Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over het bericht dat huurlingen voor het front op de loonlijst staan van Russische bedrijven waartegen nog geen sancties zijn ingesteld
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat huurlingen voor het front op de loonlijst staan van Russische bedrijven waartegen nog geen sancties zijn ingesteld (ingezonden 8 augustus 2023).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 28 augustus 2023).
Vraag 1
Kent u het bericht «Huurlingen voor het front op de loonlijst van Russische bedrijven»,
uit Trouw van 7 augustus 2023?
Antwoord 1
Ik ben bekend met dit bericht.
Vraag 2 en 3
Deelt u de mening dat de Russische bedrijven Rusal, Novatek en PIK Group, die huurlingen
rekruteren en betalen om in de illegale oorlog van Rusland tegen Oekraïne te vechten,
daardoor het recht op export naar Europa verloren hebben?
Bent u bereid om in Europese Unie (EU)-verband te pleiten voor het invoeren van specifieke
sancties tegen deze bedrijven in het algemeen en/of vooral tegen de leiding en eigenaren
van deze bedrijven in het bijzonder?
Antwoord 2 en 3
Het is de inzet van het kabinet om de druk op Rusland waar mogelijk steeds verder
op te voeren. De voornaamste aandacht gaat hierbij uit naar personen, bedrijven en
organisaties die een bijdrage leveren aan de Russische oorlogsinspanning. Het is niet
in het belang van de Nederlandse inzet in deze onderhandelingen om publiekelijk uitspraken
te doen over specifieke personen en entiteiten.
De EU kent een sanctielijst waaraan personen en entiteiten kunnen worden toegevoegd
die een bijdrage leveren aan de Russische schending van de territoriale integriteit
van Oekraïne. Om een bedrijf toe te voegen aan deze lijst is een unaniem Raadsbesluit
nodig alsmede een uitgebreid bewijspakket waarin op basis van openbaar beschikbare
informatie wordt aangetoond dat dit bedrijf voldoet aan de hiervoor opgestelde criteria.
Het toevoegen van nieuwe personen en entiteiten aan deze sanctielijst is onderwerp
van voortdurende onderhandelingen die in EU-verband gevoerd worden.
Vraag 4, 5 en 6
Klopt het dat in sectoren die nu nog uitgezonderd zijn van EU-sancties er een toename
valt waar te nemen van het inzetten van aan export verdiende middelen voor al dan
niet directe steun aan Putin’s brute oorlog?
Wat is de actuele stand in de Europese discussies over een nieuw sanctiepakket?
Groeit er in Europa meer bereidheid om sancties toe te passen op andere terreinen
zoals de nucleaire sector of de diamanthandel?
Antwoord 4, 5 en 6
Het uitbreiden van de maatregelen tegen de Russische agressie in Oekraïne is onderwerp
van voortdurende onderhandelingen binnen de EU. Voor het kabinet liggen alle opties
op tafel en Nederland draagt actief bij aan de vormgeving van additionele maatregelen
waarmee de Russische inkomsten en daarmee de mogelijkheden tot oorlogvoering geraakt
kunnen worden. Daarbij worden ook de specifiek genoemde sectoren en overige sectoren
die vooralsnog zijn uitgezonderd van EU sancties in overweging genomen. EU eenheid
en energieleveringszekerheid zijn daarbij noodzakelijke randvoorwaarden. Tevens is
effectiviteit en de aanpak van omzeiling van belang. Het kabinet kan verder geen uitlatingen
doen over specifieke nieuwe sancties.
Vraag 7
Hoe staat het met het verder aanpakken van de Wagnergroep en hun verdienmodel; nopen
de ontwikkelingen in Niger niet tot extra spoed als het gaat om een hardere aanpak
van deze inmiddels direct onder leiding van Moskou staande «huurlingen»-groep?
Antwoord 7
De Europese Unie heeft reeds in december 2021 sancties opgelegd aan de Wagnergroep
en verschillende hieraan verbonden personen en entiteiten in verband met mensenrechtenschendingen,
destabiliserende activiteiten in Libië, Syrië en de Sahel regio en het bedreigen van
de territoriale integriteit van Oekraïne (Raadsverordening 2021/2192–2199). In februari
2023 is dit uitgebreid met nog eens elf personen en zeven entiteiten die verband houden
met de Wagnergroep. Het uitbreiden van het huidige sanctieregime is onderwerp van
voortdurende EU-onderhandelingen.
Afgezien van sancties hanteert Nederland ten aanzien van de Sahel een brede inzet
gericht op het wegnemen van grondoorzaken van conflict, instabiliteit en armoede,
het vergroten van de weerbaarheid van de bevolking in fragiele regio’s en het verbeteren
van de relatie tussen burgers en staat. Dit kost echter tijd. Met deze aanpak proberen
we samen met gelijkgezinde partners onder andere de invloed van actoren zoals Wagner
tegen te gaan.
Vraag 8
Kunnen zij nu ook snel op de lijst van terroristische organisaties worden geplaatst,
of is die route nu niet meer mogelijk omdat zij rechtstreeks onder het commando van
het Russische Ministerie van Defensie (lijken te) zijn geplaatst.
Antwoord 8
De Wagner-groep staat reeds op twee EU-sanctielijsten: het mensenrechtensanctieregime
en het sanctieregime ten aanzien van de territoriale integriteit van Oekraïne. Ook
zijn aan de Wagner-groep gelieerde personen en entiteiten onder diverse thematische
en geografische sanctieregimes gelist, in lijn met de inzet van het kabinet. De toevoeging
van de Wagnergroep aan de Europese terrorismelijst zou net als bij de twee reeds bestaande
listings de bevriezing van haar financiële tegoeden en bezittingen binnen de Europese Unie
behelzen en daarmee geen additioneel effect hebben. Het kabinet blijft onverminderd
inzetten op het opvoeren van de druk op Rusland en Wagner.
De Europese Unie kent een terrorismelijst waaraan op basis van een besluit van de
Europese Raad personen, groepen of organisaties kunnen worden toegevoegd wanneer die
voldoen aan bepaalde criteria. Een persoon of entiteit kan worden toegevoegd wanneer
deze door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties is aangemerkt als verband houdend
met terrorisme, en wanneer deze sancties tegen de betrokken persoon of entiteit heeft
opgelegd. Hier is op dit moment geen sprake van. Een tweede grond om een persoon of
entiteit op de Europese terrorismelijst te plaatsen is een veroordeling of onderzoek
ingesteld door een bevoegde autoriteit in verband met het plegen van, het pogen tot
het plegen van of het faciliteren van een terroristische daad. Ook deze grond is op
dit moment niet aanwezig.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.