Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vragen van het lid Van Haga over de terugkeer en de gevaren van de wolf in Nederland
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de terugkeer en de gevaren van de wolf in Nederland (ingezonden 14 juli 2023).
Antwoord van Minister van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 5 september
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3274.
Vraag 1
Bent u bekend met de onderzoeken van Bij12?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het onderzoek van Natuurmonumenten?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Bent u, in het licht van recente gebeurtenissen waarbij een wolf een agrarische ondernemer
aanviel3, bereid om de wolf in Nederland nu wel aan te merken als een probleemdier en een
bedreiging voor onze leefomgeving?
Antwoord 3
Er heeft een incident plaats gevonden en ik betreur dit ten zeerste. Ik ben me er
van bewust dat dit incident een grote impact heeft op de betrokkenen en op de samenleving.
Ik ben van mening dat er in Nederland geen sprake is van een «wolvenprobleem», maar
dat er wel sprake is geweest van een aantal van probleemsituaties met wolven. Uit
de Factfinding studie die in 2021 is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research
(Kamerstuk 33 576, nr. 251) blijkt dat wolven meestal van grote afstand vluchten als ze een mens herkennen.4 De studie geeft ook aan dat er situaties zijn waarin conflicten zich kunnen voordoen,
bijvoorbeeld wanneer wolven mensen associëren met voedsel, wanneer er sprake is van
provocatie of van wolven met hondsdolheid.
Vraag 4
Bent u bereid om een onafhankelijke, deskundige partij te laten oordelen over aanvallen
door de wolf en kunt u reflecteren op het feit dat er ondanks preventiemaatregelen
herhaaldelijk aanvallen blijven plaatsvinden, recent dus zelfs tegen een mens? Wat
vindt u van de stelling van Bij12, dat de preventiemaatregelen door ondernemers en
burgers niet voldoende en/of adequaat genoeg worden genomen? Is het niet zo dat er
simpelweg geen maatregelen zijn die volstaan, zonder dat de leefomgeving van mensen
en de bedrijfsvoering van bijvoorbeeld agrariërs daar schadelijk onder lijdt?
Antwoord 4
Ik heb de Raad voor Dierenaangelegenheden, als onafhankelijke en deskundige partij,
gevraagd om mij te adviseren over het samenleven met de wolf.
Het kan helaas nooit volledig worden uitgesloten dat een wolf beschermd vee aanvalt.
Preventie is op dit moment het meest effectieve middel om wolven te weren. De provincies
bieden waar mogelijk hulp aan veehouders aan, onder meer door de activiteiten vanuit
de provinciale wolvencommissies: subsidieregelingen voor het inzetten van preventieve
middelen, het geven van informatie en voorlichtingsactiviteiten, het ter beschikking
stellen van zgn. noodrasters (tijdelijke uitleen van wolfwerende rasters), de inzet
van wolvenconsulenten en preventieteams.
Vraag 5
Bent u van mening dat de beschermde status van de wolf in Nederland nog altijd terecht
en geoorloofd is, nu er steeds vaker incidenten met deze dieren plaatsvinden, die
illustreren dat dit wilde dier niet (meer) thuishoort in de Nederlandse biodiversiteit?
Vindt u niet dat de bescherming van onze huidige samenleving en leefomgeving moet
prevaleren boven de bescherming van een dier dat in Nederland eigenlijk geen natuurlijke
habitat meer heeft? Erkent u dat het Nederlandse landschap en de Nederlandse natuur
heden ten dage niet meer te verenigen zijn met het cultiveren van een wild roofdier,
zoals de wolf?
Antwoord 5
Doordat de wolf is teruggekeerd naar Nederland, is het vinden van een manier van samenleven
met de wolf een gegeven. Zeker zolang het gaat om een Europees beschermde, inheemse
soort. Daarmee is samenleven het uitgangspunt. Op grond van onder meer de Habitatrichtlijn
gelden er strikte beschermingskaders. Tegelijkertijd leven we in een klein land waardoor
wolf en mens en de dieren die gehouden worden door de mens dicht op elkaar leven.
