Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuzu over het bericht 'Asielkinderen verwaarloosd in luxe hotel: ‘Criminelen staan gewoon voor de deur’'
Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Asielkinderen verwaarloosd in luxe hotel: «Criminelen staan gewoon voor de deur»» (ingezonden 1 juni 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 9 augustus
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2987.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de berichtgeving over asielkinderen, die verwaarloosd worden
in luxe hotels waarbij criminelen gewoon voor de deur staan?1
Antwoord 1
Ik ben op de hoogte van de berichtgeving in kranten en op de radio.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat zestig jongens tussen de 14 en 18 jaar in het GR8 Hotel
in Oosterhout ongelofelijk slecht worden behandeld?
Antwoord 2
Helaas zijn er al enige tijd onvoldoende reguliere opvanglocaties beschikbaar. Zowel
Nidos als COA hebben een acute behoefte aan opvangplekken voor alleenstaande minderjarige
vreemdelingen (amv). Medeoverheden zijn nog altijd terughoudend met het realiseren
van nieuwe opvangplekken voor amv. Hierdoor wordt ook een deel van de amv opgevangen
op noodlocaties, zo ook in het hotel in Oosterhout. Dit heeft uiteraard niet de voorkeur,
aangezien deze locaties afwijken van het reguliere kwaliteitsniveau. In algemene zin
onderschrijft het Kabinet dat de kwaliteit van de opvang een punt van aandacht en,
op onderdelen, zorg is. Medewerkers van het COA en Nidos en medeoverheden zetten zich
aanhoudend in om iedereen van een opvangplek met de benodigde voorzieningen te voorzien.
Dit geldt met name voor personen met specifieke behoeften zoals kinderen. Er wordt
hard gewerkt om zo spoedig mogelijk terug te keren naar een situatie waarbij voldoende
reguliere en duurzaam inzetbare opvangcapaciteit is.
Het is daarnaast zo dat zich op iedere opvanglocatie weleens incidenten voordoen,
soms zijn die te relateren aan de beperkingen van noodlocaties. De afspraak is dat
incidenten waarbij amv betrokken zijn, worden gemeld bij Nidos. Nidos meldt vervolgens
de incidenten bij de IGJ, waardoor de IGJ de afweging kan maken of nader onderzoek
naar het betreffende incident noodzakelijk is. Het COA wordt indien dat opportuun
wordt geacht door de IGJ gevraagd om onderzoek te doen naar de feiten en omstandigheden
op de betreffende locatie. De uitkomsten van dit onderzoek worden vervolgens beoordeeld
door de IGJ en indien nodig wordt vervolgonderzoek ingesteld of worden maatregelen
genomen.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het feit dat een professional die werkzaam is in het noodopvangcentrum
heeft aangegeven dat hij/zij EMDR-therapie gaat volgen om de trauma’s, die zij daar
heeft opgelopen te verwerken?
Antwoord 3
Voor de betrokken medewerker en de naaste collega’s is de ontstane situatie zeer betreurenswaardig.
De grote persoonlijke betrokkenheid van de begeleiders van een groep die bestaat uit
– soms getraumatiseerde – jongeren maakt dat incidenten een forse impact kunnen hebben
op de psychische gezondheid. Waardoor er in een uiterst geval helaas therapie nodig
kan zijn om situaties te verwerken.
Als werkgever probeert het COA dit vanzelfsprekend te voorkomen. Zo wordt tijdens
de werving en selectie getoetst of medewerkers in staat zijn om met dergelijke situaties
om te gaan. Daarnaast worden medewerkers getraind op het gebied van BHV, agressie
en methodische begeleiding en biedt het COA medewerkers ondersteuning op locatie,
bijvoorbeeld met een gedragsdeskundige of leercoach.
Tot slot is ook ondersteuning beschikbaar van ervaren collega’s en deskundigen bij
de begeleiding na incidenten. Bij traumatische gebeurtenissen kan HSK Trauma 24/7
ingezet worden voor medewerkers, zowel in groepsverband als individueel. HSK is een
landelijke GGZ organisatie die gespecialiseerd is in werknemerszorg (werkgerichte
behandeling).
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het gegeven dat de hoofdinspecteur Hans Faber stelt dat er sprake
is van «normloosheid» bij de noodopvangcentra? Wat gaat u hiertegen doen?
Antwoord 4
Zoals gezegd heeft het plaatsen van kinderen op een noodopvanglocatie niet de voorkeur.
In algemene zin onderschrijf ik dat de kwaliteit van de opvang een punt van aandacht
en, op onderdelen zorg is. Maar dat sprake zou zijn van «normloosheid» herken ik niet.
