Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Akerboom over 'een nieuw geitenpaadje voor stikstof-vergunningverlening: wordt intern salderen het nieuwe extern salderen?'
Vragen van het lid Akerboom (PvdD) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over een nieuw geitenpaadje voor stikstof-vergunningverlening: wordt intern salderen het nieuwe extern salderen? (ingezonden 1 augustus 2023).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof), mede namens de Minister
voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (ontvangen 4 september 2023).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat uit de natuurdoelanalyses van de provincie Noord-Brabant is
gebleken dat de natuur in een dermate slechte staat is vanwege stikstofneerslag, dat
elke «stikstofwinst» die ontstaat uit het staken van een vervuilende activiteit naar
de natuur dient te gaan, met als consequentie dat extern salderen met natuurvergunningen1 is stilgelegd?2
Antwoord 1
De natuurdoelanalyses laten zien wat de huidige toestand is van de Natura 2000-gebieden
en of de natuurdoelen met de huidige maatregelen bereikt worden. Wanneer dat nog niet
het geval is, dan maakt de natuurdoelanalyse inzichtelijk waar de knelpunten («drukfactoren»)
zitten die nog opgelost moeten worden om de doelen te halen en wat dus de richting
is voor aanvullende maatregelen. Provincies gebruiken deze analyses bij de gebiedsgerichte
aanpak voor het halen van de doelen op het terrein van stikstofgevoelige natuur. De
provincie Noord-Brabant heeft naar aanleiding van de conclusies uit de natuurdoelanalyses
besloten om voorlopig geen vergunningen te verlenen voor activiteiten met stikstofeffecten
op Natura 2000-gebieden, omdat niet kan worden aangetoond dat de betrokken stikstofdepositiedaling
niet nodig is om behoud van de natuur te borgen of de instandhoudingsdoelstellingen
te halen (additionaliteitsvereiste).
Vraag 2
Kent u deze antwoorden van het college van burgemeesters en wethouders (hierna: het
college) van Breda, waarin het college schrijft de stop op extern salderen te omzeilen
door gebruik te maken van intern salderen voor een woningbouwproject?3
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat dit woningbouwproject stikstofneerslag zal veroorzaken op het
Natura 2000-gebied Ulvenhoutse Bos, dat ernstig onder druk staat door stikstof, omdat
de veilige stikstofgrens van de habitats met honderden molen per hectare per jaar
wordt overschreden?4
Antwoord 3
Voor specificaties van het genoemde project verwijs ik u naar het college.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat een natuurvergunning geldt voor een specifieke activiteit op
een bepaalde plek (en dus niet slechts gebonden is aan de grond, onafhankelijk van
de activiteit)?
Antwoord 4
Een natuurvergunning wordt inderdaad afgegeven voor een specifieke activiteit, maar
wat betreft stikstofdepositie hoeft geen nieuwe natuurvergunning te worden aangevraagd
als de initiatiefnemer zijn natuurvergunning wil gebruiken voor het verrichten van
een andere activiteit op dezelfde locatie en die andere activiteit blijft binnen de
eerder toegestane hoeveelheid stikstofdepositie («intern salderen»). Intern salderen
is op dit moment vergunningvrij.5
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat intern salderen bedoeld is voor een aanpassing binnen eenzelfde
activiteit of binnen hetzelfde bedrijf op dezelfde plek en dat hier momenteel geen
vergunningsplicht voor geldt?
Antwoord 5
Zie antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Beaamt u dat de uitvoering van een agrarisch bedrijf op agrarische grond een volledig
andere activiteit is dan woningbouw op diezelfde grond en dat hiervoor ook een wijziging
van de bestemming van de grond nodig is?
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Is voor de ontwikkeling van het woningbouwproject Woonakker in Breda het bestemmingsplan
van de grond gewijzigd? Zo nee, op welke manier is het dan mogelijk dat gebouwd gaat
worden op voorheen agrarische grond?
Antwoord 7
Het college schrijft in een raadsbrief dat voor de realisatie van de woonwijk een
bestemmingsplanwijziging nodig is. Dit traject is nog niet afgerond. Op 23 juni 2023
is het ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegd.6 De verwachting is dat de gemeenteraad het bestemmingsplan eind dit jaar zal vaststellen.7
Vraag 8
Klopt het dat het mogelijk maken van woningbouw (voor wat betreft de stikstofuitstoot)
door het staken van een agrarische activiteit normaal gesproken onder extern salderen
valt?
