Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Akerboom over de toelating van een nieuw bijengif in de landbouw: de pesticide flupyradifurone
Vragen van het lid Akerboom (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de toelating van een nieuw bijengif in de landbouw: de pesticide flupyradifurone (ingezonden 20 juni 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 24 augustus
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3155.
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat de insectensterfte alarmerend hoog is, met een verlies van 75
procent van het aantal insecten in de afgelopen 30 jaar en met ook dit jaar, voorjaar
2023, opnieuw een dramatische achteruitgang? Hoe beoordeelt u dit?1, 2
Antwoord 1
De genoemde afname van aantallen insecten in de afgelopen 30 jaar is gebaseerd op
enkele lokale onderzoeken in Duitsland en Nederland (Kamerstuk 33 576, nr. 117). Hoe representatief die zijn voor de algehele situatie, is door gebrek aan vergelijkbare
onderzoeken niet vast te stellen. Op basis van de beperkte beschikbare gegevens is
echter geen twijfel dat de afname van insecten gemiddeld genomen groot is. Daarnaast
zijn de lage aantallen waargenomen insecten dit voorjaar opvallend. Er zijn door deskundigen
suggesties gedaan over de oorzaak, zoals de droge zomer van 2022, maar definitieve
duidelijkheid is er nog niet. In ieder geval is er alle reden om het beleid ten aanzien
van het stimuleren van herstel van insectenpopulaties voort te zetten.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat het landbouwgif flupyradifurone een insectenverdelger is dat
in Nederland mag worden gebruikt bij de teelt van aardappelen, vele soorten fruit,
zoals aardbeien, appels, bramen, druiven, frambozen, peren, watermeloenen en groentes,
zoals aubergines, bonen, courgettes, erwten, komkommers, koolgewassen, paprika’s,
sla en tomaten en van bloembollen, snijbloemen, kerstbomen en vaste planten?3
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Klopt het dat middelen met flupyradifurone zelfs mogen worden gebruikt tijdens de
bloei van gewassen, dus wanneer zij het meest aantrekkelijk zijn voor bestuivende
insecten?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat flupyradifurone een insecticide is uit de chemische klasse butenoliden,
die zeer vergelijkbaar zijn met neonicotinoïden, omdat:
a. beide dezelfde werking hebben in de plant (systemisch) en;
b. beide binden aan dezelfde receptoren van insecten (nicotinerge acetylcholinereceptoren)
en dus op dezelfde manier insecten doden?4
Antwoord 4
Ja. Het is ook bekend dat verschillende stoffen een verschillende mate van toxiciteit
voor bijen hebben. Daarom voert het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen
en biociden (Ctgb) een risicobeoordeling uit om te bepalen of de blootstelling bij
de door een aanvrager voorgestelde toepassing leidt tot een aanvaardbaar risico of
niet.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat van het gebruik van neonicotinoïden is vastgesteld dat het verband
houdt met de dramatische insectensterfte in en rond landbouwgebieden?5
Antwoord 5
Er zijn verschillende factoren die leiden tot de achteruitgang van insecten in Nederland.
Een van deze factoren is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat verschillende neonicotinoïden (clothianidine, imidacloprid en thiametoxam) reeds verboden zijn in de Europese Unie (EU) voor open
teelten vanwege hun giftigheid voor insecten?
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Wanneer is flupyradifurone beoordeeld voor toelating, en eventuele vernieuwingen van
de toelating, door de European Food Safety Authority (EFSA)?
Antwoord 7
Het EFSA-peerreviewrapport voor de stofgoedkeuring is gepubliceerd in februari 20156. De stof is goedgekeurd in november 20157.
Vraag 8
Is hierbij de giftigheid voor zowel honingbijen als voor wilde bijen en hommels onderzocht?
Antwoord 8
EFSA heeft gekeken naar de beschikbare data voor honingbijen en hommels. EFSA concludeerde
dat de voorgenomen toepassingen geen onaanvaardbaar risico met zich meebrengen voor
honingbijen. De data over hommels lieten geen hogere gevoeligheid zien. Data over
andere bijensoorten waren niet beschikbaar.
Vraag 9
Is hierbij zowel de acute als de chronische schadelijkheid voor verschillende bijensoorten
onderzocht?
Antwoord 9
Voor honingbijen is zowel de acute als de chronische toxiciteit onderzocht. Op basis
van deze studies werd geconcludeerd dat er geen indicaties zijn voor acute of lange
termijn schadelijke effecten op honingbijen. De chronische schadelijkheid voor andere
bijensoorten is niet onderzocht; daar waren destijds geen testmethoden voor beschikbaar.
Vraag 10
Welke middelen op basis van flupyradifurone zijn in Nederland toegelaten door het
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb)?
Antwoord 10
In Nederland zijn 4 middelen op basis van flupyradifurone toegelaten, 3 middelen voor
particulier gebruik in huis, (volks)tuin of kas (Sanium, Sanium Stick en Sanium Spray)
en 1 middel voor professioneel gebruik, Sivanto Prime.
Vraag 11
Wanneer zijn deze middelen voor het laatst beoordeeld door het Ctgb?
Antwoord 11
De middelen voor particulier gebruik zijn toegelaten in 2018 en 2020. Sivanto Prime
is toegelaten in 2018, gevolgd door enkele wijzigingen en een uitbreiding met kleine
toepassing in de jaren 2019–2022.
