Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Podt, Palland en Maatoug over de onderwijsroute naar aanleiding van een werkbezoek aan het Da Vinci College te Dordrecht over de onderwijsroute Wet inburgering 2021
Vragen van de leden Podt (D66), Palland (CDA) en Maatoug (GroenLinks) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de onderwijsroute naar aanleiding van een werkbezoek aan het Da Vinci College te Dordrecht over de onderwijsroute Wet inburgering 2021 (ingezonden 19 juli 2023).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 11 september
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3520.
Vraag 1
Is u bekend dat de gemeente Dordrecht naast de leerbaarheidstoets ook een arbeidsproeve
en een NOA capaciteitentest afneemt om vanaf de start een goed beeld te krijgen om
statushouders in te delen in de juiste route?
Antwoord 1
Ik weet dat sommige gemeenten inderdaad naast de leerbaarheidstoets extra methoden
gebruiken om de leerbaarheid te toetsen. Daar sta ik positief tegenover, omdat dit
gemeenten extra informatie geeft om te komen tot een oordeel over de best passende
leerroute.
Vraag 2
Is u bekend dat er in Dordrecht meer mensen worden ingedeeld in de onderwijsroute
dan landelijk het beeld is?
Antwoord 2
Volgens de meest recente cijfers van DUO (peildatum 1 mei 2023) is ongeveer 18% van
de asielstatushouders in Dordrecht sinds aanvang van de Wi2021 ingedeeld in de onderwijsroute.
Dat percentage is inderdaad hoger dan het landelijk gemiddelde van ongeveer 15%.
Vraag 3
Kunt u in kaart brengen welke gemeenten, net als de gemeente Dordrecht, extra initiatieven
nemen om een passende route te vinden voor statushouders zoals, maar niet uitsluitend,
een arbeidsproeve of een NOA capaciteitentest? Kunt u tabelsgewijs aangeven welke
gemeenten welke initiatieven nemen en daarbij de aantallen per inburgeringsroute vermelden?
Antwoord 3
Zoals aangegeven bij vraag 1 is bij mij bekend dat sommige gemeenten extra methoden
gebruiken om de leerbaarheid te toetsen. Dit blijkt ook uit de KIS-monitor die is
afgenomen onder gemeenten. 57 gemeenten (van de in totaal 203 gemeenten) geven aan
gebruik te maken van additionele assessments tijdens de brede intake. Hierbij benoemen
gemeenten dat ze o.a. additionele toetsen van het taalcentrum en NOA testen gebruiken.
Het onderzoek is anoniem ingevuld door gemeenten waardoor het niet mogelijk is om
een uitsplitsing per gemeente te maken.
Vraag 4
Kunt u toelichten in hoeverre de onderwijsroute nu volledig en overal loopt? Zo niet,
hoeveel jongeren wachten nog op een opleiding?
Antwoord 4
Zoals ik u in de uitvoeringsbrief inburgering (Kamerstuk nr. 32 824, nr. 390) van 13 juli 2023 heb laten weten, heb ik begin dit jaar bureau Significant de opdracht
gegeven een onderzoek uit te voeren bij gemeenten naar de landelijke dekking van de
onderwijsroute. Hieruit kwam dat in de meeste gemeenten inmiddels aanbod is gerealiseerd.1 Gemeenten hebben voor het aanbod van de onderwijsroute vaak de samenwerking op het
niveau van de arbeidsmarktregio opgezocht en voor hbo-/wo-niveau zien we bovenregionale
samenwerkingen. Hierdoor bieden nu vrijwel alle (33 van de 35) arbeidsmarktregio’s
de onderwijsroute op één of meerdere niveaus aan. Mbo-aanbod en hbo-aanbod is beschikbaar
in 30 arbeidsmarktregio’s en wo-aanbod in 29 arbeidsmarktregio’s. Twee arbeidsmarktregio’s
hadden begin dit jaar geen aanbod voor de onderwijsroute.
Vraag 5
Kunt u aangeven welke consequenties er zijn voor de betrokken jongeren door het ontbreken
van klassen voor de onderwijsroute? Hebben zij al die tijd aan de kant gestaan of
zijn er voor hen vervangende inburgeringsactiviteiten geweest? Kunt u specifiek ingaan
op de consequenties voor jongeren die lang hebben moeten wachten om deel te kunnen
nemen aan de onderwijsroute waardoor zij nu meerderjarig zijn en midden in een opleiding
zitten? Om hoeveel jongeren gaat dit?