Er is de angst die leeft bij dierhouders en burgers over de aanwezigheid van een toenemend
aantal wolven in Nederland. Tevens zijn er de gevallen waarbij vee wordt gedood door
een wolf waarbij er ook de verplichting bestaat voor dierhouders om hun vee te beschermen.
En recent was dus sprake van een bijtincident.
Ik ben me ervan bewust dat er in de samenleving uiteenlopende standpunten bestaan
over de terugkeer van de wolf in Nederland. De uiteenlopende standpunten in de samenleving
over de wolf vinden ook hun weerslag in de uitingen van uw Kamer. Zie bijvoorbeeld
de aangenomen motie van het lid Van der Plas over het niet heilig verklaren van de
beschermstatus van de wolf (Kamerstuk 33 576, nr. 338) en de aangenomen motie van het lid Vestering c.s. over een actieve inzet voor het
beschermen van de wolf (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 69).
Deze dilemma’s, alsook de kaders van de Europese regelgeving wil ik graag onderdeel
laten uitmaken van een gesprek met uw Kamer. Mocht uw Kamer, ook gezien de demissionaire
status van het kabinet, een aanpassing in het beleid wensen, dan kan zij het kabinet
daartoe oproepen. Uiteraard zijn wij daarbij gebonden aan Europese en nationale regelgeving.
Vraag 6
Onderschrijft u dat de een wolf gemiddeld 200 vierkante kilometer natuur nodig heeft
om te kunnen leven zoals dat gewenst en noodzakelijk is voor dit dier en dat Nederland
beschikt over te weinig aaneengesloten natuurgebieden om een dusdanig geschikt leefgebied
voor de wolf te waarborgen? Zo ja, vindt u dan niet dat wij de wolf geweld aan doen
door dit dier in ons land te cultiveren en dat wij daarmee dus eigenlijk schade berokkenen
aan de natuur, het milieu en onze biodiversiteit, onder andere omdat de wolf noodgedwongen
over moet gaan tot onnatuurlijk gedrag?
Antwoord 6
De Factfinding studie geeft aan dat de gemiddelde omvang van een wolventerritorium
in onze buurlanden circa 200 km2 bedraagt (variërend tussen 80–400 km2), afhankelijk van de hoeveelheid dagrustplaatsen, hoefdierdichtheid, onderlinge concurrentie
en sociale status van de wolven. Een roedel heeft iets meer ruimte nodig dan een solitair
dier en een territorium in een verzadigde regio is kleiner door onderlinge concurrentie
dan in een nog leeg gebied. Wolven zijn zeer flexibele dieren en in cultuurlandschappen
passen ze zich snel aan. Door die flexibiliteit kunnen ze in principe overal voorkomen
waar wolven veilige dagrustplaatsen kunnen vinden en er voldoende voedsel is. Er is
geen aanwijzing dat er sprake is van het aandoen van geweld.
Vraag 7
Hoe bent u voornemens ervoor te zorgen dat Nederlandse landbouwdieren binnen de rasters
blijven na een aanval van een wolf? Onderschrijft u het probleem dat deze dieren door
de aanwezigheid van een wolf op hun terrein, of in hun nabije omgeving, in paniek
raken, waarvoor de preventiemaatregelen niet afdoende zijn om ontsnappingen te voorkomen?
Onderkent u ook dat er hierdoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, bijvoorbeeld
doordat de dieren de weg op rennen, waardoor er verkeersongelukken plaatsvinden? Als
u van mening bent dat de wolf zich blijvend in Nederland moet kunnen vestigen, hoe
gaat u dit probleem dan ondervangen?
