Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van der Werf over toenemend wantrouwen in de overheid onder jongeren
Vragen van het lid Van der Werf (D66) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over toenemend wantrouwen in de overheid onder jongeren (ingezonden 16 augustus 2023).
Mededeling van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de
Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(ontvangen 6 september 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Radicaal-rechtse ideeën en complottheorieën: jongeren
wantrouwen overheid»1 n.a.v. de onderzoeken «Aansluiting jongerenwerk in preventieve wijkaanpak polarisatie
en radicalisering»2 en «Polarisatie onder jongeren door de ogen van jeugdprofessionals»?3
Vraag 2
Herkent u het beeld uit de onderzoeken dat ook onder jongeren het wantrouwen in de
overheid groeit? Welke signalen waren hierover al bekend?
Vraag 3
Hoe duidt u het gegeven dat dit wantrouwen en het geloof in complottheorieën niet
zijn verdwenen na de coronapandemie maar schijnbaar een meer permanent karakter hebben?
Vraag 4
Herkent u het beeld dat polarisatie voorheen voornamelijk ging over wantrouwen en
tegenstellingen tussen groepen mensen («horizontale polarisatie»), maar sinds de coronapandemie
veel meer over wantrouwen en onbegrip richting de overheid («verticale polarisatie»)?
Wat betekent dit het voor uw beleid om polarisatie tegen te gaan?
Vraag 5
Welke gevaren ziet u in toenemend wantrouwen in de overheid onder jongeren?
Vraag 6
Wat is er bekend over de rol van jongeren binnen de (korte-en lange termijn) dreiging(en)
van het anti-institutioneelextremisme, waar de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
(AIVD) en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) recent
al voor waarschuwde?
Vraag 7
Welke preventieve maatregelen kunt u nemen om te voorkomen dat jongeren zich langdurig
afkeren van de overheid? Hoe groot acht u dat gevaar in het licht van de groeiende
groep zogenaamde «soevereinen», die zich volgens de AIVD afscheidt van de maatschappij
en stelt dat de Nederlandse wet- en regelgeving niet meer op hen van toepassing is?
Vraag 8
Op welke manier is de preventie van polarisatie en radicalisering op dit moment landelijk
vormgegeven? Hoe is daarbij de rolverdeling tussen uw ministeries en wie coördineert
het beleid?
Vraag 9
Deelt u de conclusie van een van de onderzoeken dat polarisatie te veel als veiligheidsissue
wordt gezien, waarbij de rol van sociaal werkers juist onderbelicht is?
Vraag 10
Welke verantwoordelijkheid heeft de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS) van het
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in de preventie van radicalisering
en polarisatie? Welke rol speelt de ESS specifiek bij het tegengaan van anti-institutioneel
extremisme?
Vraag 11
Welke verantwoordelijkheid heeft de NCTV van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
in de preventie van radicalisering en polarisatie? Welke rol speelt de NCTV specifiek
bij het tegengaan van anti-institutioneel extremisme?
Vraag 12
In hoeverre werken de NCTV en de ESS samen?
Vraag 13
Op welke manier is sinds 2021 uitvoering gegeven aan de motie-Van der Werf c.s. over
bewustzijn bij gemeenten over de dreiging vanuit jihadistische en rechts-extremistische
hoek (Kamerstuk 35 925 VI, nr. 69)?
Vraag 14
Hoe worden sociaal werkers op dit moment betrokken bij preventie van polarisatie en
radicalisering?
Vraag 15
Zijn er trainingen die zich specifiek richten op anti-institutioneel extremisme en
het narratief over een «kwaadaardige elite», waar volgens de AIVD ruim 100.000 mensen
in meer of mindere mate in geloven? Zo ja, welke trainingen zijn dat en hoe kunnen
professionals daar gebruik van maken?
Vraag 16
Wordt er in het trainen van professionals onderscheid gemaakt tussen professionals
met een signalerende functie en professionals die polarisatie en radicalisering actief
dienen tegen te gaan?
Mededeling
Hierbij deel ik u, mede namens de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede dat de schriftelijke vragen van
het lid Van der Werf (D66), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid
over toenemend wantrouwen in de overheid onder jongeren (ingezonden 16 augustus 2023)
niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet
alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.