Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tielen over de HPV-vaccinatie bij mensen ouder dan 27 jaar
Vragen van het lid Tielen (VVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de HPV-vaccinatie bij mensen ouder dan 27 jaar (ingezonden 13 september 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
16 oktober 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 142.
Vraag 1
In hoeverre is het Humaan papillomavirus (HPV)-vaccin, ter preventie van onder andere
baarmoederhalskanker en peniskanker, effectief bij mensen ouder dan 27 jaar? In hoeverre
is het voor zij die dat willen, mogelijk om een HPV-vaccinatie te krijgen?
Antwoord 1
Er is heel weinig wetenschappelijk bewijs hoe effectief HPV-vaccinatie van mensen
ouder dan 27 jaar is om kanker te voorkomen. Er is wel een en ander bekend over de
effecten van HPV-vaccinatie specifiek bij vrouwen boven 26 jaar dat laat zien dat
het beschermende effect veel minder is dan in vrouwen jonger dan 26 jaar. Daarom wordt
voor de HPV-vaccinatie campagne de grens van 26 jaar gehanteerd. Mensen ouder dan
27 jaar kunnen op eigen initiatief en voor eigen kosten zich laten vaccineren, bijvoorbeeld
via de GGD («Vaccinaties op maat»), de gynaecoloog, de uroloog of de huisarts.
Vraag 2
Welke onderzoeken naar de effectiviteit van de verschillende HPV-vaccins na (eerdere)
besmetting worden gebruikt in de afwegingen en wat waren daarvan de resultaten?
Antwoord 2
Zie voor deze onderzoeken het advies van de Gezondheidsraad uit 20191 en specifiek de referenties nr. 33 (Lehtinen 2012), nr 53 (Giuliano 2011), en nr. 54
Palefsky 2011 die daarin worden beschreven.
Vraag 3
Op welke manieren worden mensen ouder dan 27 jaar geattendeerd op de mogelijkheid
tot het halen van een HPV-vaccinatie? Hoe beoordeelt u de communicatie over het nut
van een HPV-vaccinatie op latere leeftijd en/of na een eerdere besmetting?
Antwoord 3
Deze groep wordt niet actief benaderd omdat ze niet in aanmerking komen voor een programmatisch
aanbod vanuit de Rijksoverheid. Op de website van het RIVM en ook van GGD’en staat
dat deze mensen zich op eigen initiatief en voor eigen kosten kunnen laten vaccineren,
bijvoorbeeld via de huisarts. Het RIVM communiceert niet over het nut van een HPV-vaccinatie
op latere leeftijd, dat is namelijk afhankelijk van de individuele situatie. Vandaar
dat het advies is om naar de GGD, de gynaecoloog, uroloog of huisarts te gaan zodat
een individuele afweging kan worden gemaakt op basis van de richtlijnen (LCI factsheet HPV vaccinatie).
Vraag 4
Hoeveel HPV-vaccinaties zijn er gegeven aan mensen geboren vóór 1996 in de afgelopen
vijf jaar?
Antwoord 4
Gegevens over vaccinaties gegeven buiten het Rijksvaccinatieprogramma om, bijvoorbeeld
via de GGD («Vaccinaties op maat»), de gynaecoloog, de uroloog of de huisarts, worden
in de meeste gevallen niet aan het RIVM verstrekt en om die reden is er maar zeer
beperkt inzicht in deze aantallen. Bij het RIVM staan 27 mensen geboren voor 1996
geregistreerd die in de afgelopen vijf jaar HPV vaccinaties hebben gekregen. Dit betreft
dus een onderrepresentatie.
Vraag 5
Wat zijn de richtlijnen voor professionals als het gaat om het bespreken van de mogelijkheid
tot vaccinatie na besmetting met het HPV-virus? Wat zijn de richtlijnen voor professionals
als het gaat om het bespreken van de mogelijkheid tot vaccinatie na behandeling van
een voorstadium van baarmoederhalskanker of andere HPV-gerelateerde kankersoorten?