Antwoord 7
Samenleven met de wolf kent een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid en
samenleving. Het veilig huisvesten van dieren is primair de verantwoordelijkheid van
de houder. Het uitgangspunt is daarbij dat hij zijn dieren beschermt tegen roofdieren.
In het Besluit houders van dieren (Bhd) zijn hierover meerdere bepalingen opgenomen.
Zo dient op grond van artikel 1.6 van het Bhd een dier, zo nodig, beschermd te worden
tegen roofdieren en dient een houder ervoor zorg te dragen dat een dier niet kan ontsnappen
uit een gebouw of kooi.
Ik ben me ervan bewust dat de aanwezigheid van de wolf tot lastige situaties kan leiden
voor zowel de dieren als hun houders. Met het treffen van de juiste beschermingsmaatregelen
moet het mogelijk zijn om op een goede manier samen te leven met deze dieren, waarbij
het voorkomen van incidenten helaas nooit volledig is uit te sluiten. Naast wolfwerende
rasters vormen kuddebewakingshonden een aanvullende mogelijkheid voor bescherming
van vee.
Vraag 8
Kunt u uitleggen waarom het niet mogelijk is om cijfers en gegevens te overleggen
met betrekking tot de DNA-monsters met informatie over de zuiverheid van de wolf?
Antwoord 8
Zoals ik bij eerdere beantwoording van uw Kamervragen (kenmerk 2023Z08507) heb aangegeven, zijn alle DNA-analyseresultaten via de website van BIJ12 beschikbaar.
Hieronder vallen ook de eventuele resultaten betreffende hybridisatie.
Zoals ik in de Verzamelbrief soortenbeleid (Kamerstuk 36 200, nr.120) heb aangegeven, wordt bij het DNA-onderzoek allereerst bepaald of de schade is veroorzaakt
door een wolf of door een ander dier. Hierbij wordt ook bepaald of sprake is van een
kruising van een wolf met een andere diersoort, een zogenaamde hybride wolf. Wanneer
een landbouwhuisdier gedood zou worden door een wolf die een kruising is met een andere
diersoort, krijgt BIJ12 hierover bericht van Wageningen Environmental Research. Tot
nu toe is dit nog niet voorgekomen. In de Factfinding studie wordt een uitgebreide
uitleg gegeven over het testen van DNA op hybridisatie.
Vraag 9
Waarom is er geen (slachtoffer)hulp beschikbaar voor mensen en agrarische ondernemers
die hun (gezelschaps)dieren verliezen als gevolg van een wolvenaanval? Erkent u dat
een dergelijke aanval kan zorgen voor aanzienlijke financiële, economische en emotionele
schade en trauma’s bij mensen?
Antwoord 9
Ik ben me ervan bewust dat dit incident impact heeft op de betrokkenen, de dieren
en de samenleving. Er bestaan reeds diverse algemene instanties waar mensen terecht
kunnen in het geval van verlies of bij nare gebeurtenissen, zoals Slachtofferhulp,
Humanitas en MIND Korrelatie. Een specifiek loket voor (slachtoffer)hulp bij schade
door de wolf is daarom niet nodig. Zoals eerder aan de Kamer gemeld (Aanhangsel Handelingen
II 2022–2023, nr. 1413), kan men specifiek voor de financiële schade terecht bij BIJ12.
Vraag 10
Nu er een persoon is aangevallen door een wolf, gaat u dan nu een risico- en handelingsprotocol
maken met betrekking tot wolvenaanvallen, aangezien het in de lijn der verwachting
ligt dat er de komende tijd meer aanvallen zullen plaatsvinden?
Antwoord 10
Het Interprovinciaal wolvenplan kent reeds diverse handelingsprotocollen die de verschillende
situaties dekken waarin er conflicten met wolven kunnen plaatsvinden. Extra protocollen
zijn daarom niet nodig. Verdere verbeteringen van de bestaande protocollen kunnen
volgen uit het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden.
