Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tjeerd de Groot over het bericht 'De gezondheidsrisico’s van glyfosaat'
Vragen van het lid Tjeerd de Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «De gezondheidsrisico’s van glyfosaat» (ingezonden 29 september 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 27 oktober
2023).
Vraag 1
Deelt u de mening dat het de plicht is van toelatingsautoriteiten voor bestrijdingsmiddelen
om de volksgezondheid voorop de stellen bij de beoordeling van de toelating van potentieel
giftige middelen?1
Antwoord 1
Toelatingsautoriteiten voor gewasbeschermingsmiddelen hebben de plicht zich te houden
aan de geharmoniseerde toelatingskaders die de EU heeft vastgesteld. Voor gewasbeschermingsmiddelen
geldt dat een veilig gebruik voor mens, dier en milieu moet zijn aangetoond. De gezondheid
voor de mens telt hierbij het zwaarst.
Vraag 2
Deelt u de mening dat deze autoriteiten deze plicht niet afdoende nakomen, gezien
deze en vele eerdere berichten en vragen vanuit de Kamer?
Antwoord 2
Nee. Bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen kijken de aangewezen toelatingsautoriteiten
zeer uitgebreid naar de mogelijke effecten op mens, dier en milieu. Hierbij wordt
gebruik gemaakt van internationaal geharmoniseerde toetsingskaders en de openbare
wetenschapenschappelijke informatie die beschikbaar is.
Vraag 3
Erkent u dat alleen gesprekken met de sector, het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen
en biociden (Ctgb) en de European Food and Safety Authority (EFSA) niet hebben geleid
tot een verbeterd toelatingssysteem?
Antwoord 3
Nee, er zijn in de afgelopen jaren wel degelijk stappen gezet tot verbetering van
het toelatingssysteem. Het toelatingssysteem maakt gebruik van toetsingskaders die
worden ontwikkeld en aangepast op de laatste stand van de wetenschap. Zo is bijvoorbeeld
het toetsingskader rondom hormoonverstorende stoffen aangescherpt. Ik blijf daarnaast
streven naar verdere verbetering van het toelatingssysteem zodat dat risico’s voor
mens, dier en milieu zoveel mogelijk worden getoetst aan hand van de laatste stand
van de wetenschap.
Vraag 4
Kunt u toezeggen bij de komende Standing Committee on Plants, Animals, Food and Feed
(SCoPAFF) voor te stellen dat er wel onderzoek wordt gedaan naar de link tussen Parkinson
en bestrijdingsmiddelen gezien het feit dat de EFSA in haar neurologische onderzoek
Parkinson niet blijkt mee te willen nemen?
Antwoord 4
Ik verwijs u voor het antwoord op deze vraag naar mijn brief van 10 oktober over het
standpunt over de hernieuwde goedkeuring van glyfosaat.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het Ctgb «te veel bezig is met beeldvorming», zoals omschreven
in het artikel?
Antwoord 5
Nee.
Vraag 6
Kunt u toezeggen een onafhankelijk onderzoek te laten doen naar het functioneren van
het Ctgb?
Antwoord 6
Het Ctgb is een kwalitatief hoogwaardig en internationaal hoog aangeschreven autoriteit.
Dit wordt bevestigd door de rapportage van een internationale visitatiecommissie (IVC)
waar ik uw Kamer op 10 oktober jl. over heb geïnformeerd (Kamerstuk 27 858, nr. 637). De IVC bevestigt dat het Ctgb de afgelopen periode stappen heeft gezet in het verbeteren
van de transparantie en communicatie. Ik waardeer de open houding van het Ctgb en
het voortdurende streven naar het verbeteren van het functioneren van de organisatie.
De wetenschappelijke kennis over gewasbeschermingsmiddelen en de effecten ervan is
echter continu in ontwikkeling en leidt regelmatig tot voortschrijdend inzicht. Ik
vind het van groot belang dat nieuwe inzichten zo snel mogelijk hun plek krijgen in
de toelating van werkzame stoffen. Om inzichtelijk te krijgen of de huidige toelatingsprocedures
de beste resultaten opleveren, wil ik een onafhankelijke analyse laten uitvoeren naar
lacunes in de toelatingsprocedures en inzichtelijk krijgen of de procedures en toetsingskaders
voldoende de huidige stand van wetenschap en kennis reflecteren en waar deze te verbeteren
is.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de belangen van de sector boven volksgezondheid, natuur en het
democratische proces worden geplaatst wanneer aangenomen moties niet worden uitgevoerd,
zoals de motie van de leden Tjeerd de Groot en Bromet (Kamerstuk 27 585, nr. 599), waarin wordt opgeroepen tot het uitfaseren van het gebruik van glyfosaat?
Antwoord 7
Nee, de belangen van de sector gaan niet boven die van mens, dier en milieu en integendeel.
Ik neem aangenomen moties vanuit uw Kamer altijd zeer serieus. Ik rapporteer ook regelmatig
aan uw Kamer over de stand van zaken van de uitvoering ervan. Ik heb uw Kamer bijvoorbeeld
op 22 september 2023 geïnformeerd (kenmerk 2023Z15790) over de stand van zaken op de genoemde motie. Ook heb ik uw Kamer op 10 oktober
jl. hierover geïnformeerd (Kamerstuk 27 858, nr. 636).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.