Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boulakjar over het bericht ‘Kabinet blijft onvermurwbaar: geen broodnodige studentenhuizen of woningen onder aanvliegroute Schiphol’
Vragen van het lid Boulakjar (D66) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «Kabinet blijft onvermurwbaar: geen broodnodige studentenhuizen of woningen onder vliegroute Schiphol» (ingezonden 12 juli 2023).
Antwoord van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens
de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 25 september 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Kabinet blijft onvermurwbaar: geen broodnodige studentenhuizen
of woningen onder vliegroute Schiphol»1 op basis van het persbericht en de Raadsbrief van 11 juli 2023 van de gemeente Amstelveen2?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat er in de regio Amsterdam een nijpend tekort is van
ruim 6.600 studentenwoningen en dat het toevoegen van studentenwoningen direct naast
de bestaande studentencampus Uilenstede het tekort met bijna twee derde had kunnen
terugdringen?
Antwoord 2
Het tekort aan studentenwoningen in de regio Amsterdam is bekend. Het Rijk zet zich
daarom samen met gemeenten, hogeronderwijsinstellingen, studentenhuisvesters en studenten
in om zorg te dragen voor voldoende studentenhuisvesting die aansluit bij de behoefte
van studenten binnen het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022–2030. Het tekort
aan studentenwoningen is, naast de problematiek met langdurige leegstand van kantoren
in het gebied Kronenburg, één van de redenen waarom gekeken wordt naar de mogelijkheden
in dit gebied. Kronenburg is echter direct gesitueerd onder de aanvliegroute van de
Buitenveldertbaan, wat veiligheid- en gezondheidsrisico’s met zich meebrengt voor
nieuwe bewoners in dit gebied. Bij het kijken naar mogelijkheden in dit gebied gaat
het om een afweging van verschillende publieke belangen waarvan het tekort aan studenthuisvesting
er één is.
Vraag 3
Kunt u uitgebreid ingaan op wat het wegvallen van deze plannen betekent voor het tekort
en aantal te bouwen studentenwoningen in de regio Amsterdam de komende jaren?
Antwoord 3
Op grond van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) zijn studentenwoningen op
Kronenburg niet uitgesloten. Om die reden is er vanuit de NOVEX Schiphol ook een traject
in gang gezet onder begeleiding van een externe adviseur om te verkennen wat er wél
mogelijk zou kunnen zijn. In het antwoord op vraag 5 wordt hier verder op ingegaan.
Ook binnen de regels van het LIB gaan de ministeries graag het gesprek aan met de
regio over de mogelijkheden. Zo biedt het LIB de mogelijkheid om op locaties zoals
Kronenburg shortstay-functies te realiseren, omdat door de tijdelijkheid van bewoning,
namelijk een verblijf van niet langer dan 6 maanden, de gezondheidseffecten beperkt
zullen zijn.
Daarnaast wonen studenten niet alleen in structurele studentenwoningen. Uit de Landelijke
Monitor Studentenhuisvesting 2022 blijkt dat 45% van de uitwonende studenten in de
regio Amsterdam in een structurele studentenwoning woont. Het merendeel van de uitwonende
studenten in de regio Amsterdam heeft een woonruimte die ook toegankelijk is voor
andere doelgroepen. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan
niet specifiek ingaan op het gevolg op de studentenhuisvesting in de regio indien
de ontwikkeling van Kronenburg geen doorgang vindt. Wel is het duidelijk dat er een
grote behoefte is aan de uitbreiding van het aantal studentenwoningen, ook in deze
regio.
Vraag 4
Klopt het dat u van mening bent dat Kronenburg niet noodzakelijk is voor het halen
van de woningbouwopgave in de Metropool Regio Amsterdam, ook niet voor studentenhuisvesting,
omdat er voldoende andere locaties in de regio zijn voor (studenten)woningen? Welke
plekken zijn dat dan? Om hoeveel (studenten)woningen gaat dit? Kan daar op eenzelfde
korte termijn gestart worden met bouwen als nu in Kronenburg zou kunnen? Wanneer worden
deze studentenwoningen opgeleverd?
Antwoord 4
Gelet op de enorme opgave voor de woningbouw, ook voor huisvesting voor studenten,
moet serieus gekeken worden naar de mogelijkheden op alle kansrijke locaties voor
woningbouw. Kronenburg is echter direct gesitueerd onder de aanvliegroute van de Buitenveldertbaan.
Door deze ligging gelden er regels uit het LIB met oog op veiligheidsrisico’s en geluidoverlast.