Vraag 11
Welke stappen heeft u ondernomen na de recente aanval van de wolf op een persoon?
Antwoord 11
Op 13 juli 2023 heb ik telefonisch contact gehad met de betrokkene.
Vraag 12
Bent u voornemens om werkbezoeken af te leggen bij agrarische ondernemers die in hun
leef- en werkomgeving te maken krijgen met de nabijheid van wolven om ervaringen,
zorgen en knelpunten uit de praktijk op te halen?
Antwoord 12
Medewerkers van mijn ministerie en ik hebben regelmatig contact met agrarische ondernemers
en hun vertegenwoordigers over de dilemma’s bij het samenleven met de wolf in Nederland.
Ook in het Landelijk Overleg Wolf worden de ervaringen, zorgen en knelpunten uit de
praktijk regelmatig met LNV besproken.
Vraag 13
Deelt u de mening van de kennis- en natuurorganisaties die stellen dat een onderzoek
naar de raszuiverheid van de wolf in Nederland niet nodig is? Hoe weten wij zeker
dat er in Nederland inderdaad geen zogeheten hybride wolven5 rondlopen, als de DNA-gegevens niet beschikbaar zijn en dus ook niet kunnen worden
getoetst?
Antwoord 13
Zie mijn antwoord op vraag 8.
Vraag 14
Indien er toch wel hybride wolven in Nederland leven, in hoeverre geldt de juridisch
beschermde status dan nog voor deze dieren?
Antwoord 14
Hybriden van wolf en hond kennen dezelfde beschermde status als de wolf. De Europese
Commissie adviseert lidstaten om voor hybriden een vastomlijnd beheersplan op te stellen
met gebruikmaking van de meest actuele en betrouwbare veld-, laboratorium- en statistische
procedures.6 In het interprovinciaal wolvenplan zijn hiertoe richtlijnen opgenomen. Omdat het
lastig kan zijn om een hybridedier op afstand te herkennen, wordt DNA-onderzoek gebruikt
om uitsluitsel te geven. Voor het verwijderen van een hybride dier uit de populatie
is een provinciale ontheffing nodig op basis van artikel 3.8 lid 5 b1 van de Wet natuurbescherming.
Zoals ik bij de beantwoording van Kamervragen (kenmerk 2022Z19121) heb aangegeven, is er in Nederland nog nooit een hybride wolf aangetroffen. Ook
in Duitsland zijn er in de afgelopen 20 jaar slechts enkele gevallen van hybridisatie
bekend. De Factfinding-studie geeft aan dat uit recente genetische studies blijkt dat hybridisatie in de
alpiene, Centraal-Europese en Scandinavische populaties zeer zeldzaam is (minder dan
1% van de onderzochte gevallen). Nederland kent bovendien geen loslopende zwerfhonden.
Het risico op langdurig innig contact tussen wolf en hond is daardoor zeer klein.
Ik acht de kans op hybridisatie in Nederland verwaarloosbaar.
Vraag 15
Deelt u de mening dat er onderscheid gemaakt zou moeten worden tussen een «lustaanval»
en een «roofaanval» bij wolvenaanvallen?
Antwoord 15
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 3 heb aangegeven, kunnen er verschillende redenen
zijn voor een incident tussen wolf en mens. Een onderscheid tussen lustaanval en roofaanval
wordt hierbij niet gemaakt.
Vraag 16
Bent u bereid om de provinciale subsidieaanvraag voor preventieve maatregelen tegen
wolvenschade voor ondernemers, bedrijven en terreineigenaren te verhogen, aangezien
inmiddels is gebleken dat de 20.000 euro die beschikbaar wordt gesteld vaak niet toereikend
is?
Antwoord 16
Het beleid rond subsidiering van wolfwerende maatregelen is een provinciale bevoegdheid.
Het is derhalve aan de provincies om te besluiten over de hoogte van de tegemoetkoming
hiervoor.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.