Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over het bericht ‘Veense Put vervuild door zandstort: “We varen nu door een plastic soep.”’
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over vervuiling van de Veense Put (ingezonden 7 september 2023).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en van Staatssecretaris
Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 8 november 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 44.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht over vervuiling van de Veense Put1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van dumpingen met waarschijnlijk vervuild slib in de Veense punten
en de maatschappelijke onrust die hierdoor ontstaan is? Wilt u deze vraag gedetailleerd
beantwoorden?
Antwoord 2
De toepassing met de toepassing van grond en baggerspecie in de Veense Put is bekend,
evenals de maatschappelijke onrust die door de toepassing is ontstaan. Wij gaan echter
niet mee met de door u gebruikte termen «dumping» en «waarschijnlijk vervuild slib».
De toepassing van grond en baggerspecie in de Veense Put heeft als doel verzakking
van een aanwezige landtong te voorkomen en de landtong te stabiliseren door gebruik
te maken van verflauwing van de oevers en het verondiepen van beide plassen. In het
regulier toezicht en de extra controles bij de verondieping van de Veense Put zijn
er tot op heden geen overtredingen van de regels in het Besluit Bodemkwaliteit geconstateerd.
Alle toepassingen die plaatsvinden in de Veense Put worden gemeld bij het Meldpunt
bodemkwaliteit van Rijkswaterstaat. Bij deze meldingen dient een milieuHygiënische
Verklaring (MHV) bijgevoegd te zijn. Dit is een bewijsmiddel van de kwaliteit van
de grond en/of baggerspecie. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) kijkt daarbij,
bij import van grond en bagger, die in dit geval uit België komt, of een daarvoor
bevoegd bedrijf de kwaliteit heeft bepaald. Ook ziet de inspectie toe op de Europese
Verordening Overbrenging Afvalstoffen-regelgeving voor internationaal vervoer van
grond en bagger.
Op basis van de MHV is geconcludeerd dat de toepassingen ter plaatse in overeenstemming
zijn met het Besluit bodemkwaliteit (Bbk).
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat onderzoeksprogramma Zembla van BNN-VARA, Follow the
Money en onderzoekscollectief Spit vorig jaar ook aandacht besteedden aan het verondiepen
van voormalige zandputten en tot verontrustende conclusies kwamen, omdat naast vervuiling
met plastic afval in de meeste scheepsladingen ook chemische verontreiniging bleek
te zitten? Wat is met deze berichtgeving gedaan? Wilt u deze vraag gedetailleerd beantwoorden?
Antwoord 3
Zembla heeft sinds februari 2020 diverse malen aandacht gegeven aan het verondiepen
van diepe plassen. Op 12 juli 2022 middels een samenvattend artikel op hun website.
De uitzendingen van Zembla zijn ter sprake gekomen in het notaoverleg Bodem van 29 mei
2020.2 In dat overleg is de toezegging gedaan om een beleidsonderzoek uit te voeren naar
het diepe plassen beleid. Dat is gebeurd in 2020 en 2021. Dit onderzoek heeft geleid
tot een programma met 16 actiepunten om het diepe-plassen-beleid te herijken. Een
belangrijk thema in de herijking in relatie tot de uitzendingen van Zembla is dat
beleid zo moet zijn ingericht dat een verondieping niet mag leiden tot een achteruitgang
van het betreffende oppervlakte- en/of grondwaterlichaam. De Staatssecretaris heeft
u hierover op 6 juli 2022 via de Kamerbrief over de herijking van het Diepe Plassenbeleid
geïnformeerd.3
In de Veense Plassen, waar de Veense Put onderdeel van uitmaakt, is er volgens Dunea
geen sprake van een achteruitgang van het betreffende oppervlaktewaterlichaam. In
de Veense plassen mag enkel grond en baggerspecie van de hoogste kwaliteit worden
toegepast. Het aanbod van materiaal met deze kwaliteit is beperkt waardoor de aanvoer
ervan naar de Veense plassen gedurende meerdere jaren met tussenpozen gebeurt.
Volgens regelgeving (artikel 34, lid 2 van het Besluit bodemkwaliteit), mag in grond
of baggerspecie slechts sporadisch plastic voorkomen. «Sporadisch» is in de betreffende
regelgeving niet nader omschreven. Het uitgangspunt is dat er «zeldzaam, zelden of bijna nooit» plastic in de toe te passen partij grond of baggerspecie mag zitten. In het geval
van Veense Put is, naast het regulier toezicht, extra toezicht uitgevoerd middels
een helikoptervlucht, en extra surveillances met de voer- en vaarvoertuigen van Rijkswaterstaat.
In het regulier toezicht en de extra controles bij de verondieping van de Veense Put
zijn er tot op heden geen overtredingen van de regels in het Besluit Bodemkwaliteit
geconstateerd.
Vraag 4
Deelt u de mening dat er geen loopje genomen mag worden met de veiligheid van ons
drinkwater? Zo ja, kunt u duiden dat twee km stroomafwaarts van de vuilstort de waterinname
is van drinkwaterbedrijf Dunea? Wilt u in uw beantwoording toelichten wat dat doet
met de kwaliteit van het drinkwater?
Antwoord 4
De veiligheid van drinkwater is belangrijk. Drinkwaterbedrijf Dunea heeft inderdaad
binnen een straal van twee kilometer van de Veense Put een waterinnamepunt. Het betreft
hier overigens geen «vuilstort» zoals door u aangegeven, maar het toepassen van grond
en baggerspecie van de hoogste kwaliteitsklasse door de initiatiefnemer. Over deze
toepassing heeft vooraf overleg plaatsgevonden met Dunea juist met het oog op de bescherming
van het waterinnamepunt. Dunea monitort de waterkwaliteit op de Afgedamde Maas om
de geschiktheid voor inname voor zuivering tot drinkwater te bewaken. Voor meer detail
over de monitoring van de Afgedamde Maas door Dunea sinds de werkzaamheden verwijs
ik u naar het antwoord op vraag vijf.
