt tegen een besluit. Een onafhankelijke commissie geeft hierna
een advies. Dit advies wordt betrokken bij het nemen van het besluit op bezwaar. Tegen
dat besluit kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank. Tegen een uitspraak van
de rechtbank staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.