Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paulusma en Tielen over de noodzaak om vaardigheden van ziekenhuisprofessionals actueel te houden en de rol van de subsidieregeling Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg daarin
Vragen van de leden Paulusma (D66) en Tielen (VVD) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Langdurige Zorg en Sport over de noodzaak om vaardigheden van ziekenhuisprofessionals actueel te houden en de rol van de subsidieregeling Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg daarin (ingezonden 9 oktober 2023).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) mede namens de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 11 oktober 2023).
Vraag 1
Klopt het dat er via de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) nog geen
nieuwe regeling bekend is gemaakt voor de subsidieregeling Kwaliteitsimpuls personeel
ziekenhuiszorg 2023 (de KIPZ) voor het jaar 20241 terwijl hierover in het Integraal Zorgakkoord (IZA) staat opgemerkt dat deze middelen
«beschikbaar blijven voor de medisch-specialistische zorg (msz), onder meer ten behoeve
van het opleiden en ontwikkelen van medewerkers in de msz»?2
Antwoord 1
Dat klopt. De conceptregeling voor de verlening van de Subsidieregeling KIPZ voor
2024 is nagenoeg gereed. Een eenmalige voorzetting van de subsidieregeling wordt in
beginsel als wenselijk geacht voor het aanpakken van de arbeidsmarktproblematiek in
de medisch specialistische zorgsector en om in die sector de ontwikkeling van zorgpersoneel
te kunnen blijven stimuleren. De volgende stap is om deze regeling voor te hangen
aan uw Kamer. Dit is echter nog niet gebeurd, omdat bleek dat er bij het eenmalig
verlengen van de regeling in 2024 sprake is van staatssteunrisico’s.
Vraag 2
Kunt u toelichten wat de stand van zaken is van de in de begroting van het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2024 beschreven overgangsjaar,
dat vanaf 1 januari 2024 in werking zou treden?3
Antwoord 2
In het Integraal Zorgakkoord (IZA) is afgesproken dat de middelen die op grond van
de Subsidieregeling KIPZ worden verstrekt per 1 januari 2024 opgaan in het financiële
instrumentarium van het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn
(TAZ), maar wel beschikbaar blijven voor de medisch specialistische sector. Na consultatie
van veldpartijen bleek een nieuw financieel instrumentarium per 1 januari 2024 uitvoeringstechnisch
niet haalbaar. Daarom is 2024 bestempeld tot een overgangsjaar in aanloop naar het
voornoemde nieuwe instrumentarium. Voor dit overgangsjaar kan de Subsidieregeling
éénmalig worden verlengd. Echter, zoals hierboven ook geschetst, er zijn aan de verlenging
van de Subsidieregeling KIPZ voor het subsidiejaar 2024 staatssteunrisico’s verbonden.
Het ministerie heeft de eenmalige verlenging onder meer vanwege de behoefte om te
sturen op het financieel beheer en rechtmatig handelen stringent bekeken. Hieruit
volgde dat er bij de eenmalige verlenging een risico op staatssteun is, waarbij het
financieel risico uiteindelijk bij de ontvangende partijen ligt. Met de eenmalige
verlenging van de Subsidieregeling voor 2024 kunnen de risico’s niet worden weggenomen.
Het dilemma dat de middelen nodig zijn om de ontwikkeling van zorgpersoneel in de
medisch specialistische sector te kunnen blijven stimuleren en de arbeidsmarktproblematiek
in die sector aan te blijven pakken versus rechtmatig handelen, maakt dat zowel ik,
als de Minister van VWS, er sterk voor voelen om de regeling in 2024 te verlengen.
Hierover is zowel intern binnen het ministerie, maar ook met de Minister van Financiën
contact geweest. Gegeven de aandacht voor het financieel beheer en het risico van
staatssteun heeft de Minister van Financiën vanuit haar verantwoordelijkheid aangegeven
dat zij hecht aan een rechtmatige verlening. Er was echter geen alternatief voorhanden
wat beleidsinhoudelijk hetzelfde bereik heeft en wat ervoor zorgt dat de totale middelen
in 2024 ook ten goede komen aan de sector. Het belang van opleiden binnen de medisch
specialistische sector is onverminderd groot en noodzakelijk om de kwaliteit van zorg
te borgen. Ziekenhuizen rekenen op een vergoeding om deze opleidingen, die in 2024
starten, mogelijk te maken. Voor 2025 ben ik voornemens om in te zetten op een nieuw
financieel instrumentarium onder het programma TAZ dat in lijn is met de staatssteunregels.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat deze middelen een grote meerwaarde hebben, bijvoorbeeld
door de mogelijkheden die zij bieden om investeringen in het opleiden van personeel
in de msz strategisch vorm te geven?
