Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Krul en Kuik over begeleiding van probleemjongeren door de krijgsmacht
Vragen van de leden Krul en Kuik (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Defensie en de Minister voor Rechtsbescherming over begeleiding van probleemjongeren door de krijgsmacht (ingezonden 28 september 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Maat (Defensie) (ontvangen 25 oktober 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over probleemjongeren die bij Defensie
een tweede kans hebben gekregen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Klopt het dat in de voorgaande twee jaar 240 probleemjongeren, veelal met een strafblad,
de kans hebben gekregen een opleiding te volgen bij de Landmacht om zo hun leven weer
op de rit te krijgen, van wie 31 jongeren daadwerkelijk militair zijn geworden?
Klopt het dat nog eens 136 probleemjongeren op het rechte pad zijn gebleven door hen
structuur, regelmaat en duidelijkheid te bieden en terug zijn gegaan naar school of
aan het werk zijn gegaan?
Antwoord 2 en 3
Van de 240 deelnemende jongeren in de periode januari 2020 tot december 2022 zijn
136 jongeren weer succesvol naar school of aan het werk gegaan. Van deze 240 deelnemers
zijn 28 jongeren militair geworden.
Vraag 4
Hoe verhoudt dit zich tot de uitspraken van de Minister voor Rechtsbescherming dat
de proef van de Landmacht met probleemjongeren «weinig succesvol» was, omdat er maar
één jongere gekozen zou hebben voor een militaire carrière en de rest uitgevallen
zou zijn? (Kamerstuk 28 741, nr. 105, blz. 38).
Antwoord 4
Wat de Minister voor Rechtsbescherming met zijn antwoord tijdens het commissiedebat
bedoelde te zeggen was dat het Bijzonder Begeleidingstraject Jongeren-Koninklijke
Landmacht (BBJ-KL) voor een deel van de doelgroep, namelijk jongeren met justitiële
antecedenten, minder geschikt is. Dit is gelegen in het feit dat veel van de jongeren
met justitiële antecedenten die worden aangemeld via een professionele hulpverlener
of instantie een te zwaar strafblad hebben. Te zware justitiële antecedenten (waaronder
gewapende straatroof, handel in harddrugs, heling, pinpas fraude, afpersing, witwassen)
en veroordelingen tot meer dan 40 uur taakstraf of vrijheidsstraffen worden genoemd
als de belangrijkste reden voor het niet opnemen in het BBJ-KL. Ook een gebrek aan
intrinsieke motivatie was regelmatig een reden om iemand niet op te nemen in het traject.
Van de 319 jongeren die via een professionele hulpverlener of instantie zijn aangemeld
bij BBJ-KL in de periode januari 2020 – december 2022 zijn 79 kandidaten niet opgenomen
in het traject. Het aantal kandidaten hiervan dat specifiek vanwege hun justitiële
antecedenten is afgevallen is niet bekend. De uitspraak dat slechts één jongere gekozen
zou hebben voor een militaire carrière was inderdaad onjuist, zoals blijkt uit het
antwoord op vraag 2.
Vraag 5 en 6
Acht u het Bijzonder Begeleidingstraject Jongeren-Koninklijke Landmacht (BBJ-KL) succesvol?
Bent u bereid de resultaten onder de aandacht te brengen bij het Ministerie van Justitie
en Veiligheid?
Deelt u het standpunt van toenmalig Minister van Defensie Kamp «De opvang en behandeling
van probleemjongeren valt niet onder de taken en verantwoordelijkheden van Defensie»
of deelt u de mening dat Defensie een belangrijke vormende, maatschappelijke rol kan
vervullen om jongeren discipline en normbesef bij te brengen en uit de handen van
de criminaliteit te houden?
Antwoord 5 en 6
Het begeleiden van jongeren is geen primaire taak van Defensie. Met het BBJ-KL wil
Defensie in verbinding staan met de samenleving en binnen de afgesproken kaders een
bijdrage leveren aan het verminderen van de jongerenproblematiek in Nederland. Het
succes van dit project is tweeledig: 136 deelnemers zijn weer succesvol naar school
of aan het werk gegaan waarvan 28 militair zijn geworden. De Minister voor Rechtsbescherming
is op de hoogte van het traject en er wordt gekeken hoe het Ministerie van Justitie
en Veiligheid in de toekomst betrokken kan worden bij het BBJ-KL.