Antwoord 8
Nee, dit klopt niet. Waar agrarische activiteiten plaatsmaken voor woningbouw wordt
regelmatig interne saldering toegepast. De stikstofuitstoot in de nieuwe situatie
(in dit geval een woonwijk) wordt dan vergeleken met de oude situatie (in dit geval
agrarisch gebruik). Een vergelijkbaar voorbeeld daarvan is een situatie waarin woningen
zouden worden gebouwd op grond waar voorheen kassen stonden. Als referentiesituatie
geldt de feitelijk legale situatie voorafgaande aan de vaststelling van het bestemmingsplan.
Extern salderen heeft betrekking op de afname van de stikstofdepositie als gevolg
van verdwijnende of verminderende activiteiten buiten het plan- of projectgebied.
Het college schrijft dat voor het hierboven genoemde project aanvankelijk extern saldo
zou worden benut, afkomstig van een veehouder buiten het plangebied. Als gevolg van
het besluit van de provincie om extern salderen tijdelijk niet toe te staan, kan deze
stikstofruimte niet gebruikt worden en zal daarom aan de natuur toekomen.
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat het college van Breda toegeeft in eerste instantie extern te
hebben willen salderen, maar pas na de «vergunningenstop» van de provincie Noord-Brabant
naar een andere oplossing te hebben gezocht, namelijk het geitenpaadje van het intern
salderen?8
Antwoord 9
Zoals beschreven in het antwoord op vraag 8, geeft het college van Breda inderdaad
aan dat al vroeg in het project is ingezet op extern salderen. Het college verklaart
dit doordat in het project sprake is van de aankoop van gronden van een nabijgelegen
agrariër, die daardoor ook moest stoppen met vee houden.9 Toen extern salderen niet langer mogelijk was, zijn de mogelijkheden van intern salderen
verkend. De classificatie van «geitenpaadje» is hier onterecht, aangezien intern salderen
een in jurisprudentie geaccepteerd en regelmatig toegepast instrument is om activiteiten
mogelijk te maken.
Vraag 10
Is deze gang van zaken wat betreft intern salderen tussen verschillende activiteiten
volgens u in lijn met de daarvoor geldende beleidsregels?
Antwoord 10
Er zijn bij mijn ministerie geen beleidsregels bekend voor intern salderen in de provincie
Noord-Brabant. Met het vervallen van de vergunningplicht voor intern salderen (de
zogenoemde verslechteringsvergunning)10 hebben de voorheen geldende provinciale beleidsregels intern salderen materieel geen
betekenis meer. Er is immers geen bevoegdheid meer waarop deze beleidsregels betrekking
kunnen hebben.
Vraag 11
Handelt het college van Breda volgens u in de geest van de «vergunningenstop» van
de provincie Noord-Brabant en in de geest van de Europese Habitatrichtlijn, die stelt
dat beschermde natuur beschermd moet worden en niet achteruit mag gaan?
Antwoord 11
Als het college aangeeft dat het project in kwestie met vergunningvrij intern salderen
doorgang kan vinden, is dat niet in strijd met de «vergunningenstop».
Vraag 12
Deelt u het inzicht dat in uitvoering van de Habitatrichtlijn de volledige «stikstofwinst»
van de gestopte agrarische activiteit naar de natuur moet gaan, om deze te kunnen
herstellen?
Antwoord 12
Wat nodig is voor de natuur is onderwerp van de natuurdoelanalyses en gebiedsplannen,
waarvoor in eerste instantie provincies aan zet zijn. Over dit specifieke geval schrijft
de gemeente dat «de stikstof die eerst, na afroming, voor extern salderen gereserveerd
was nu geheel ten goede [komt] aan het Ulvenhoutse Bos doordat de betreffende agrariër
geen vee meer houdt».11
Vraag 13
Welke actie gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat de gemeente Breda de beleidsregels
voor intern salderen op een juiste manier volgt, gezien uw eerdere uitspraak dat «de
tijd van geitenpaadjes voorbij is»?12
Antwoord 13
Zie het antwoord op vraag 10.
Vraag 14
Wanneer komt uw voorstel voor de wetswijziging die een vergunningsplicht voor intern
salderen herintroduceert, zodat bevoegde gezagen hier opnieuw grip op kunnen krijgen,
naar de Tweede Kamer?
Antwoord 14
Zolang ik niet weet of het wetsvoorstel wel of niet controversieel wordt verklaard,
kan ik geen inschatting geven van het verdere tijdpad.
Vraag 15
Indien andere onderdelen van deze wetswijziging (onverhoopt) controversieel worden
verklaard, bent u dan bereid alsnog het onderdeel over de vergunningsplicht voor intern
salderen (als aparte wetswijziging) naar de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Ik wacht de beslissing van de Tweede Kamer over controversieel verklaring af en ik
bezie daarna of dit een optie zou kunnen zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.