In het antwoord op vraag 6 wordt hier nader op ingegaan.
Op basis van de woondeals zijn er in de regio Amsterdam (MRA) voldoende woningbouwlocaties
aanwezig om in de woningbouwopgave te kunnen voorzien, ook bij een eventuele vertraging
of uitval van de locatie Kronenburg. De MRA heeft aangegeven in de periode tot en
met 2030 175.000 woningen te willen realiseren, er zijn momenteel 237.400 woningen
opgenomen in woningbouwplannen (Woondeal MRA, 15-3-2023). Ook in de regio Amstelland-Meerlanden
zijn voldoende woningbouwlocaties aanwezig (30.550 bouwopgave, 40.300 in bouwplannen),
en ook in de gemeente Amstelveen zijn voldoende woningbouwlocaties (6.000 bouwopgave,
9.100 in bouwplannen). Wel is in de woondeal van de MRA opgenomen dat de gemeente
Amstelveen heeft aangegeven deze locatie nodig te hebben om de benodigde aantallen
sociale woningbouw te realiseren.
Specifiek voor studentenhuisvesting in de regio zijn nog weinig concrete locaties
en plannen in beeld. Hiervoor geldt dat er nog een flinke opgave ligt om het aantal
studentenwoningen uit te breiden conform het streven uit het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting.
Gezien de ligging van Kronenburg naast Campus Uilenstede en de concreetheid van de
plannen van de gemeente Amstelveen is het een belangrijke locatie. We kunnen echter
niet voorbij gaan aan het feit dat dit een zwaar geluidbelast gebied is. Deze regels
in het LIB zijn gericht op het beschermen van bewoners.
Het Ministerie voor Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties heeft momenteel niet
inzichtelijk op welke termijn er op alternatieve locaties gestart kan worden met de
bouw indien Kronenburg niet verder ontwikkeld zal worden. Dit zou in gesprek met gemeente(n)
en provincie in kaart moeten worden gebracht. Zoals hierboven aangegeven is het kabinet
echter niet van mening dat ontwikkeling van Kronenburg uitgesloten is. Daarnaast lopen
er gesprekken met de Metropoolregio Amsterdam om andere mogelijke locaties en plannen
voor studentenhuisvesting in beeld te brengen.
Vraag 5
Klopt het dat u het advies van de door het Rijk aangestelde topambtenaar Hans van
der Vlist met verschillende oplossingsrichtingen om te komen tot een doorbraak in
dit langlopende dossier niet hebt overgenomen? Waarom zijn alle oplossingsrichtingen van tafel geveegd?
Antwoord 5
De gezamenlijk partijen bij de NOVEX Schiphol hebben Hans van der Vlist als extern
adviseur de opdracht gegeven om te bezien hoe een doorbraak gecreëerd kan worden in
een drietal gebieden in de Schipholregio waar leefbaarheidsproblematiek speelt en
die beperkt worden in de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden omdat de geluidsbelasting
door luchtvaart er hoog is. Het gaat hierbij om Rijsenhout, Stommeer en Kronenburg.
Voor de gebieden Rijsenhout en Stommeer bleek het mogelijk om als gemeente, provincie
en Rijk gezamenlijk deze doorbraak te creëren en te komen tot afspraken om de leefbaarheid
in deze gebieden te vergroten. De adviezen hierover zijn ook door het Rijk omarmd.
Voor Kronenburg bleek het niet mogelijk tot een breed gedragen oplossing te komen
en daarom heeft Van der Vlist in zijn advies aangegeven dat een doorbraak op dit dossier
een politiek besluit vergt. Tevens geeft hij vier scenario’s weer waarlangs woningbouwplannen
in Kronenburg kunnen worden beredeneerd indien de uitkomst van het politieke besluit
is dat in Kronenburg meer woningbouw zal worden toegestaan dan krachtens de huidige
wet- en regelgeving mogelijk is.
Om de huidige impasse te doorbreken en de leefbaarheid te versterken ziet het Rijk
mogelijkheid om nauw aan te sluiten bij het tweede scenario dat Hans van der Vlist
omschrijft voor Kronenburg. Op basis hiervan zou verkend kunnen worden of een ontwikkeling
van 438 woningen mogelijk is als eerste fase van ontwikkeling van dit gebied. Dit
sluit dus nauw aan bij een van de omschreven scenario’s uit het advies van Hans van
der Vlist. Wel is dit scenario kleiner van omvang dan het scenario dat wordt geadviseerd.