Alle medewerkers op amv-opvanglocaties zetten zich dagelijks, samen met de betrokken
partijen, in om jongeren te begeleiden in een veilige omgeving. Tegelijkertijd verschilt
de situatie per locatie, met name als het gaat om (crisis)noodopvanglocaties. Zo worden
de leefomstandigheden van de kinderen onder meer bepaald door het soort gebouw waarin
opvang wordt geboden, de kennis en ervaring van de medewerkers en de duur van het
verblijf. De begeleiders van de jongeren signaleren eventuele onveiligheid en acteren
hierop, al dan niet in samenwerking met Nidos en politie. Daarnaast gelden er gedragsregels
die worden gehandhaafd en wordt, in geval van strafrechtelijke overtredingen of misdrijven,
aangifte gedaan bij de politie.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat de Nederlandse noodopvangcentra te boek
staan als faciliteiten waar bewoners te maken hebben met leefomstandigheden, waar
de fysieke alsmede de geestelijke gezondheid voor kinderen niet kan worden gewaarborgd?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zoals bekend ben ik samen met de migratieketen volop bezig om voldoende duurzame opvangplekken
te realiseren zodat crisisnoodopvang en noodopvang op termijn niet meer hoeft te worden
ingezet. Randvoorwaardelijke aspecten als samenwerking van gemeenten aan de realisatie
van opvanglocaties, zoals de doelgroepbeperking en de doorlopende beschikbaarheid
van voldoende personeel, waardoor minder wisseling of uitval van ervaren personeelsleden
door werkdruk plaatsvindt, spelen daarbij mee.
Medewerkers van zowel COA als Nidos en medeoverheden zetten zich aanhoudend in om
iedereen van een opvangplek met de benodigde voorzieningen te verzekeren. Dit geldt
met name voor personen met specifieke opvangbehoeftes zoals kinderen. Zoals eerder
aangegeven, verschilt de situatie per locatie. Omstandigheden waarin (geestelijke)
gezondheid en fysieke veiligheid niet worden gewaarborgd, zijn vanzelfsprekend onacceptabel.
Daarom wordt ook op deze locaties (toegang tot) gezondheidszorg georganiseerd en in
kaart gebracht welke risico’s er zijn ten aanzien van de fysieke veiligheid zodat
eventuele maatregelen kunnen worden getroffen.
Daarnaast wil het kabinet door middel van de spreidingswet komen tot een evenwichtigere
verdeling van asielzoekers over gemeenten waardoor structureel voldoende opvangplaatsen
kunnen worden gerealiseerd, waaronder plekken voor amv. Vanwege de demissionaire status
van het kabinet en in afwachting van aanhangige voorstellen die de Kamer als controversieel
beschouwt kan ik op dit moment geen uitspraken doen over de voortgang van de behandeling
van de wet.
Vraag 6
Voegt u zich bij de constatering dat het uitermate verontrustend is dat er medewerkers
zijn betrapt op blowen tijdens de nachtdienst alsmede andere medewerkers die door
tieners betrapt zijn op seks in een hotelkamer die is ingericht en fungeert als hun
werkruimte? Welke maatregelen gaat u treffen om ervoor te zorgen dat kwetsbare jongeren
beschermd worden tegen dermate verschrikkelijke gedragingen van medewerkers bij het
noodopvangcentrum in Oosterhout? Kunt u dit uitvoerig toelichten?
Antwoord 6
Het is buitengewoon belangrijk dat medewerkers deskundig, integer en professioneel
gedrag vertonen. Het COA werft hier intensief op en biedt uitgebreide interne trainingsprogramma’s
aan ter bevordering van professionaliteit van medewerkers. Er worden ook voldoende
SKJ geregistreerde medewerkers aangetrokken. Daarnaast worden locaties structureel
getoetst en worden medewerkers begeleid in de uitoefening van hun taken.
De specifieke meldingen waarop u doelt, zijn door het COA ontvangen en hier is direct
op geacteerd. Zo heeft COA hier nader onderzoek naar gedaan. De genoemde incidenten
konden aan de hand van dit onderzoek niet worden vastgesteld, wel is gebleken dat
er verstoorde werkrelaties waren op de bewuste locatie naar aanleiding waarvan overplaatsingen
hebben plaatsgevonden. Daarnaast hebben vertrouwenspersonen workshops gegeven over
gepast en ongepast gedrag.
