Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Weyenberg, Kat en Van der Laan over influencers die jongeren in de armen van oplichters lokken
Vragen van de leden Van Weyenberg, Kat en Van der Laan (allen D66) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Financiën over influencers die jongeren in de armen van oplichters lokken (ingezonden 14 augustus 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Minister van Justitie
en Veiligheid (ontvangen 20 oktober 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2022–2023, nr. 3531.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Influencers lokken jongeren in de armen van oplichters:
«Duizenden euro's kwijt»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe zouden jongeren volgens u beschermd moeten worden tegen influencers die hen in
de armen van oplichters lokken? En hoe worden jongeren op dit moment beschermd?
Antwoord 2
Gerichte voorlichting kan helpen om jongeren meer weerbaar te maken. En dat gebeurt
ook. Zo wordt bijvoorbeeld vanuit de integrale aanpak online fraude door verschillende
organisaties publiek en privaat ingezet op de weerbaarheid van burgers tegen online
oplichting2. Een belangrijke interventie daarbij is het tegengaan van social engineering. Bij
social engineering maken fraudeurs misbruik van menselijke eigenschappen zoals angst,
hebzucht, nieuwsgierigheid, vertrouwen en onwetendheid om slachtoffers (geld afhandig)
te maken. De Rijksoverheid start in dit kader dit najaar met een meerjarig campagneprogramma
om de digitale weerbaarheid van de Nederlandse burger, waaronder tegen social engineering,
te vergroten en het slachtofferschap van cybercrime en online fraude te verminderen.
Uit onderzoek blijkt dat jongeren minder impulsbeheersing hebben en daardoor soms
meer risico’s kunnen nemen. Daarmee zijn zij extra gevoelig voor de boodschap dat
ze snel veel geld kunnen verdienen en nemen zij eerder bewerkte afbeeldingen voor
waar aan. De eerste campagne zal specifiek gericht zijn op jongeren en het vergroten
van hun handelingsperspectief om onder andere berichten en advertenties die te mooi
zijn om waar te zijn tijdig te herkennen.
Er ligt ook een belangrijke rol voor sociale mediaplatforms bij het beschermen van
jongeren. Ze kunnen bijvoorbeeld zo mogelijk geavanceerde algoritmen ontwikkelen die
inhoud met betrekking tot oplichting detecteren en verwijderen. Het Het implementeren
van strengere verificatievereisten voor influencers kan daarnaast helpen om de betrouwbaarheid
van de inhoud te waarborgen.
Hoewel er al enige bescherming is, en de influencers in het AD bericht vertellen dat
ze nu hun volgers waarschuwen dat de «machtfixingsgroepen» niet te vertrouwen zijn,
blijft het belangrijk om voortdurend inspanningen te leveren om jongeren te beschermen,
aangezien oplichtingstechnieken voortdurend evolueren.
Vraag 3
Wat is uw oordeel over aanbevelingen voor matchfixinggroepen die worden gedaan door
influencers? Is het verboden om aan te zetten tot criminele handelingen, dus ook verboden
om aan te zetten tot matchfixing? Is het verboden om op te lichten, dus verboden om
valselijk (verschillende) uitslagen te verkopen alsof die uitslag met zekerheid zou
resulteren? Zo ja, hoe wordt hierop gehandhaafd?
Antwoord 3
Voor zover bekend is er in dit geval geen sprake van een gemanipuleerde wedstrijd
of anders gezegd matchfixing. Dat kan nog wel betekenen dat de inleggers worden opgelicht
en oplichting is strafbaar. Gedupeerden kunnen hier aangifte van doen. Voor zover
bekend, zijn er echter geen aangiftes gedaan door de gedupeerden. De reden hiervoor
kan gelegen zijn in het feit dat manipuleren van een wedstrijd strafbaar is, net als
het doen van een poging tot manipuleren van een wedstrijd of uitlokking daarvan. Hierdoor
plegen ook de inleggers een strafbaar feit. Door het doen van aangifte zouden ze zichzelf
dus ook kunnen belasten.
