Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de berichten dat AEB (Amsterdams afvalverwerkingsbedrijf) door de gemeente Amsterdam opnieuw in de verkoop is gezet
Vragen van het lid Van Haga (DENK) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de berichten dat AEB (Amsterdams afvalverwerkingsbedrijf) door de gemeente Amsterdam opnieuw in de verkoop is gezet (ingezonden 6 juli 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 24 augustus
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten dat AEB (Amsterdams afvalverwerkingsbedrijf) door de
gemeente Amsterdam opnieuw in de verkoop is gezet?
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Bent u bekend met de financiële reserveringen voor maatwerkafspraken met afvalcentrales
om onder andere CO2 te reduceren?
Antwoord 2
Ja, ik ben bekend met deze reservering in het kader van de voorjaarsklimaatbesluitvorming.
Vraag 3
Klopt het dat uw ministerie (op termijn) de capaciteit van afvalenergiecentrales wil
beperken? Kunt u iets vertellen over de voortgang hiervan?
Antwoord 3
Zoals opgenomen in Nationaal Programma Circulaire Economie is de inzet om afvalverbranding
terug te dringen en daarmee op termijn ook de totale landelijke afvalverbrandingscapaciteit
te beperken. In mijn brief van 18 juli jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over het beëindigen
van de gesprekken met de sector die naar aanleiding van de motie Mulder werden gevoerd.
Hierin werd tevens aangekondigd wat de nieuwe inzet is op afvalverbranding in het
kader van de klimaatbesluitvorming. Zo wordt onder meer de CO2-heffing voor afvalverbrandingsinstallaties aangescherpt en worden de mogelijkheden
bezien om circulaire initiatieven te belonen onder de heffing. Inzet van het gehele
pakket is ook om meer handelingsperspectief te bieden voor bedrijven richting een
klimaatneutrale en circulaire economie. Aan de hand van de verwachtingen over de toekomstig
benodigde verbrandingscapaciteit wordt een routekaart naar 2050 opgesteld. De sector
zal betrokken worden bij de uitwerking van deze routekaart. Vervolgens kunnen, in
lijn met de routekaart, in het kader van het maatwerktraject met grote CO2-uitstoters afspraken worden gemaakt met afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) waar
onder andere ook afbouw van capaciteit onderdeel van zou kunnen zijn. Voor de maatwerkafspraken
met AVI’s zijn, zoals u in uw vorige vraag opmerkt, middelen gereserveerd binnen het
Klimaatfonds. Over de exacte invulling van het klimaatpakket en de besteding van deze
middelen wordt nog separaat met uw Kamer gecommuniceerd.
Vraag 4
Bent u bekend met de berichten in het Parool over AEB en over de verkoop van AEB door
gemeente Amsterdam?1
Antwoord 4
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 5
Stel dat de verwerkingscapaciteit van AEB uit de markt wordt gehaald en de centrale
stopt, hoeveel draagt dit bij aan uw doelstelling tot het verminderen van capaciteit?
Antwoord 5
Bij AEB wordt op jaarbasis ongeveer 1.325 kiloton aan afval verwerkt in de afvalverbrandingsinstallaties
van het bedrijf. Dat komt neer op ongeveer 18% van de totale landelijke hoeveelheid
afval die bij afvalverbrandingsinstallaties wordt verwerkt.
Vraag 6
Hoeveel verwerkingscapaciteit gaat uit de markt als AEB zal sluiten, zodat er geen
of minder afval geïmporteerd zal worden?
Antwoord 6
Zoals in het antwoord op vraag 5 aangegeven, wordt er in de afvalverbrandingsinstallaties
van AEB jaarlijks ongeveer 1.325 kiloton afval verwerkt. De vergunde capaciteit bij
AEB is 1.350 kiloton (bron: Afvalverwerking in Nederland, gegevens 2021). Dit is ongeveer
16% van de totale vergunde afvalverbrandingscapaciteit in Nederland. Bij AEB mag daarnaast
ook 160 kiloton zuiveringsslib worden verbrand.