Vraag 7 en 11
Bent u bereid de mogelijkheden te onderzoeken om het project BBJ-KL te verbeteren
en uit te breiden?
Kunnen gemeenten kansarme jongeren voordragen bij de Landmacht voor het BBJ-KL? Welke
mogelijkheden ziet u om bij gemeenten uit te vragen wat hun behoeften zijn en welke
rol Defensie kan vervullen, bijvoorbeeld ook met inzet van veteranen?
Antwoord 7 en 11
De Landmacht beschikt over een klein projectteam BBJ KL. Uitbreiding van deze capaciteit
is niet aan de orde. Defensie moet haar schaarse (instructie)capaciteit immers primair
inzetten voor haar kerntaken. Wel is er nog ruimte om binnen de bestaande capaciteit
het aantal deelnemers uit te breiden tot maximaal 200 jongeren per jaar.
Gemeenten kunnen jongeren voordragen voor dit begeleidingstraject. Maar niet alle
gemeenten weten de Landmacht te vinden. Daarom spant het projectteam BBJ-KL, dat overigens
volledig is samengesteld uit veteranen, zich in om haar netwerk in gemeenten verder
uit te breiden via onder meer jeugdzorg, HALT, jongerenloketten en jeugdhulporganisaties.
Vraag 8 en 9
Welke lering kan er getrokken worden uit het project «Een Nieuw Begin» van het Korps
Mariniers op Curaçao om jongeren uit de handen van de criminaliteit te houden? Klopt
het dat 75 procent van de jongeren het traject succesvol afrondt?
Is het succes hiervan te verklaren doordat de jongeren naast disciplinering en teambuilding
ook een leer-werk traject krijgen aangeboden met een baangarantie en gedurende het
hele traject worden begeleid door maatschappelijk werkers?
Antwoord 8 en 9
Het project «Een nieuw begin» beoogt jongeren op Curaçao en Aruba perspectief op werk
te bieden en is geïnitieerd door het landsbestuur op deze eilanden. Het project bestaat
uit vijf fasen: werving en selectie, sociaal vormingstraject, leer-werktraject, stageperiode,
overgang naar werk. Het Korps Mariniers is verantwoordelijk voor het sociaal vormingstraject.
Dit traject wordt in samenspraak met het landsbestuur op Curaçao en Aruba uitgevoerd.
Het succes van dit project op de eilanden − 75 procent van de jongeren rondt het traject
succesvol af − hangt samen met de fasering, de continue begeleiding van de jongeren
door maatschappelijk werkers en een passende onkostenvergoeding. De positieve mond-tot-mondreclame
zorgt voor aanwas van gemotiveerde jongeren. Initieel werd het project opgezet voor
alleen mannen, sinds vorig jaar draait er op Curaçao en Aruba ook een pilot voor vrouwen.
Vraag 10
Bent u bereid de begeleiding van probleemjongeren door Defensie te betrekken bij het
programma Preventie met Gezag van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, dat erop
gericht is om te voorkomen dat jongeren zich op het criminele pad begeven, en om criminele
carrières van jongeren in de kiem te smoren?
Antwoord 10
Preventie met Gezag, de brede preventie-aanpak van (georganiseerde en ondermijnende)
jeugdcriminaliteit, wordt ingericht bij en door de deelnemende gemeenten met inzet
van de (lokale) justitiële partners. Het is dan ook aan hen om interventies gericht
op de lokale problematiek en doelgroep in te zetten.
Vraag 12
Bent u bereid overheidsbreed de samenwerkingsmogelijkheden te versterken om de projecten
bij Defensie voor probleemjongeren te combineren met toekomstmogelijkheden, werk en
opleiding?
Antwoord 12
De kracht van het project BBJ-KL zit in de kleinschaligheid en het intensieve persoonlijke
contact. Verbreding van de doelstelling van het project naar werk- en opleidingsmogelijkheden
voor jongeren draagt niet bij aan de doelstelling van het traject.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.