Vraag 4
Is er voldoende zicht op geldstromen via cryptovaluta die richting online gokken op
sportwedstrijden lopen? Zo ja, hoe zien deze geldstromen eruit? Zo nee, wat gaat u
doen om hier beter inzicht in te krijgen?
Antwoord 4
Bij legaal kansspelaanbod in Nederland vallen online aanbieders onder de Wet ter voorkoming
van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). De speelrekening kan alleen gevuld
worden met traceerbare (dat wil zeggen ondubbelzinnig te herleiden tot de persoon
van de speler) betaalinstrumenten, zoals bankoverschrijvingen. De Kansspelautoriteit
(Ksa) ziet hierop toe.
Als het gaat om illegale kansspelaanbieders, is bekend dat betalingen met cryptovaluta
vaak worden toegestaan. De Ksa heeft de aanpak van illegale aanbieders geprioriteerd
in haar handhavingsbeleid. Met het tegengaan van illegale aanbieders worden ook geldstromen
via cryptovaluta richting online kansspelen tegengegaan.
Vraag 5
Op welke manier worden consumenten beschermd tegen gokverslaving rond sportweddenschappen?
Welke rol hebben de Autoriteit Financiële Markten (AFM), De Nederlandsche Bank (DNB)
en de Kansspelautoriteit (Ksa) hierbij en hoe beoordeelt u de effectiviteit van deze
aanpak? Is deze aanpak volgens u nog passend voor de manier waarop er in 2023 wordt
ingezet op sportwedstrijden?
Antwoord 5
Verslavingspreventie is een belangrijk doel van het kansspelbeleid. Om dat doel te
bereiken zijn maatregelen vastgelegd in wet- en regelgeving. Kort samengevat moeten
legale aanbieders van kansspelen, waaronder sportweddenschappen, aan bepaalde voorschriften
voldoen om consumenten te beschermen tegen gokverslaving rond sportweddenschappen.
Dit omvat bijvoorbeeld regels met betrekking tot een veilige en eerlijke speelomgeving,
reclame, minimumleeftijd voor deelname, waarschuwingen en informatie over de mogelijke
risico's van gokken, waaronder gokverslaving en controleren of een speler ingeschreven
staat in het Centraal Register Uitsluiting Kansspelen (CRUKS). De Ksa controleert
of de kansspelaanbieders zich aan de regels en richtlijnen houden. Voor een uitvoerige
beschrijving over de stand van zaken van de verslavingspreventie verwijs ik u naar
de Voortgangsrapportage Kansspelen die uw Kamer op 1 juni jl. ontvangen heeft.3
Bij de vormgeving van het verslavingspreventiebeleid is de samenwerking tussen het
Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Ministerie van Volksgezonheid, Welzijn
en Sport en de Ksa van groot belang vanwege ieders rol en verantwoordelijkheid bij
het voorkomen en tegengaan van kansspelverslaving. Zoals eerder toegezegd ontvangt
de Kamer eind dit jaar de werkagenda waarin lopende en toekomstige activiteiten op
het gebied van verslavingspreventie een plek krijgen.
De ACM, AFM en DNB hebben geen directe rol bij de bescherming van consumenten tegen
gokverslaving rond sportweddenschappen. De ACM en AFM zien wel toe op de naleving
van de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc). De Whc bepaalt onder meer dat
handelaren geen oneerlijke handelspraktijken mogen verrichten als bedoeld in afdeling
3a van titel 3 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Als daar aanleiding toe is,
kan de ACM handhavend optreden en een boete opleggen. Indien de oneerlijke handelspraktijken
betrekking hebben op financiële diensten of activiteiten kan de AFM handhavend optreden.
De AFM houdt onder andere toezicht op online reclames die betrekking hebben op financiële
diensten en activiteiten. DNB heeft als prudentieel toezichthouder op financiële instellingen,
evenals de ACM en AFM, geen rol bij het tegengaan van gokverslavingen bij sportwedstrijden.
