Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bouchallikh over het bericht 'Zembla: Chemours wist al decennia van gezondheidsrisico’s pfas'
Vragen van het lid Bouchallikh (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Zembla: Chemours wist al decennia van gezondheidsrisico's pfas» (ingezonden 23 juni 2023).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en van de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport (ontvangen 14 september 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2022–2023, nr. 3252.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Zembla: Chemours wist al decennia van gezondheidsrisico’s
pfas»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het zeer zorgelijk is dat het verontreinigde water rondom de
Chemours-fabriek leidt tot de genoemde milieu- en maatschappelijke schade? Welke maatregelen
gaat u treffen om de schade te verminderen of te compenseren?
Antwoord 2
Ja, deze zorg wordt gedeeld, net als de wens om schade aan het milieu zoveel mogelijk
te beperken. Indien er sprake is van schade dan kan een bedrijf hiervoor aansprakelijk
worden gesteld door degenen die deze schade hebben geleden. De gemeenten Papendrecht,
Sliedrecht, Molenlanden en Dordrecht hebben het voortouw genomen om een civielrechtelijke
zaak aan te spannen tegen de bedrijven Chemours en DuPont. De betrokken gemeenten
hebben de bedrijven Chemours en DuPont gezamenlijk aansprakelijk gesteld voor de financiële
schade door verontreiniging met o.a. PFOA veroorzaakt door deze bedrijven. Op 23 april
2021 hebben de gemeenten naar buiten gebracht dat zij een volgende stap zetten en
beide bedrijven dagvaarden en schadevergoeding eisen. Ook heeft de Provincie Zuid-Holland
Chemours al officieel aansprakelijk gesteld maar nog geen zaak aangespannen.
Aansprakelijkheidsstelling via het privaatrecht is overigens maar een van de mogelijkheden
om de impact van een bedrijf op het milieu zo klein mogelijk te houden. Vanuit de
betrokken overheden worden de instrumenten ingezet die in de specifieke situatie het
meest effectief zijn en passen bij het doel dat moet worden bereikt. Elk bedrijf in
Nederland heeft zich te houden aan de geldende wet- en regelgeving, en aan alle vergunningen.
Om ervoor te zorgen dat bedrijven zich aan de regels en vergunningen houden, bestaat
bij uitstek het publiekrecht als middel. Het gaat dan om het aanscherpen van vergunningen
en bij overtredingen om het opleggen van bestuursrechtelijke sancties zoals een last
onder dwangsom. Dat gebeurt in de praktijk ook door de betreffende overheden die als
bevoegd gezag zijn aangewezen. Ook kan gebruik worden gemaakt van wet- en regelgeving
die specifiek is gericht op het doen herstellen van veroorzaakte milieuschade, zoals
de Wet bodembescherming en Titel 17.2 Wet milieubeheer. Voor het Openbaar Ministerie
(OM) bestaat de mogelijkheid om het strafrecht in te zetten bij milieuovertredingen
als deze strafbaar zijn.
Vraag 3
Welke maatregelen gaat u treffen om te zorgen dat de informatievoorziening van bedrijven
rondom vervuilende praktijken transparanter en duidelijker verloopt in de toekomst?
Antwoord 3
Informatievoorziening is een belangrijke pijler in de eigen verantwoordelijkheid van
bedrijven richting haar omwonenden en zorgt voor een license to operate.
Op meerdere plekken wordt daarom gewerkt aan het versterken van de informatievoorziening
in het stelsel voor vergunningverlening toezicht en handhaving (VTH).
Eén van de pijlers van het interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel (IBP
VTH) richt zich op informatievoorziening. Doel van deze pijler is versterken van de
informatievoorziening van het VTH-stelsel. Essentieel is het beschikbaar krijgen van
data met een hoge datakwaliteit die door alle of meerdere VTH-partijen worden gebruikt
en afspraken maken over standaarden voor opslag, ontsluiting, uitwisseling en presentatie
van data en informatie, zodat partijen in staat worden gesteld data uit te wisselen
en daarmee de informatiepositie van partijen in het VTH-stelsel verbetert en dit leidt
tot effectievere en efficiëntere vergunningverlening, toezicht en handhaving. Een
voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van de ZZS-emissiedatabase op basis van de reeds
bestaande wettelijke verplichting om de uitstoot van ZZS te rapporteren. Met de database
heeft eenieder in de toekomst breder toegang tot de emissiegegevens van vergunningplichtige
bedrijven.