Vraag 5
Kloppen de geruchten dat de waterinname stilligt? Zo ja, wat is hiervan de oorzaak?
Wilt u deze vraag gedetailleerd beantwoorden?
Antwoord 5
Dit is onjuist, de waterinname is niet stilgelegd. Drinkwaterbedrijf Dunea heeft sinds
de start van het project voor stabilisatie van de landtong van de Veense Plassen in
2014 aandacht voor dit project als mogelijk risico voor de drinkwaterkwaliteit van
de Afgedamde Maas. De afgelopen jaren hebben steeds met ruime tussenpozen toepassingen
plaatsgevonden, momenteel is het werk weer in uitvoering.
Vanuit de verantwoordelijkheid voor de drinkwatervoorzieining voert Dunea extra controlemetingen
uit, naast de continue monitoring van het ingenomen water. Deze metingen bestrijken
een breed spectrum aan stoffen die relevant zijn voor de drinkwatervoorziening.
Dunea geeft aan dat er geanalyseerd is op metalen, organische microverontreinigingen
waaronder PFAS en PAK’s, troebelheid en anorganische parameters. Naast reguliere screening
heeft Dunea ook extra monsters laten nemen in de buurt van de toepassingen als ook
in in- en uitstromend water vanuit de Veense Plassen.
Er is bij één monster een lichte verhoging van de concentratie metalen en troebelheid
gemeten. Dit monster is genomen in de buurt van de huidige werkzaamheden. De waarden
zijn niet verontrustend. Bovendien is het niet bijzonder dat tijdens toepassingen
stoffen aangetroffen worden die gebonden zijn aan het slib, waaronder stoffen die
zorgen voor troebelheid en metalen. Op PFAS, PAK’s en andere organische micro’s zijn
geen of nauwelijks afwijkingen gemeten.
Er is dan ook geen aanleiding voor Dunea om de inname te stoppen. De waterkwaliteit
bij het innamepunt voldoet aan de wettelijke eisen om het te mogen voorzuiveren, infiltreren
en nazuiveren tot drinkwater.
Vraag 6
Is er een verband te vinden tussen de enorme groei van blauwalg en dumpingen van vervuild
slib?
Antwoord 6
Blauwalg komt van nature voor in ons oppervlaktewater. Er is een aantal variabelen
van belang voor de groei van blauwalg. De meest relevante zijn de aanwezigheid van
nutriënten (stikstof en fosfaat), zonlicht en de temperatuur van het water. Deze laatste
twee variabelen zijn een belangrijke verklaring waarom blauwalg in de zomer toeneemt
ten opzichte van de andere perioden van het jaar. Door het samenspel van variabelen
is het echter onmogelijk om een directe causale relatie te leggen tussen de toename
van nutriënten, bijvoorbeeld door het toepassen van licht verontreinigd slib, en een
toename van blauwalg. Ook stilstaand water is een factor die in veel diepe plassen
bijdraagt aan de vorming van blauwalg, ook als er geen slib wordt toegepast. Wel kan
het toevoegen van nutriënten, bijvoorbeeld uit slib, aan een nutriënt-arm systeem
een factor zijn in de toename van blauwalg. Of dat hier het geval is, is niet bekend
en is ook niet te herleiden.
Vraag 7
Hoe kunt u waarborgen dat de waterkwaliteit goed is voor zowel waterinname en om in
te recreëren? Wilt u deze vraag gedetailleerd beantwoorden?
Antwoord 7
Zwemmen in open water is een belangrijke functie van oppervlaktewater. Daarom zijn
er rond de 750 locaties in oppervlaktewater aangewezen als officiële zwemwaterlocaties.
Op een officiële zwemwaterlocatie worden de waterkwaliteit en veiligheid gecontroleerd.
Het advies is om bij het zwemmen in oppervlaktewater altijd gebruik te maken van deze
locaties, hoewel het niet verboden is op andere locaties te zwemmen. Mensen nemen
wel een eigen risico als ze buiten deze locaties in het water recreëren. De zwemwater
app en de website zwemwater.nl vermelden de aangewezen locaties en de waterkwaliteit
van de locatie. In de directe omgeving van de Veense put zijn twee officiële zwemwaterlocaties
aangewezen, namelijk de Hoge Waard en Badstrand Veen. De kwaliteit van het zwemwater
is daar goed. Rijkswaterstaat controleert tijdens het zwemseizoen (van mei tot oktober)
de zwemwaterkwaliteit op ongeveer 240 officieel aangewezen zwemlocaties in de Rijkswateren.
Hoge Waard en Badstrand Veen behoren tot deze locaties.
Dunea monitort de waterkwaliteit van het ingenomen water. Dunea verlaagt het fosfaatgehalte
in het water van de Afgedamde Maas door defosfatering. Verder is er uitgebreide monitoring
door Dunea op wettelijke parameters gedurende de gehele verblijftijd van het water
vanaf de instroom van de Afgedamde Maas tot de inname bij het pompstation. De verblijftijd
is ongeveer zes weken.
Daarnaast zijn early-warningsystemen, zowel chemisch als biologisch, geplaatst bij
het innamepunt. Deze geven 24 uur per dag een extra waarborg voor de reguliere watercontrole
(screeningstechnieken en doelstof analyses). Deze systemen waarschuwen als de waterkwaliteit
onverwacht verslechtert en geven de mogelijkheid tijdig de inname te staken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.