Vraag 6
Waar kunnen of moeten influencers de juistheid van wat zij aanbevelen controleren
voordat zij een aanbeveling doen richting hun volgers? Deelt u de analyse dat een
check vooraf had kunnen voorkomen dat veel volgers een aanbeveling hadden gehad voor
een praktijk waar ook de influencers zelf van schrokken toen duidelijk werd dat het
volstrekte onzin was?
Antwoord 6
Om te voorkomen dat ze misleidende informatie verspreiden of hun volgers aanzetten
tot strafbaar handelen, ligt het in de rede dat influencers de juistheid van wat zij
aanbevelen controleren. Dit kunnen ze doen door verschillende bronnen te raadplegen
en gedegen onderzoek te verrichten. Pas dan kunnen ze open en eerlijk adviseren en
vertellen waarom ze denken dat het betrouwbaar is. Op die manier nemen de influencers
hun verantwoordelijkheid en delen ze alleen nauwkeurige en waarheidsgetrouwe informatie
met hun volgers.
Vraag 7
Wat is de stand van zaken van de verkenning naar een markering van bewerkte advertenties,
zoals gevraagd in de aangenomen motie Van der Laan4, waarmee duidelijk was geworden dat de geadverteerde uitslagen nep waren? Wat doet
u om te voorkomen dat valse beweringen, zoals over matchfixing, worden geloofd, bijvoorbeeld
vanwege de inzet van bewerkte afbeeldingen?
Antwoord 7
Er wordt momenteel bij het Ministerie van OCW een verkenning gedaan naar een markering
voor bewerkte advertenties in de context van de bestaande kaders en geldende wet-
en regelgeving. Uw Kamer wordt voor het kerstreces geïnformeerd over de uitvoering
van de motie.
Zoals in het antwoord op vraag 2 beschreven, start de Rijksoverheid dit najaar met
een meerjarig campagneprogramma om de digitale weerbaarheid van de Nederlandse burger
te vergroten en het slachtofferschap van cybercrime en online fraude te verminderen.
De eerste campagne zal specifiek gericht zijn op jongeren en het vergroten van hun
handelingsperspectief.
Vraag 8
Wie heeft de regie op het voorkomen van en handhaven op de beïnvloeding door influencers,
nu op sportweddenschappen maar mogelijk later op iets anders? Hoe zijn de Autoriteit
Financiële Markten (AFM), De Nederlandsche Bank (DNB) en de Kansspelautoriteit (Ksa)
hierbij aangesloten, welke andere partijen zijn betrokken bij de handhaving op reclame
voor risicovolle kansspelen door influencers en hoe beoordeelt u de samenwerking?
Antwoord 8
Ik wil nogmaals benadrukken dat in dit geval er geen aanwijzingen zijn dat wedstrijden
zijn gemanipuleerd maar dat er sprake lijkt te zijn van oplichting door te doen alsof
een wedstrijd gemanipuleerd is en gemakkelijk geld verdiend kan worden.
Als er sprake is van reclame maken, dan is de Stichting Reclame Code als zelfregulerend
orgaan van reclame relevant. In het bijzonder het algemeen deel van de Nederlandse
reclamecode en de Reclamecode Social Media & Influencer Marketing. Sinds 1 november
2020 gelden regels uit de Mediawet voor zogenoemde video-uploaders (influencers die
kwalificeren als commerciële mediadienst op aanvraag). Het Commissariaat voor de Media houdt sinds 1 juli
2022 actief toezicht op video-uploaders die voldoen aan bepaalde criteria, waaronder
het hebben van meer dan 500.000 volgers. Een belangrijk onderdeel uit de Mediawet
waaraan deze video-uploaders moeten voldoen is transparantie over reclame. Het Commissariaat
monitort doorlopend de markt en ontvangt ook regelmatig signalen van kijkers. Het
Commissariaat beoordeelt die informatie en kan bij overtredingen van de Mediawet handhaven.