Vraag 12
Kent u dit onderzoek waaruit blijkt dat flupyradifurone schadelijk (sub-letaal) is
voor bestuivende insecten? Deelt u de conclusies van deze studie?8
Antwoord 12
Ik deel de conclusie van de auteurs dat het belangrijk is om ook subletale effecten
mee te wegen in de risicobeoordeling voor werkzame stoffen gebruikt in gewasbeschermingsmiddelen.
Dit is opgenomen in het herziene bijenrichtsnoer dat recent is gepubliceerd door EFSA
en waarover ik uw kamer recent heb geïnformeerd (Kamerstuk 27 858, nr. 613).
Vraag 13
Kent u deze onderzoeken waaruit blijkt dat flupyradifurone bij realistische niveaus
van blootstelling in het veld schadelijk is voor honingbijen? Deelt u de conclusies
van beide studies?9, 10
Antwoord 13
De werkzame stof flupyradifurone wordt op dit moment op Europees niveau herbeoordeeld.
Bij deze herbeoordeling zullen ook de laatste wetenschappelijke inzichten uit de wetenschappelijke
literatuur worden betrokken, waaronder de genoemde onderzoeken.
Vraag 14
Kunt u bevestigen dat de EFSA in een verklaring in januari 2022 concludeerde dat de
schade van flupyradifurone op solitaire bijen oorspronkelijk niet is meegenomen in
de risicobeoordeling, maar dat er wel degelijk bewijs is dat solitaire bijen hierdoor
worden geschaad?11
Antwoord 14
Ja. Het huidige kader bevat alleen criteria voor honingbijen die ook beschermend werken
voor andere bestuivers. Hommels en solitaire bijen zijn formeel nog geen specifiek
onderdeel van het beoordelingskader. Daarvoor is implementatie van het herziene EFSA-bijenrichtsnoer
en bijbehorende aanpassing van de Europese uniforme beginselen en datavereisten nodig.
Vraag 15
Welke acties zijn door de EFSA, de Europese Commissie (EC), het Ctgb en/of u ondernomen
naar aanleiding van deze recente wetenschappelijke studies en de verklaring van de
EFSA?
Antwoord 15
De EFSA-verklaring is tot stand gekomen naar aanleiding van de beoordeling van nieuwe
informatie over mogelijk schadelijke effecten op solitaire bijen door het Ctgb. Na
overleg met de lidstaten heeft de Europese Commissie besloten om een zogenaamde artikel
21-procedure te starten; dit betreft de bevoegdheid van de Europese Commissie om de
goedkeuring van de stof te herzien in het licht van nieuwe wetenschappelijke en technische
kennis en monitoringsgegevens waarbij er aanwijzingen zijn dat de stof niet langer
voldoet aan de goedkeuringscriteria. De Europese Commissie heeft de producent van
de werkzame stof verzocht hiertoe alle informatie te verzamelen en de beoordelend
lidstaat van de herbeoordeling om deze te beoordelen. Deze beoordeling is in een afrondende
fase en zal worden gevolgd door een toetsing door EFSA. Indien niet langer wordt voldaan
aan de goedkeuringscriteria, dan zal de goedkeuring worden ingetrokken of gewijzigd.
In een dergelijk geval zal het Ctgb ook de toelating van de middelen intrekken of
wijzigen overeenkomstig de door de Europese Commissie vastgestelde voorwaarden.
Vraag 16
Kunt u de gebruiks- en/of verkoopgegevens van middelen met flupyradifurone in Nederland delen?
Antwoord 16
De verkoopcijfers van flupyradifurone:
2018 = 3.175 kg werkzame stof
2019 = 2.783 kg werkzame stof
2020 = 3.194 kg werkzame stof
2021 = 2.935 kg werkzame stof
Vraag 17
Deelt u de zorg dat het gebruik van flupyradifurone mogelijk is toegenomen na het
verbod op de hierboven genoemde neonicotinoïden?
Antwoord 17
Uit de cijfers blijkt dat de verkoop van de stof flupyradifurone sinds de toelating
op de Nederlandse markt redelijk constant is gebleven.
Vraag 18
Kunt u uitsluiten dat het gebruik van flupyradifurone bijdraagt aan de dramatische
insectensterfte van 2022 en 2023?
Antwoord 18
Er is geen indicatie dat het gebruik van flupyradifurone bijdraagt aan de lage aantallen
waargenomen insecten.
Vraag 19
Deelt u de mening dat de toelating van (middelen met) flupyradifurone zo snel mogelijk
moeten worden herbeoordeeld, met inachtneming van de laatste wetenschappelijke inzichten?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen gaat u hiertoe zetten?
Antwoord 19
Zie ook het antwoord op vraag 15. De tussentijdse herzieningsprocedure op basis van
artikel 21 van verordening 1107/2009 is al in gang gezet en in vergevorderd stadium.
De uitkomst hiervan zal bepalen of de toelating van de middelen door Ctgb zal moeten
worden herzien. Ook de reguliere herbeoordelingsprocedure is inmiddels gestart.
Vraag 20
Deelt u de mening dat in de tussentijd, vanuit het voorzorgsbeginsel, de toepassing
van middelen met flupyradifurone op open teelten moet worden verboden, om de ernstig
bedreigde insecten te beschermen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen gaat u
hiertoe zetten?
Antwoord 20
Ik heb vertrouwen in de Europese toelatingssystematiek waarbij een goedkeuring, op
basis van nieuwe wetenschappelijke informatie, kan worden herzien. Ik wacht de lopende
herzieningsprocedure daarom af. Mocht echter blijken dat er directe onaanvaardbare
risico’s zijn bij het gebruik van flupyradifurone, dan zal het Ctgb direct ingrijpen
op de bestaande toelatingen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.