Antwoord 5
Ik onderschrijf net als u het belang van onderwijs voor jonge statushouders. Ik doe
er daarom alles aan ervoor te zorgen dat inburgeringsplichtigen terechtkomen in de
voor hun meest passende route. Tegelijkertijd kwam de onderwijsroute begin vorig jaar
nog niet overal volledig tot stand. Het ontbreken van klassen voor de onderwijsroute
kan daarom het gevolg zijn van het ontbreken van aanbod of vanwege beperkte instroommomenten
in het jaar. Gemeenten zijn verplicht minimaal twee instroommomenten per jaar aan
te bieden. Als de gemeente geen aanbod voor de onderwijsroute heeft, zal dat in de
praktijk betekenen dat jongeren in de B1-route terechtkomen, mogelijk gecombineerd
met entree-onderwijs. Indien er beperkte instroommomenten zijn, zorgen gemeenten en
onderwijsinstellingen in veel gevallen voor overbruggingsaanbod. Aan deze jongeren
worden dus vervangende inburgeringsactiviteiten aangeboden en hier wordt door de doelgroep
tevens gebruik van gemaakt.
In sommige gemeenten waar nog geen aanbod is gerealiseerd, kunnen jongeren meeliften
op het aanbod van naburige gemeenten. In andere gevallen kan het betekenen dat sommige
jongeren geen onderwijsroute kunnen volgen, maar via de B1-route en het entreeonderwijs
alsnog in het onderwijs terechtkomen. Dit is niet altijd de meest passende route voor
de inburgeraar. Ook ik vind het daarom van belang dat er voldoende financiële middelen
beschikbaar komen zodat in het gehele land aanbod voor de onderwijsroute gerealiseerd
kan worden. Volgens de meest recente onderzoeken is dit inmiddels in nagenoeg het
hele land het geval.
Jongeren worden inburgeringsplichtig zodra zij de leeftijd van 16 jaar bereiken. Voor
jongeren onder de 16 jaar is de onderwijsroute dus nog niet van toepassing. Onderwijsplaatsen
voor jongeren die voor hun 16e levensjaar een verblijfsstatus hebben verkregen vallen onder de verantwoordelijkheid
van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Het doel van de onderwijsroute
is om jongeren, die minimaal een diploma op mbo niveau 2 kunnen behalen, klaar te
stomen voor een reguliere opleiding. Indien jongeren meerderjarig zijn geworden en
in een opleiding zitten komt de behoefte voor de onderwijsroute te vervallen. Het
is niet bekend om hoeveel jongeren dit gaat.
Vraag 6
Kunt u toelichten of u gelijke signalen ontvangt als bij de opleiding aan het Da Vinci
College, waar wordt ingeschat dat voor veel jongeren de B1-route haalbaar zou zijn
qua niveau, maar niet binnen de maximaal twee jaar die de opleiding nu in beslag neemt?
Als u deze signalen niet herkent, kunt u hier dan actief uitvraag naar doen en verslag
van doen? Welke oplossingen ziet u voor dit probleem?
Antwoord 6
Ik vind het van belang dat inburgeraars op een passend niveau inburgeren, het liefst
met een zo hoog mogelijk taalniveau. Tegelijkertijd herken ik dit signaal niet, aangezien
u over een andere termijn spreekt dan wettelijk is vastgelegd. De maximale termijn
voor het behalen van het inburgeringsdiploma is namelijk drie jaar. Dit geldt voor
zowel de onderwijsroute als voor de B1-route. Gemiddeld genomen zal de onderwijsroute
ongeveer 1,5 jaar in beslag nemen. Ik heb uitvraag bij de VNG gedaan. Zij geven aan
dat zij geen signalen ontvangen van gemeenten dat veel jongeren niet in de B1-route
terechtkomen in verband met de duur van de leerroute.
Vraag 7
Hoeveel jongeren zijn sinds de start van de nieuwe inburgering via de onderwijsroute
ingestroomd bij een hoger beroepsonderwijs (hbo)- of universitaire opleiding? Is dit
getal hoger of lager dan verwacht? Welke knelpunten zijn er bij het instromen in deze
onderwijsniveaus? En wat kan hier nog aan gedaan worden?
Antwoord 7
Over de kwaliteit en doorstroom vanuit de onderwijsroute naar regulier onderwijs is
nog onvoldoende bekend vanwege de korte looptijd van de Wi2021. De eerste bevindingen
over de kwaliteit van de trajecten worden voor de zomer van 2024 verwacht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.