Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over het bericht dat er alweer twee huisartsenpraktijken zijn overgenomen door de commerciële keten Co-Med
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat er alweer twee huisartsenpraktijken zijn overgenomen door de commerciële keten Co-Med (ingezonden 21 augustus 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 25 september
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3587.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat er alweer twee huisartsenpraktijken zijn overgenomen
door de commerciële keten Co-Med?1
Antwoord 1
In beginsel staat het elke partij in Nederland vrij om een huisartsenpraktijk te starten
of over te nemen als zij aan de geldende wet- en regelgeving voldoen. Ik verken de
mogelijkheden om in concrete gevallen, waarin toezichthouders op basis van signalen
gericht onderzoek doen naar het handelen van bepaalde zorgaanbieders, de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa) de wettelijke bevoegdheid te geven om gedurende de looptijd van
die onderzoeken overnames door betreffende partijen te verbieden. Ik vind het namelijk
belangrijk dat in deze situaties de betreffende zorgaanbieder alle aandacht en energie
steekt in het verbeteren van de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg en niet in
het overnemen van nieuwe praktijken.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat het zorgwekkend is dat commerciële bedrijven die gericht
zijn op het maken van winst steeds meer huisartsenpraktijken overnemen, terwijl de
zorg voor patiënten daaronder lijdt?
Antwoord 2
Ik zie dat er zich mogelijk risico’s voor kunnen doen bij ketens in de huisartsenzorg,
bijvoorbeeld wanneer het realiseren van (uitkeerbare) winst een groter belang krijgt
dan de kwaliteit of de toegankelijkheid van zorg. Indien daardoor de kwaliteit en/of
de toegankelijkheid van zorg in gevaar komt zullen de toezichthouders handhavend optreden.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat de toezichthouders te weinig middelen hebben om de opmars
van commerciële huisartsenketens tegen te gaan, aangezien de IGJ wordt teruggefloten
door de rechter2 en de NZa enkel kijkt naar de procedure bij overnames3?
Antwoord 3
Het is op dit moment te prematuur om te stellen dat de toezichthouders te weinig juridische
middelen hebben om effectief toezicht te houden. De zaak waar u over spreekt is nog
onder de rechter en er is derhalve geen definitieve uitspraak. Daarnaast loopt momenteel
een gezamenlijk onderzoek van de IGJ en NZa naar innovatieve ketens van huisartsenzorg.4 Onderdeel van dat onderzoek is of de beide toezichthouders het toezicht op dergelijke
praktijken anders moeten vormgeven.
Indien één van de conclusies van dat onderzoek is dat de toezichthouders aanvullende
juridische middelen nodig hebben voor effectief toezicht, verwacht ik dat zij dit
zullen aangeven.
De suggestie die u wekt, dat de NZa alleen naar de procedures kijkt bij overnames,
herken ik niet. De zorgspecifieke concentratietoets is een onderdeel van het toezicht
door de NZa. De NZa heeft geen juridische grond om overnames tegen te houden als de
procedure om tot de overname te komen goed is gevolgd. Zoals in antwoord 1 al aangegeven,
verken ik de mogelijkheden om in concrete gevallen, waarin toezichthouders op basis
van signalen gericht onderzoek doen naar het handelen van bepaalde zorgaanbieders,
de NZa de wettelijke bevoegdheid te geven om gedurende de looptijd van die onderzoeken
overnames door betreffende partijen te verbieden.
Naast de zorgspecifieke concentratietoets heeft de NZa meer taken en bevoegdheden
op grond van de Wet marktordening en gezondheidszorg (Wmg) om de betaalbaarheid en
toegankelijkheid van zorg te borgen. Zo ziet de NZa toe op aanmerkelijke marktmacht
van zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Daarnaast ziet de NZa toe op de naleving van
administratieverplichtingen, een goed bestuur en een professionele bedrijfsvoering
van organisaties, als ook op de rechtmatigheid van de declaraties. Ook houdt de NZa
toezicht op de toegankelijkheid van zorg en de zorgplicht van zorgverzekeraars.5
Vraag 4
Welke mogelijkheden zijn er om de opmars van commerciële huisartsenketens tegen te
gaan?
Antwoord 4
De eerstelijnszorg is een belangrijke pijler voor goede en toegankelijke zorg in Nederland.
De toenemende zorgvraag en het beperkte aanbod van zorgmedewerkers zet ook de eerstelijnszorg
inclusief de huisartsen onder druk. Tegen die achtergrond zien we nieuwe vormen van
huisartsenzorg ontstaan.
Met het Integraal Zorgakkoord hebben we met alle betrokken partijen afspraken gemaakt
om deze druk het hoofd te bieden. We werken gezamenlijk aan een visie op de eerstelijnszorg
waarin we een betere organisatie en samenwerking van de eerstelijn voor ogen zien.6 Samenwerken en committeren aan de gemaakte (regio-)afspraken is hierbij van cruciaal
belang. In lijn met het gedachtengoed achter de visie op de eerste lijn, hebben huisartsen(ketens),
regionale huisartsenorganisaties en zorgverzekeraars zelf een belangrijke rol bij
het toekomstbestendig inrichten van de huisartsenzorg in hun regio. Door gericht beleid
te voeren rondom de arbeidsmarkt en het praktijkhouderschap en duidelijke afspraken
te maken over de (eisen aan) regionale samenwerking en zich hieraan te committeren,
kunnen deze partijen gezamenlijk sturen op voldoende en kwalitatief goed aanbod van
huisartsenzorg in de regio en zo ongewenste overnames door ketens te voorkomen.
Daarbij blijf ik, zoals ik reeds in het commissiedebat van 5 juli heb aangegeven,
bestaande praktijkhouders oproepen om geen goodwill te vragen bij de overdracht van
hun praktijk, om zo geen onnodige drempels op te werpen voor jonge huisartsen om praktijkhouder
te worden.
De NZa en IGJ zien toe op de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg. Zoals beschreven
in de voorgaande antwoorden verken ik de mogelijkheden om in concrete gevallen, waarin
toezichthouders op basis van signalen gericht onderzoek doen naar het handelen van
bepaalde zorgaanbieders, de NZa de wettelijke bevoegdheid te geven om gedurende de
looptijd van die onderzoeken overnames door betreffende partijen te verbieden.
Daarnaast laat ik, zoals is voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg in juni jl.,
zorgbreed een onderzoek doen om beter inzicht te krijgen in de daadwerkelijke (positieve
en negatieve) effecten van private equity in de zorg op de kwaliteit, toegankelijkheid
en betaalbaarheid.7 Eind van dit jaar zal ik uw Kamer informeren over de stand van zaken daaromtrent.
Vraag 5
Hoe staat het met het onderzoek naar «de mogelijkheid om de NZa de bevoegdheid te
geven om overnames door specifieke aanbieders te verbieden wanneer toezichthouders
op basis van signalen onderzoek doen naar deze aanbieder»?8
Antwoord 5
Zoals in voorgaande antwoorden beschreven staat, loopt het onderzoek om de NZa meer
wettelijke bevoegdheden te geven om overnames tegen te houden op het moment dat er
signalen zijn over de kwaliteit of toegankelijkheid van de zorg. Naar verwachting
vergt een dergelijke bevoegdheid een wijziging van de Wmg. Ik zal uw Kamer voor het
eind van dit jaar verder informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.