Dat kan door middel van een gesprek of waarschuwing, maar een boete is ook mogelijk.
Het Commissariaat heeft geen signalen of klachten binnengekregen over de oplichting
of over sportweddenschappen.
Het Commissariaat werkt samen met verschillende toezichthouders. Dit gebeurt op basis
van een samenwerkingsprotocol. Er vinden reguliere overleggen plaats waarbinnen signalen
en andere vraagstukken worden besproken. Ook vindt, indien mogelijk, informatie-uitwisseling
plaats.
De Ksa kan ingrijpen als een influencer reclame maakt voor een kansspelaanbieder.
De ACM is bevoegd om te handhaven als sprake is van het overtreden van consumentenwetgeving
waaronder in bij oneerlijke handelspraktijken. De AFM kan handhavend optreden indien
bijvoorbeeld sprake is van misleidende reclame over een financieel product of financiële
dienst. DNB heeft als prudentieel toezichthouder op financiële instellingen hier geen
rol.
In oktober 2021 hebben de ACM, AFM, AP en CvdM het Samenwerkingsplatform Digitale
Toezichthouders (SDT) opgericht ten behoeve van het toezicht op digitale diensten.
Om ervoor te zorgen dat ieders toezichtactiviteiten goed op elkaar aansluiten, kunnen
de toezichthouders samen inspelen op ontwikkelingen.
Vraag 9
Wordt er voor de handhaving op reclame door influencers ook samengewerkt met opsporingsinstanties
in andere landen? Zo ja, hoe ziet deze samenwerking eruit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Binnen ERGA, het EU-netwerk van media toezichthouders, krijgt het onderwerp regulering
van en toezicht op vloggers/influencers al enkele jaren speciale aandacht. Een belangrijke
doelstelling van ERGA is het delen van best practices om zo de implementatie van de
Europese Audiovisuele Mediadiensten Richtlijn te bevorderen en effectief te kunnen
handhaven. Al voor het derde jaar op rij is het Commissariaat voor de Media actief
betrokken bij het opstellen van een rapport om tot uniformere toepassing van de regels
voor vloggers en vergelijkbare aanbieders en een betere bescherming van het publiek
te komen. Meer gezamenlijk optrekken en regelgeving en toezicht afstemmen kan het
gelijk speelveld in Europa bevorderen en voorkomen dat veel influencers zich gaan
vestigen in een bepaald land omdat de regelgeving daar minder streng is of geen actief
toezicht wordt uitgeoefend.
Ook de andere toezichthouders werken samen met andere (Europese) instanties voor fraudebestrijding.
Vraag 10
Hoe verhoudt de Nederlandse aanpak van (illegaal) gokken en beïnvloeding door influencers
zich tot de aanpak in andere landen? Welke lessen kunt u trekken uit het voorkomen
van gokverslaving en oplichting in andere landen?
Antwoord 10
De aanpak van (illegaal) gokken enerzijds en beïnvloeding door influencers anderzijds
verschilt van land tot land. Leerervaringen uit het buitenland hebben betrekking op
regelgeving, samenwerking, preventie en voorlichting. Landen zoals het Verenigd Koninkrijk
hebben al langere tijd ervaring met het reguleren van kansspelen. De ervaringen op
het gebied van kansspelen in andere landen zijn meegenomen in het vormgeven van de
Wet kansspelen op afstand. Zo zijn specifieke regels meegenomen als het gaat om reclame
en verplichtingen van aanbieders. Het is voorts belangrijk om duidelijke regels en
toezicht en handhaving te hebben om illegaal gokken en oplichting tegen te gaan. Het
betrekken van de industrie en samenwerken met socialemediaplatforms kan helpen bij
het identificeren en aanpakken van problematische influencers en reclamepraktijken.
En het investeren in preventieactiviteiten en voorlichting over gokverslaving en oplichting
kan het bewustzijn vergroten en mensen helpen om de risico's beter te begrijpen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.