Naast de pijler informatievoorziening zijn er ontwikkelingen omtrent de openbaarmaking
van vergunningen en toezichts- en handhavingsinformatie in het IBP VTH. Zo wordt onderzocht
onder welke voorwaarden gegevens die nu passief openbaar gemaakt moeten worden, actief
openbaar gemaakt kunnen worden, zodat er een eenduidig openbaarmakingsregime geldt.
Op dit moment zijn er steeds meer Omgevingsdiensten die handhavingsbesluiten actief
publiceren.
Ook worden steeds meer gegevens zichtbaar via atlasleefomgeving.nl en wordt gewerkt
aan een landelijke emissiedatabase voor zeer zorgwekkende stoffen. Via een website
kan iedereen deze gegevens inzien. Door de Wet open overheid (Woo) en het verdrag
van Aarhus is in Nederland ook veel milieu-informatie passief openbaar. Hiermee hebben
omwonenden een belangrijk instrument om zelf ook zicht te houden op het functioneren
en emissies van nabijgelegen bedrijven. Ook wordt momenteel bezien welke rol er voor
de Altijd Actuele Digitale Vergunning (AADV) mogelijk is in het landelijke VTH-stelsel.
Hierover is uw Kamer onlangs bericht2. Over de verdere voortgang van het IBP VTH wordt uw Kamer halfjaarlijks geïnformeerd.
Door in te zetten op het verbeteren van de informatievoorziening aan de zijde van
de overheid en deze informatie ook te ontsluiten worden bedrijven gestimuleerd transparanter
te zijn in hun eigen handelen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat op basis van dit bericht de vergunningen van Dupont/Chemours
onvoldoende worden gecontroleerd om gezondheidsrisico’s te voorkomen? Zo nee, ziet
u een mogelijkheid voor het herzien en eventueel aanscherpen van de vergunningverleningen
van Chemours?
Antwoord 4
Op regelmatige basis worden de vergunningen bezien en eventueel aangepast. De Provincie
Zuid-Holland en Rijkswaterstaat (namens de Minister van IenW) hebben in oktober 2022
respectievelijk een vernieuwde Omgevingsvergunning en een Watervergunning verleend.
De huidige Watervergunning, die op 11 oktober 2022 is afgegeven, is adequaat. Chemours
heeft tegen de Omgevingsvergunning van de provincie Zuid-Holland en een eerder besluit
uit 2019, de zogeheten derde ambtshalve wijziging, beroep ingesteld. Chemours heeft
in haar beroep tegen de derde ambtshalve wijziging deels gelijk gekregen van de bestuursrechter.
De Provincie Zuid-Holland heeft op 28 maart 2023 laten weten hoger beroep in te stellen
tegen deze uitspraak bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Aangezien
deze procedure nog loopt kunnen hier geen verdere uitspraken over worden gedaan.
In het recent verschenen rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) «Industrie
en omwonenden»3 wordt geconcludeerd dat de gezondheid van omwonenden van de grote industrie niet
altijd geborgd is en dat gemeenschappelijke van alle overheidslagen inspanningen hierop
hard nodig zijn en blijven. Ook de casus Chemours/Du Pont is in dit rapport onderzocht.
Het is dan ook noodzakelijk dat bedrijven hun uitstoot verlagen zodra er verhoogde
gezondheidsrisico’s blijken te zijn.
Vraag 5
Hoe oordeelt u over het feit dat omwonende lijden aan hoge concentraties van gevaarlijke
stoffen als consequentie van de praktijken van Chemours?
Antwoord 5
Het is uiteraard onwenselijk dat omwonenden en anderen te maken hebben met (te) hoge
concentraties van gevaarlijke stoffen in hun omgeving. Vanuit het Rijk wordt daarom
onderzocht hoe de blootstelling aan PFAS omlaag kan worden gebracht.