Vraag 7
Kunt u aangeven wat de mogelijkheden zijn om AEB als publiek bedrijf – dat te koop
staat – door de rijksoverheid, bijvoorbeeld met de gereserveerde middelen uit het
klimaatfonds, te benutten om direct capaciteit uit de markt te halen, bijvoorbeeld
door het te kopen met als doel te sluiten?
Antwoord 7
In de huidige aanpak is niet voorzien dat een bedrijf wordt gekocht met als doel het
te sluiten. Dit is niet waar de genoemde middelen voor zijn gereserveerd. Het kopen
van een bedrijf met als doel het te sluiten, valt buiten de scope van de gereserveerde
middelen uit het klimaatfonds.
Vraag 8
Als het antwoord op de vorige vraag negatief is, kunt u uitvoerig uitleggen waarom
u deze capaciteit van een publieke organisatie, niet uit de markt kan halen?
Antwoord 8
Het Klimaatfonds is een belangrijk instrument om financiering mogelijk te maken voor
maatregelen die bijdragen aan verduurzaming van de verschillende sectoren, zodat het
doel van ten minste 55% CO2-reductie in 2030 wordt behaald. Het fonds kan aangewend worden om bedrijven te ondersteunen
bij het opbouwen van een duurzame werkwijze, zoals het ontplooien van meer circulaire
activiteiten. Het kopen van een bedrijf met als doel het te sluiten valt echter buiten
de scope. De reservering voor maatwerksubsidies voor de afvalverbrandingsinstallaties
zijn in beginsel geoormerkt voor de verduurzaming van deze installaties, maar zullen
pas in beeld komen als bestaand instrumentarium, zoals de SDE++, VEKI, DEI en NIKI,
niet toereikend is.
Vraag 9
Stel dat u deze capaciteit niet uit de markt denkt te kunnen halen, kunt u aangeven
wat het principiële verschil is met andere manieren om capaciteit uit de markt te
halen?
Antwoord 9
Wanneer capaciteit niet versneld met overheidsgeld uit de markt wordt gehaald, is
een andere optie bijvoorbeeld om dit via een meer natuurlijk verloop te realiseren.
Deze route zou het geleidelijk afschalen van verbrandingscapaciteit kunnen behelzen
naar gelang de behoefte daaraan afneemt, waarbij het afvalverwerkende bedrijf geleidelijk
opschaalt naar meer hoogwaardige verwerkingstechnieken. De rijksoverheid zou hier
een stimulerende rol in kunnen spelen door ondersteuning te bieden in de ontwikkeling
van de benodigde infrastructuur en door het bestaande subsidie-instrumentarium hierop
aan te passen. Het principiële verschil tussen deze route en de route van versneld
uit de markt halen van verbrandingscapaciteit is de mate van overheidsingrijpen.
Vraag 10
Stel dat u deze capaciteit niet uit de markt denkt te kunnen halen, kunt u een overzicht
geven van alle argumenten die tegen het sluiten van AEB pleiten? Kunt u aangeven welke
van deze argumenten niet gelden voor andere manieren om capaciteit uit de markt te
halen?
Antwoord 10
Een argument tegen acute volledige sluiting van een grote afvalverbrandingsinstallatie
zoals AEB is dat er op korte termijn niet voldoende alternatieven zijn voor de verwerking
van al het afval dat nu door AEB wordt verwerkt. De afvalverbrandingscapaciteit bij
AEB wordt voor langere periodes volgepland met zowel binnenlands als buitenlands afval.
Al dit afval moet dan elders «tussendoor» verwerkt worden. Dit kan dan voor stagnatie
binnen de afvalbeheerketen zorgen. Een ander argument zou kunnen liggen in het feit
dat AEB momenteel energie in de vorm van elektriciteit en warmte levert aan woningen
en bedrijven. Als deze energiebron plots wegvalt, bestaat de mogelijkheid dat er tijdelijk
moet worden teruggevallen op een «grijzere» bron. Vooralsnog kiest het demissionaire
kabinet voor het op een geleidelijke manier afschalen van de afvalverbrandingscapaciteit,
zodat dergelijke effecten uitblijven en op een gecontroleerde manier kan worden toegewerkt
naar meer hoogwaardige afvalverwerking.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.