Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Mohandis en Nijboer over de Amsterdamse voorrangsregeling op woningen voor docenten, die nog altijd onvoldoende merkbaar is voor onderwijspersoneel dat daar werkt
Vragen van de leden Mohandis en Nijboer (beiden PvdA) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de Amsterdamse voorrangsregeling op woningen voor docenten, die nog altijd onvoldoende merkbaar is voor onderwijspersoneel dat daar werkt (ingezonden 6 juli 2023).
Antwoord van Minister Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) mede namens de Minister
voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (ontvangen 29 augustus 2023)
Vraag 1
Hoe beoordeelt u het bericht dat een van de middelen die Amsterdam inzet tegen het
lerarentekort leerkrachten voorrang geven op een woning is, maar dat onderwijspersoneel
dat in die stad werkzaam is, in veel gevallen onvoldoende ervan merkt doordat de vraag
naar woningen groter is dan het aanbod?1
Antwoord 1
Amsterdam heeft sinds 2020 99 sociale en 29 middeldure huurwoningen met voorrang aan
leraren toegekend.2, 3 De gemeente ziet dat door het toewijzen van woningen leraren in Amsterdam gaan en
blijven werken. Dit neemt niet weg dat er een schaarste is aan betaalbare woningen.
Ook in Amsterdam concurreren leraren met andere groepen die hard een woning nodig
hebben. Het is daarom van groot belang dat er voldoende betaalbare woningen bijgebouwd
worden en dat de bestaande huurwoningen betaalbaar blijven.
Vraag 2
Ziet u in de landelijke regelgeving belemmeringen die de effectiviteit van zo’n gemeentelijke
voorrangsregeling in de weg staan, die u gaat wegnemen? Zo ja, wanneer kunnen wij
deze tegemoetzien? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 2
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) zet zich op verschillende
manieren in om de schaarste aan betaalbare woningen tegen te gaan. Dit doet hij onder
meer door de regionale woningbouwdeals die het afgelopen jaar gesloten zijn. In de
Metropool Regio Amsterdam is bijvoorbeeld afgesproken dat 175.000 woningen worden
bijgebouwd tot en met 2030. 65% van die woningen moet bestaan uit betaalbare woningen,
huur en koop.4
Momenteel is er een situatie van schaarste en moeten de beschikbare betaalbare woningen
verdeeld worden. Om gemeenten hierbij meer mogelijkheden te geven, wijzigt de Minister
voor VRO de Huisvestingswet 2014. Deze wijziging is onlangs behandeld en aangenomen
in uw Kamer en ligt inmiddels voor in de Eerste Kamer. Gemeenten krijgen hierdoor
de mogelijkheid om maximaal vijftig procent van de vrijkomende betaalbare huurwoningen
toe te wijzen, bijvoorbeeld aan vitale beroepsgroepen zoals leerkrachten. Het is aan
de gemeenten om de belangen tussen de verschillende groepen woningzoekenden goed te
wegen bij het maken van beleid.
Vraag 3
Ziet u andere mogelijkheden om het lokale lerarentekort tegen te gaan in gebieden
waar de nood het hoogst is, nu uit uw correctie op vraag 2 in het Verslag houdende
een lijst van vragen en antwoorden inzake wijziging van de begrotingsstaten van het
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap blijkt dat de reële «loonstijging»
voor leraren in 2022 in het vo slechts-5% bedroeg, wat de aantrekkelijkheid van het
lerarenberoep alleen maar naar beneden drukt?5
Antwoord 3
In december hebben de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en ik uw Kamer
een brief gestuurd met onze lerarenstrategie.6 Onderdeel daarvan is het versterken van de regionale samenwerking. Dit omdat de omvang
van de tekorten per regio en per sector verschilt, de problematiek het niveau van
de individuele besturen overstijgt en de aanpak vraagt om solidariteit in plaats van
concurrentie. In april 2022 is het Onderwijsakkoord gesloten met de sociale partners.
Hierin zijn afspraken gemaakt om structureel 1, 5 miljard euro te investeren in het
funderend onderwijs. Naast geld voor een hoger loon in het po en voor de aanpak van
de werkdruk in het vo, is ook geld beschikbaar gesteld voor een arbeidsmarkttoelage.
Hiermee stimuleren wij dat leraren, schoolleiders en ondersteuners op scholen met
veel kwetsbare leerlingen gaan en blijven werken. Deze scholen staan veelal in de
grote steden. In het primair onderwijs zijn de tekorten het hoogst in de G5.7 Daarom hebben we daar sinds 2020 per stad een convenant8 gesloten met specifieke afspraken passend bij de stad.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.