Vraag 6
Deelt u de mening dat deze situatie een voorbeeld is van het falen van de overheid
in het vervullen van haar zorgplicht? Welke concrete maatregelen gaat u treffen, zodat
de overheid aan haar zorgplicht voldoet, en de gezondheid van alle Nederlanders beschermt
van de mispraktijken van Chemours?
Antwoord 6
De zorgplicht voor het beschermen en het verbeteren van het leefmilieu is neergelegd
in artikel 21 van de Grondwet. De maatregelen die ter voldoening aan deze zorgplicht
zijn getroffen, zijn neergelegd in het stelsel van wet- en regelgeving waaronder de
Wet milieubeheer, de Wet bodembescherming, de Waterwet en de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo). Zoals alle bedrijven en burgers dient ook Chemours zich aan
deze wet- en regelgeving te houden en de op basis daarvan afgegeven vergunningen en
vergunningvoorschriften. Indien dat niet het geval is kan het bevoegd gezag hiertegen
handhavend optreden. Waar nodig is ook strafrechtelijk ingrijpen mogelijk door het
OM.
Tegelijkertijd is het zo dat door de OvV is geconcludeerd dat zorgen over gezondheid
blijven ondanks dat bedrijven voldoen aan de wettelijke normen en vergunningen. De
wettelijke normen zijn namelijk niet altijd gericht op het volledig voorkomen van
gezondheidseffecten. De Staatssecretaris van IenW gaat, in afstemming met de andere
overheden, omwonenden en het bedrijfsleven aan de slag met de aanbevelingen uit het
rapport en zal laten onderzoeken of en welke verbeteringen nodig zijn.4
Vraag 7
Hoe apprecieert u de milieuschade die de waterverontreiniging veroorzaakt heeft in
het gebied? Hoe wordt deze schade zo snel mogelijk hersteld, zodat omwonenden geen
gezondheidsrisico’s meer ervaren?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 2 hierboven, en de beantwoording van vraag 22 van de schriftelijke
vragen van het Lid Hagen c.s. (2023Z12309).
Vraag 8
Is de informatie rondom de gezondheidsrisico’s beschikbaar voor de inwoners uit omringende
gemeentes?
Antwoord 8
De gemeente Dordrecht heeft een uitgebreid dossier met alle relevante informatie op
haar website geplaats. Hier is alle informatie te vinden over gezondheidsrisico’s
en adviezen voor bijvoorbeeld zwemwater of een moestuin5. Indien inwoners uit omringende gemeentes aanvullend hierop vragen hebben kunnen
zij hiervoor terecht bij de GGD Zuid-Holland-Zuid.
Vraag 9
Worden zorgkosten van omwonenden en werknemers gedekt, indien nodig, en worden bewoners
gecompenseerd voor het leed dat zij als bijkomende schade van de praktijken van Chemours
hebben opgelopen?
Antwoord 9
Als er sprake is van een medische indicatie voor zorg, wordt geneeskundige zorg vergoed
vanuit de zorgverzekeringswet. De verantwoordelijk arts stelt vast of er sprake is
van een medische zorgvraag, die ook met een medische behandeling (of geneesmiddel)
verholpen of beperkt kan worden. De arts baseert zich hiervoor op richtlijnen. Er
is geen aparte schadevergoeding voor het bijkomend leed dat teweeg is gebracht door
de verontreiniging met PFAS rondom Chemours.
Vraag 10
Hoe beoordeelt u het feit dat de PFAS-metingen worden uitgevoerd door het bedrijf?
Deelt u de mening dat de openbaarheid rondom industriële emissies verbeterd kan worden
als metingen door omgevingsdiensten worden uitgevoerd?
Antwoord 10
De controle van milieuvergunningen is een belangrijk onderdeel van het milieubeleid
om ervoor te zorgen dat bedrijven zich houden aan de gestelde strikte voorwaarden
en eisen. Bij de controle van milieuvergunningen worden diverse aspecten beoordeeld:
1. Naleving van vergunningsvoorwaarden: Er wordt gecontroleerd door het bevoegd gezag
of de vergunninghouder voldoet aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de milieuvergunning.