Vraag 7
Hoe oordeelt u over het gegeven dat Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA)-medewerkers
lagen te slapen terwijl een angstige tiener lange tijd op de deur bonkte om hulp te
vragen voor zijn kamergenoot die lijkbleek zag door armoede met kloven rond zijn mond?
Deelt u de mening dat het uitermate onwenselijk is dat deze medewerkers van het COA
dermate laks omgaan met de regels? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
Net als bij reguliere locaties is bij noodopvang van jongeren sprake van een continue
bezetting door medewerkers, 24 uur per dag, 7 dagen in de week. Zichtbare aanwezigheid
en beschikbaarheid van medewerkers en bewakers is immers van groot belang voor de
begeleiding, ook in de nacht. Ik heb vertrouwen in de interne kwaliteitsprocedures
van het COA om de rust, veiligheid en ontwikkeling van jongeren te bewaken.
Vraag 8
Op welke manier gaat u zich inzetten om deze jongeren te beschermen die volgens klokkenluiders
bijna dagelijks te maken hebben met het dreigen met boetes, overplaatsingen en negatieve
gevolgen voor hun asielprocedure? Op welke manier gaat u deze jongeren concreet beschermen
tegen het feit dat het verstrekken van voedsel tegen hen gebruikt wordt als machtsmiddel
alsmede het feit dat er bijna dagelijks tegen de bewoners wordt geschreeuwd door verschillende
medewerkers?
Antwoord 8
De begeleidingsmethodiek die het COA toepast is voor de bescherming en ontwikkeling
van de jongeren. Het is hierbij soms noodzakelijk om een jongere tijdelijk over te
plaatsen als een «time out», om tot rust te komen en de rust in de groep terug te
krijgen. Dit is zowel in het belang van de jongere, als in het belang van de overige
bewoners en de medewerkers. Intimiderend gedrag door medewerkers wordt niet geaccepteerd
en vanzelfsprekend mag voedsel niet gebruikt worden als machtsmiddel.
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 6 is naar aanleiding van dit signaal direct
intern onderzoek gestart door COA, maar kon deze gebeurtenis niet worden vastgesteld.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat uitzendbureaus zoals Younited onervaren
personeel met een MBO-diploma als ZZP’er in de opvang aannemen, zonder te vragen naar
diploma’s, referenties en/of bewijs? Deelt u de mening dat kwetsbare vluchtelingen
geen verdienmodel dienen te zijn waaraan onervaren personeel bij uitzendbureaus zoals
Younited maar liefst zo’n 55 euro per uur kan verdienen?
Antwoord 9
Het COA werkt inderdaad samen met Younited, dit is geen uitzendleverancier, maar een
bedrijf dat zorgdraagt voor zorgvuldige inhuur van zelfstandige ondernemers (ZZP’ers).
Zo zorgt Younited namens het COA dat alle ZZP-ers die worden ingezet voldoen aan de
gestelde eisen voor de opdracht. Bijvoorbeeld het controleren van behaalde diploma’s
(met bewijs van DUO), certificaten en het uitzetten en controleren van een geldige
VOG conform de screeningspunten. Voordat een ZZP-er kan starten, vindt een gesprek
plaats met de manager van locatie om te toetsen of de ZZP-er passend is voor de opdracht
die het COA heeft.
Hoewel het COA ernaar streeft zo min mogelijk met de inzet van ZZP’ers te werken,
is ze hier gelet op de krapte op de arbeidsmarkt soms toe genoodzaakt. De uitbetaling
van ZZP-ers is marktconform.
Vraag 10
Bent u bereid om maatregelen te nemen bij het COA over het naleven van de wettelijke
procedures rondom het werven en aanstellen van geschikt personeel? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 10
Het COA heeft inmiddels in samenspraak met de uitzendbureaus de inhuur-procedures
aangescherpt. Dit acht ik voldoende.
Vraag 11
Bent u bereid om in gesprek te treden met het COA alsmede met de voogdijinstelling
Nidos om zelf na te gaan wat deze instanties doen om de misstanden in Oosterhout in
de toekomst te voorkomen? Bent u tevens bereid om de klachten van diverse medewerkers
stuk voor stuk na te gaan en te bezien waar er verbeteringen moeten worden aangebracht
in Oosterhout? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Zoals reeds aangegeven worden meldingen van incidenten of klachten altijd direct en
zorgvuldig onderzocht. Indien er inderdaad sprake is van een incident wordt dit besproken
met Nidos en door hen gerapporteerd aan de IGJ. Eventuele aanbevelingen om zaken te
verbeteren worden door COA opgevolgd. De belangrijkste verbetering die we kunnen bewerkstelligen
blijft echter het realiseren van voldoende reguliere opvanglocaties, ook voor AMV.