Gezien de ligging van Kronenburg onder de aanvliegroute van de Buitenveldertbaan,
en de veiligheidsrisico’s en geluidsbelasting die dit met zich mee brengt, ziet het
Rijk dit scenario als meer geschikt voor een eerste fase van ontwikkeling van dit
gebied. Vooropgesteld dient te worden dat er ook voor het realiseren van 438 woningen
aanpassing nodig is van de wet- en regelgeving. Bij nog te maken plannen dient voorop
te staan dat wordt uitgegaan van hetgeen benodigd is om de leefbaarheid in het gebied
te verbeteren. Door het toepassen van de laatste inzichten van geluidadaptief bouwen,
het uitvoeren van tussenevaluaties en monitoring kan gekeken worden of verdere gebiedsontwikkeling
met het toevoegen van meer woningen gezond en veilig kan. De door de gemeente Amstelveen
te maken plannen dienen hieraan te voldoen. Vervolgens zal bekeken worden hoe wet-
en regelgeving in overeenstemming valt te brengen met deze plannen.
Dit aantal staat los van het aantal toe te voegen short-stay woningen, waarvoor binnen
het LIB mogelijkheden zijn. Door ook short-stay toe te voegen zou er een substantieel
aantal woningen op deze locatie gerealiseerd kunnen worden.
Het Rijk heeft hierop in een ambtelijk gesprek met de gemeente Amstelveen gevraagd
om te kijken of er woningbouwplannen voor Kronenburg zijn te maken die recht doen
aan deze complexe problematiek en heeft hulp daarbij aangeboden. Daarnaast heeft het
Rijk de gemeente aangeboden om hier na het zomerreces bestuurlijke afspraken over
te maken om zodoende opvolging te geven aan het advies van Van der Vlist om een politiek
besluit te nemen.
Op basis van het bovenstaande gaat het Rijk nog steeds graag in gesprek met de gemeente
Amstelveen over de mogelijkheden in het gebied. Hierbij lijkt uitvoering van het oorspronkelijke
plan van Amstelveen op korte termijn geen optie. Dit betekent echter niet dat er niets
mogelijk is op deze locatie. De Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en van Infrastructuur en Waterstaat hebben gezamenlijk de gemeente Amstelveen verzocht
om hierover bestuurlijk in gesprek te gaan.
Vraag 6
Deelt u de mening dat woningbouw in de huidige woningcrisis, zeker in een uniek gebied
waar al duizenden studentenwoningen aanwezig zijn sinds de jaren ’60 en waar studenten
slechts een aantal jaar verblijven tijdens hun studie, niet belemmerd mag worden door
vliegbewegingen? Waarom verkiest het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vliegtuigen
boven woningen?
Antwoord 6
Zoals hiervoor is aangeven, moet gelet op de enorme opgave voor de woningbouw, ook
voor huisvesting voor studenten, serieus gekeken worden naar de mogelijkheden op alle
kansrijke locaties voor woningbouw. Hierbij dient echter echter ook gezorgd te worden
voor een veilig en gezond leefklimaat.
In de hoofdlijnenbrief uit de zomer van 2022 heeft het kabinet aangekondigd een betere
balans na te streven tussen luchtvaart en de belasting van de leefomgeving. Het kabinet
kiest daarbij om op korte termijn terug te gaan in het aantal vliegtuigbewegingen
en op langere termijn een nieuw stelsel te ontwikkelen waarmee gestuurd gaat worden
op steeds verder terugdringen van de geluidsoverlast. Ondanks deze inzet om geluidbelasting
rond Schiphol sterk te verminderen zullen er gebieden zijn, dicht bij de luchthaven
en onder de vliegroute, waar geluidbelasting effect heeft op de omgeving. Voor die
gebieden zijn er regels opgenomen in het LIB waarmee beperkingen worden gesteld ten
aanzien van het gebruik van gronden vanwege veiligheidsrisico’s en geluidoverlast
door vliegverkeer in de omgeving van Schiphol. Kronenburg ligt binnen het beperkingengebied
LIB4 waarvoor regels gelden ter bescherming van omwonenden rondom de luchthaven, omdat
vliegtuiglawaai kan leiden tot negatieve gezondheidseffecten van inwoners en gebruikers
van dit gebied. Vanwege de geluidbelasting in het LIB4 gebied, zijn nieuwe woningen
en andere gebouwen met een geluidgevoelige functies in principe niet toegestaan. Binnen
de regel is enige flexibiliteit geboden door voor nieuwbouwplannen tot maximaal 25
woningen de afweging aan de gemeente te laten om lokaal verpaupering tegen te gaan
en de leefbaarheid te waarborgen. Het plan van de gemeente Amstelveen voor Kronenburg
betreft het toevoegen van 2500 woningen daarmee overstijgt dit plan het aantal van
25 in hoge mate.