Antwoord 3
Die mening deel ik. We zien dat investeringen in strategisch opleiden binnen de medisch
specialistische zorg hard nodig zijn. Wij staan samen voor een grote opgave om te
zorgen dat we met nagenoeg gelijkblijvende inzet van zorgverleners de steeds stijgende
zorgvraag moeten oplossen. Deze opgave pakken we samen met veldpartijen op en komen
samen in het programma TAZ. Het programma TAZ stimuleert het leren en ontwikkelen
en op die doelstelling sluit een verlenging van de KIPZ-regeling goed aan. Brancheorganisaties
NFU, NVZ en ZKN hebben mij verzekerd dat de onderliggende opleidingsplannen al klaar
liggen.
Vraag 4
Op welk wijze gaat u ervoor zorgen dat de in 2024 gereserveerde middelen (227,5 miljoen
euro) in 2024 in z’n geheel terechtkomen bij de msz partijen en de IZA afspraken dus
nagekomen worden?
Antwoord 4
De enige mogelijkheid die ik op dit moment zie om de middelen conform de IZA afspraak
in zijn geheel in 2024 beschikbaar te stellen is het, vanwege de risico’s op staatssteun,
onrechtmatig eenmalig verlengen van de Subsidieregeling KIPZ. Dit is na een uitvoerige
verkenning de enige manier gebleken om de middelen daadwerkelijk in zijn geheel uit
te keren aan de medisch specialistische zorgsector in 2024. Dit is conform de afspraak
die is gemaakt in het IZA. Voordat de conceptregeling kan worden voorgehangen aan
uw Kamer, is het noodzakelijk dat uw Kamer op de hoogte is van deze de financiële
en juridische risico’s die zijn verbonden aan dit besluit. Het is onmogelijk gebleken
om de Subsidieregeling voor 2024 vrij van staatssteunrisico’s in te richten. Ik wil
nogmaals benadrukken dat ik het noodzakelijk acht om in te blijven zetten op het aanpakken
van de arbeidsmarktproblematiek in de medisch specialistische zorgsectoren om de
ontwikkeling van zorgpersoneel in die sector te kunnen blijven stimuleren. Mijn voorstel
is daarom voor 2024 de huidige subsidieregeling KIPZ te verlengen en in 2025 in te
zetten op een nieuw financieel instrumentarium onder het programma TAZ dat zorg en
welzijns breed is en in lijn is met de staatssteunregels.
Vraag 5
Hoe garandeert u dat het eerder genoemde overgangsjaar en eventuele uitdagingen niet
leiden tot een andere uitkomst?
Antwoord 5
Om ervoor te zorgen dat het gereserveerde geld ook daadwerkelijk bij de partijen komt,
is het aan partijen om plannen in te dienen om deze middelen ook toegekend te krijgen.
Dat is de afgelopen jaren geen probleem geweest, dus daar voorzie ik voor 2024 ook
geen belemmeringen. Wel is het belangrijk te benadrukken, gelijk aan de beantwoording
van vraag 2, dat het staatssteunrisico bij de ontvangende partijen ligt. Brancheorganisaties
(NFU, NVZ en ZKN) hebben mij verzekerd dat de onderliggende opleidingsplannen al klaar
liggen. Wij hebben het afgelopen jaar intensief met voornoemde brancheorganisaties
gesproken en in de gezamenlijke communicatie ook aangegeven dat hoewel de regelingen
zich meer gaan bewegen naar samenwerking en strategisch opleiden de partijen wel hun
opleidingsplannen voor 2024 moesten blijven ontwikkelen.
Vraag 6
Op welke wijze gaat u zorgen voor een goede structurele inbedding van deze middelen
zodat het doel, namelijk het voorzien in een noodzaak om vaardigheden van ziekenhuisprofessionals
actueel te houden, ook in de jaren na 2024 goed geborgd is?
Antwoord 6
De gesprekken hoe deze middelen in te zetten voor het opleiden van zorgpersoneel binnen
de medisch specialistische sector na 2024, lopen reeds. We doen dit in nauwe samenwerking
met de brancheorganisaties NFU, NVZ en ZKN. De subsidieregeling krijgt vanaf 2025
een vervolg in een nieuw financieel instrumentarium onder het programma TAZ en zal
eveneens ruimte bieden voor het opleiden van zorgpersoneel. Hiermee wordt ook de IZA-afspraak
nagekomen dat de middelen voor de KIPZ opgaan in het financieel instrumentarium van
de TAZ, maar wel beschikbaar blijven voor de medisch specialistische sector. Dit financieel
instrumentarium zal zorg en welzijn breed zijn en dient de rechtmatigheid te borgen,
zodat een en ander bijdraagt aan de reeds ingeslagen weg om het financieel beheer
te verbeteren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport -
Mede namens
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.