Antwoord 5
In de richtlijn voor HPV-vaccinatie – opgesteld door het Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding
van het RIVM – wordt aangegeven welke richtlijnen voor professionals van toepassing
zijn, o.a. de FMS richtlijn. Hierin staat beschreven dat hrHPV-vaccinatie na behandeling
van CIN2–3 overwogen kan worden, maar uitsluitend na voorlichting aan de patiënte
over de kosten.
In de richtlijn wordt ook aangegeven dat er nog maar zeer beperkt onderzoek is gedaan
naar het effect van vaccinatie na behandeling van CIN2–3.
Vraag 6
Wat zijn de cijfers met betrekking tot verspilling van vaccins tegen het HPV-virus?
Hoeveel vaccins zijn vernietigd doordat de houdbaarheidsdatum is verstreken? Hoeveel
vaccins dreigen nog te moeten worden vernietigd?
Antwoord 6
Het huidige HPV-vaccin dat wordt gegeven in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma
(Cervarix) heeft een lange houdbaarheid. Hierdoor is het tot dusver niet voorgekomen
dat HPV-vaccins niet meer gebruikt kunnen worden doordat de houdbaarheid verstreken
is. Er zijn maximaal 400.000 vaccins die overblijven en expireren in 2027. Voor de
aankomende tijd is daarom alle inzet erop gericht om expiratie van HPV-vaccins te
voorkomen en de vaccins zo optimaal mogelijk te benutten. In de eerste plaats bij
de HPV-campagne voor jongvolwassenen zelf, die is verlengd tot 1 juni 20242. Daarnaast heeft het de voorkeur de vaccins te gebruiken binnen het reguliere Rijksvaccinatieprogramma.
Omdat er mogelijk alsnog vaccins overblijven, wordt gekeken naar alternatieve, goede
bestemmingen voor de vaccins waarbij alle scenario’s worden meegenomen.
Vraag 7
Deelt u de mening dat verspilling moet worden tegengegaan en dat het zonde is om vaccins
te vernietigen? Heeft de Gezondheidsraad ooit advies uitgebracht over toediening van
vaccins aan mensen die buiten de reikwijdte van het Rijksvaccinatieprogramma vallen,
maar die er graag een zouden willen? Bent u bereid een dergelijk advies te vragen?
Antwoord 7
De Gezondheidsraad adviseert over het vanuit de overheid programmatisch aanbieden
van vaccins aan bepaalde doelgroepen. In het advies van de Gezondheidsraad over het
«Evaluatie schema RVP»3 heeft de commissie wel geadviseerd om voor vaccinaties, die niet in het Rijksvaccinatieprogramma
zijn opgenomen, maar voor individuen wel gezondheidswinst kunnen opleveren, maximaal
bekend en toegankelijk te maken voor de mensen die er gebruik van willen maken. Dit
onder andere omdat op dit moment deze zogenoemde «Vaccinaties op maat» niet optimaal
benut worden. Met het oprichten van een vaccinatievoorziening voor volwassenen bij
de GGD’en is een betere organisatie voor en communicatie over deze «Vaccinaties op
maat» beoogd4.
Vraag 8
Zijn er (wettelijke) mogelijkheden om overgebleven vaccins waarvan de houdbaarheidsdatum
dreigt te verstrijken óf omdat afspraken niet worden nagekomen, kosteloos of tegen
een kleine eigen bijdrage aan te bieden aan mensen buiten het Rijksvaccinatieprogramma?
Zo nee, welke mogelijkheden ziet u en kunt u de Kamer hierover te infomeren?
Antwoord 8
De adviezen van de Gezondheidsraad zijn leidend voor het programmatisch aanbod van
vaccinaties. Het is niet wenselijk hier vanaf te wijken. In de situatie dat er vaccinaties
overblijven wordt er gekeken naar alternatieve bestemmingen voor de vaccins.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.