Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Piri over het artikel 'Ik dacht: ze gaan ons vermoorden. Ze gaan alle zwarte mensen in Tunesië vermoorden'
Vragen van het lid Piri (PvdA) aan de Minister-President, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het artikel «Ik dacht: ze gaan ons vermoorden. Ze gaan alle zwarte mensen in Tunesië vermoorden» (ingezonden 8 augustus 2023).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister-President
en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 4 september 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Ik dacht: ze gaan ons vermoorden. Ze gaan alle zwarte
mensen in Tunesië vermoorden» uit De Standaard van 5 augustus jl.?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat de Tunesische autoriteiten in de afgelopen maanden
zwarte migranten zonder eten, drinken en telefoon hebben uitgezet in de woestijn bij
de grens met Libië?
Antwoord 2
Het kabinet is bekend met zorgelijke berichten daarover.
Vraag 3
Vindt u dat de Tunesische autoriteiten voldoen aan de afspraak uit het Memorandum
of Understanding(MoU) om de waardigheid van migranten alsmede het internationaal recht
te respecteren, volgend uit de zinsnede «Les deux parties conviennent également de
soutenir le retour des migrants irréguliers en Tunisie vers leurs pays d'origine dans
le respect du Droit international et de leur dignité»?
Antwoord 3
Op basis van de bij het kabinet bekende informatie is onduidelijk wat er precies is
gebeurd. Zoals vermeld in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 juli jl.
zullen de vormgeving en voorwaarden van de EU-steun uit het MoU nog nader worden uitgewerkt.
Vraag 4
Strookt de uitzetting van migranten in de woestijn met het recht om niet gemarteld
en onmenselijk behandeld te worden (artikel 3 Europees Verdrag voor de Rechten van
de Mens, EVRM) en het recht om niet ergens heen gezonden te worden waar kans bestaat
op marteling of onmenselijke behandeling (refoulement-beginsel, artikel 3 EVRM en
Vluchtelingenverdrag)?
Antwoord 4
Op basis van de bij het kabinet bekende informatie is onduidelijk wat er precies is
gebeurd. Tunesië is geen partij bij het EVRM. Van schending van het refoulementverbod,
zoals onder meer vastgelegd in het Vluchtelingenverdrag, kan sprake zijn indien vluchtelingen
naar een ander land worden (terug) gestuurd waar zij gegronde vrees voor vervolging
hebben.
In het MoU wordt niet ingegaan op bovengenoemde specifieke artikelen binnen mensenrechtenverdragen.
Het MoU verandert niets aan bestaande volkenrechtelijke verplichtingen, waaronder
mensenrechten.Tunesië is geen partij bij het EVRM, maar is wel gebonden aan onder
meer het VN-Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten en het VN-Kinderrechtenverdrag
en is gehouden om mensenrechten effectief te beschermen bij het grensbeheer. Andere
staten en internationale organisaties kunnen Tunesië aanspreken op de naleving van
deze normen, zoals ook is gedaan door de VN-verdragscomités. Ook Nederland zal Tunesië
in bilaterale en multilaterale kaders daarop blijven aanspreken.
Vraag 5
Zo nee, wat vindt u van de reactie van de woordvoerder van de Europese Commissie,
die slechts stelt dat zij «de situatie van migranten aan de Tunesisch-Libische grens
nauwlettend blijft volgen» en dat zij er bij Tunesië op aandringt «om te voorkomen
dat dergelijke gebeurtenissen zich opnieuw voordoen»?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Denkt u dat de Tunesische autoriteiten naar dit soort reacties van de Europese Commissie
zullen luisteren en de afspraken van het MoU zullen honoreren?
Antwoord 6
Zoals ook opgenomen in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 juli jl.
is het MoU niet juridisch bindend. In het MoU heeft Tunesië zich politiek gecommitteerd
aan het borgen van mensenrechten en handelen in lijn met internationaal recht. De
Europese Commissie brengt dit in herinnering in contacten met de Tunesische autoriteiten.
De versterkte politieke- en beleidsdialoog in het kader van de EU-Tunesië Associatieraad
biedt hier onder andere gelegenheid toe. De Europese Commissie en Tunesië hebben besproken
dat de Associatieraad dit najaar moet worden hervat.
Vraag 7
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken reageerde op het artikel met een verwijzing
naar respect voor mensenrechten. Welke stappen gaat u zetten in de komende maanden
om te voorkomen dat Tunesische autoriteiten mensen zonder eten, drinken en telefoon
in de woestijn uitzetten?
Antwoord 7
Nederland zal blijven oproepen tot, en inzetten op, het verbeteren van migratiemanagement
in Tunesië op het gebied van grensbeheer, SAR, opvang, terugkeer, bescherming van
migranten en de aanpak van mensensmokkel- en handel. Nederland verwacht van Tunesië
concrete hervormingen voor de EU-steun op o.a. het gebied van migratie aan Tunesische
zijde, en draagt deze boodschap ook uit in Europees verband.
Ook de inzet van de EU is gericht op de bescherming van migranten in Tunesië, onder
andere via IOM en UNHCR. Daarnaast biedt de versterkte politieke- en beleidsdialoog
in het kader van de EU-Tunesië Associatieraad gelegenheid om zorgen over de mensenrechtensituatie
te bespreken. De Europese Commissie en Tunesië hebben besproken dat de Associatieraad
dit najaar moet worden hervat.
Vraag 8
Op welke manier is er gewaarborgd bij de onderhandelingen, waar u nauw bij betrokken
was, dat mensen niet als grofvuil in de woestijn zouden worden gedumpt? Als die waarborgen
zijn ingebouwd in de deal, is de consequentie van de schending door Tunesië dat de
migratiedeal wordt opgeschort? En als er geen waarborgen zijn afgegeven over de behandeling
van migranten, op basis van welke feiten achtte het kabinet het niet nodig om die
waarborgen in te bouwen?
Antwoord 8
In het MoU wordt benoemd dat de migratiesamenwerking tussen de EU en Tunesië zal plaatsvinden
met respect voor mensenrechten en internationaal recht en er onder andere op gericht
zijn om migratiemanagement in Tunesië te verbeteren. Zoals ook gemeld in het verslag
van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 juli jl. geldt dat de afspraken binnen internationaalrechtelijke
kaders vallen. Het is wat Nederland betreft nu aan de Commissie om initiatief te nemen
richting implementatie van het MoU, zoals ook benoemd in het verslag Raad Buitenlandse
Zaken.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Drost en
Ceder (beiden ChristenUnie), ingezonden 2 augustus 2023 (vraagnummer 2023Z13972).
Ondertekenaars
-
, -
, -
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
M. Rutte, minister-president -
Mede namens
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.