Het kabinet hecht er waarde aan om te komen tot een oplossing voor Kronenburg die
alle partijen duidelijkheid biedt en aansluit bij de behoeften en beperkingen in het
gebied. Daarom is vanuit de NOVEX Schiphol ook aan Hans van der Vlist gevraagd om
een advies uit te brengen met oplossingsrichtingen. Zoals in antwoord 5 is aangegeven
gaat het Rijk graag verder het gesprek aan met de gemeente Amstelveen.
Vraag 7
Klopt het dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) geen goedkeuring kan geven
aan de bouw van studentenwoningen op Kronenburg vanwege het Luchthavenindelingsbesluit
(LIB)? Klopt het dat de inspectie überhaupt niet bij machte is om hiervan af te wijken?
En klopt het dat u wel de bevoegdheid heeft om een «verklaring van geen bezwaar» af
te geven waardoor de bouw van de broodnodige studentenwoningen op Kronenburg vrijwel
direct kan starten?
Antwoord 7
In het LIB wordt de mogelijkheid geboden om in afwijking op de regels gebouwen toe
te staan wanneer hiervoor een verklaring van geen bezwaar (vvgb) is verkregen, als
bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart. De beoordeling van een vvgb-aanvraag
en het eventueel verlenen van een vvgb is gemandateerd aan de ILT. Deze mogelijkheid
van een vvgb is er om, binnen gegeven criteria, af te kunnen wijken van het LIB in
bijzondere omstandigheden. De ILT beoordeelt ieder individuele vvgb-aanvraag op grond
van vijf toetsingscriteria die opgenomen zijn in de nota van toelichting van het LIB.
In alle gevallen dient gemotiveerd te zijn dat het plan niet buiten het betreffende
beperkingengebied kan worden gerealiseerd, op een vanwege vliegverkeergeluid en -risico
meer geschikte plek. Op grond van het Bro geldt daarnaast dat in alle gevallen allereerst
de ladder voor duurzame verstedelijking doorlopen moet worden, waarbij de gemeente
in de toelichting op een ruimtelijk plan voor een stedelijke voorziening de behoefte
hieraan beschrijft. Bij het verstrekken van een vvgb wordt er voor gewaakt dat via
precedentwerking de regels steeds verder worden opgerekt. Op grond van de geldende
criteria heeft de ILT al in 2018 een vvgb-aanvraag voor studentenwoningen in Kronenburg
afgewezen. In 2021 heeft de gemeente Amstelveen het bestemmingsplan voor Kronenburg
vastgesteld zonder vvgb. De Raad van State heeft vervolgens geoordeeld dat afwijken
van het LIB zonder vvgb niet mogelijk is.
Vraag 8
Wat betekent dit voor de rest van de plannen als het Rijk al zo snel terug moet komen
op de recent ondertekende afspraken met provincies Noord-Holland en Flevoland, en
de gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam in de Woondeal MRA (15-03-2023)?
Antwoord 8
Eventuele vertraging of uitval bij de locatie Kronenburg betekent niet dat de bestuurlijke
afspraken uit de Woondeal niet gevolgd worden. Gemeenten, provincie en Rijk hebben
in het kader van de Woondeals afspraken gemaakt over het realiseren van een bepaald
aantal woningen. Middels het beschikbaar hebben van voldoende plancapaciteit kan,
ondanks uitval en vertraging, de woningbouwdoelstelling in de Woondeal toch gerealiseerd
worden. Bijvoorbeeld door de inzet van alternatieve locaties.
Vraag 9
Ziet u nog kansen om binnen afzienbare tijd een substantieel aantal (studenten)woningen
toe te voegen op Kronenburg? Zo ja, hoe ziet u dit voor zich? Om hoeveel woningen
gaat het dan? Zo nee, is de bouw van studentenwoningen in Kronenburg dan deze kabinetsperiode
definitief van de baan?
Antwoord 9
Het kabinet zet nog steeds kansen om tot een gezamenlijk gedragen ontwikkeling van
het gebied Kronenburg te komen. Zoals aangegeven ligt uitvoer van het oorspronkelijke
plan van de gemeente Amstelveen op korte termijn niet voor de hand. Het kabinet gaat
graag samen het gesprek aan met Amstelveen om te kijken wat er wel mogelijk is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.