Dit omvat onder andere het monitoren van emissies en lozingen, de toepassing van beste
beschikbare technieken (BBT), geluidsniveaus, afvalbeheer en andere specifieke vereisten
die zijn opgenomen in de vergunning.
2. Milieumetingen en -monitoring: Er worden metingen en monitoring uitgevoerd door het
bevoegd gezag om de daadwerkelijke uitstoot, emissies en andere relevante milieuparameters
te controleren. Dit omvat bijvoorbeeld het nemen van watermonsters en het analyseren
van afvalstromen. Op basis van deze metingen kan worden vastgesteld of de vergunninghouder
binnen de gestelde voorwaarden en eisen opereert.
3. Inspecties en audits: Regelmatige inspecties en audits worden uitgevoerd om de naleving
van vergunningsvoorwaarden te controleren. Deze controles kunnen onaangekondigd plaatsvinden
om een realistisch beeld te krijgen van de situatie. Inspecteurs controleren of de
activiteiten in overeenstemming zijn met de vergunning en de geldende wet- en regelgeving.
4. Rapportage en registratie: Als onderdeel van de vergunningsvoorwaarden zijn vergunninghouders
verplicht om periodieke rapportages in te dienen over hun activiteiten en de resultaten
van de bedrijfseigen metingen. Deze rapportages bieden inzicht in de prestaties en
eventuele afwijkingen van de vergunninghouder.
De metingen die door het bedrijf worden uitgevoerd zijn daarmee een onderdeel van
de veel bredere controle op de vergunningsvoorwaarden. Zowel de monitoringsrapportages
als de monitoring door het bevoegd gezag zijn bij hetzelfde bevoegde gezag op te vragen
en beschikbaar op atlasleefomgeving.nl. Zie ook de beantwoording van vraag 3.
Vraag 11
Deelt u de mening dat dit bericht aantoont dat de huidige investeringen van het kabinet
onvoldoende opvolging geven aan de aanbevelingen uit het rapport van de commissie-Van
Aartsen?6
Antwoord 11
Het huidige kabinet heeft structureel 18 miljoen vrijgemaakt voor de versterking van
het VTH-stelsel. Met het Interbestuurlijk Programma Versterking VTH-stelsel zet de
Staatssecretaris van IenW de aanbevelingen van de commissie Van Aartsen om in echte
investeringen. Naast IBP VTH zijn de omgevingsdiensten in dit kader financieel ondersteund.
Aan deze zogenoemde specifieke uitkering heeft de Staatssecretaris van IenW onder
andere 15 miljoen bijgedragen, daarnaast 1,5 miljoen euro aan het programmabureau,
5,1 miljoen euro aan subsidie voor ODNL en overige uitgaven voor het programma. Met
dit programma is al veel bereikt. Zo is er een kennisvisie opgesteld, zijn er robuustheidscriteria
vastgesteld en worden deze de komende tijd geïmplementeerd.
Vraag 12
Bent u bereid om de geconstateerde tekortkomingen in het huidige handelen van het
kabinet te agenderen? Welke stappen bent u van plan te nemen om te zorgen dat er meer
geïnvesteerd wordt in het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving
(VTH)?
Antwoord 12
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) concludeert in hun rapport «Industrie en omwonenden»
(d.d. 13 april 2023) dat het niet vanzelfsprekend is dat de gezondheid van omwonenden
voldoende wordt beschermd gezien de wijze waarop het stelsel in de praktijk vorm krijgt.
De Raad heeft een aantal aanbevelingen geformuleerd om de bescherming van de gezondheid
van omwonenden van industriële bedrijven te verbeteren. In het IBP VTH zetten we grote
stappen om het stelsel te versterken (zie ook antwoord 11). Dit programma is nu halverwege
de looptijd van 2 jaar. Het eerste jaar zijn binnen het IBP VTH veel plannen gemaakt,
deze worden het komende jaar uitgevoerd. Overige verbetervoorstellen worden in de
kabinetsreactie op het OvV rapport opgenomen. Deze reactie volgt voor het herfstreces.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.