Specifiek voor de opvang van amv geldt dat COA en Nidos 27 juni jl. een oproep aan
gemeenten gedaan hebben om de realisatie van nieuwe opvangplekken voor amv te versnellen
Vraag 12
Deelt u de constatering dat alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv'ers) in
Oosterhout grote risico’s lopen om te worden geronseld voor prostitutie of criminele
uitbuiting? Voegt u zich bij de constatering van verschillende experts op het gebied
van mensenhandel dat deze jongeren zich in «ideale omstandigheden» bevinden voor misbruik
van criminelen? Zo ja, wat gaat u hiertegen doen?
Antwoord 12
Het is een feit dat Jonge asielzoekers potentieel kwetsbaar zijn voor betrokkenheid
bij misstanden. De begeleiding vanuit COA en de voogden vanuit Nidos zijn zich van
dit risico zeer bewust. Daarom worden COA medewerkers getraind in het herkennen en
melden van signalen van mensenhandel en is in de COA opvang voor amv 24 uur per dag
begeleiding aanwezig en geldt een meldplicht op twee momenten per dag. Indien er signalen
van mensenhandel zijn, worden deze via een beveiligd meldformulier en op basis van
convenantafspraken aan het NVIK (nationaal vreemdelingen informatie knooppunt) van
de politie en het IKP (informatieknooppunt) van de Kmar doorgegeven.
Daarnaast streeft COA ernaar om op iedere locatie minstens één contactpersoon mensenhandel
en mensensmokkel te hebben die aanvullende training gevolgd heeft en collega’s kan
begeleiden om met bewoners het gesprek aan te gaan over de risico’s van mensenhandel.
Veiligheid op de locatie borgt het COA voorts door bewaking en toegangscontrole, zodat
tenminste een uitnodiging en legitimatie nodig zijn om op de locatie toegang te verkrijgen,
al valt dit bijvoorbeeld in hotels niet altijd te garanderen. Het zorgen voor een
veilige leefomgeving van de jongeren heeft de hoogste prioriteit
Jongeren waarop voorhand een reëel vermoeden van slachtofferschap mensen handel is,
worden in de Beschermde Opvang geplaatst, dit is een aparte opvanglocatie. Hiermee
wordt de jongere uit een mogelijk onveilige netwerk gehaald en kan met de begeleiding
aan weerbaarheid en zelfredzaamheid worden gewerkt. Binnen de beschermde opvang gelden
beschermingsmaatregelen op maat, die worden ingezet op basis van een individuele risico-inschatting.
Verder wordt de (plaatselijke) politie op de hoogte gesteld van eventuele extra risico´s.
Zowel de beschermde opvang als de reguliere kleinschalige opvang voor amv zijn echter
geen gesloten setting. Dat betekent dat amv zich vrij kunnen bewegen en dus ook, ondanks
inzet die door de medewerkers wordt gepleegd om dit te voorkomen, de opvang kunnen
verlaten.
Vraag 13
Deelt u de constatering dat de problematische omstandigheden bij de Nederlandse noodopvangcentra
ertoe hebben geleid dat er dit jaar maar liefst 360 alleenstaande minderjarige
vluchtelingen zijn verdwenen? Voelt u zich hier verantwoordelijk voor? Zo nee, waarom
niet én wie is dan wél verantwoordelijk?
Antwoord 13
De cijfers van amv die met onbekende bestemming (mob) vertrekken, zijn in de afgelopen
periode (waarin veel noodopvanglocaties worden gebruikt) niet significant hoger zijn
dan voorgaande jaren zonder noodopvang. Zowel in absolute als in relatieve zin. De
conclusie die u trekt vindt daarmee geen grond in de cijfers.
Het feit dat de reden voor het vertrek vaak onbekend is, maakt onderzoek naar de achtergronden
moeilijk of zelfs onmogelijk en daarom bestaan hierover slechts vermoedens. Bijvoorbeeld
het doorreizen naar een ander bestemmingsland of omdat bekend is dat de kans op verblijf
in Nederland niet groot is. Het WODC verricht momenteel onderzoek om beter zicht te
krijgen op de kenmerken van de doelgroep van rondreizende amv, de onderliggende redenen
voor hun rondreisgedrag inzichtelijk te maken als ook de (multi)-problematiek die
zij ondervinden, en om te verkennen welke maatregelen in andere Europese landen worden
getroffen met betrekking tot de begeleiding en zorg voor deze doelgroep. Hier zal
ik middels een beleidsreactie op reageren.
Vraag 14
Op welke manier gaat u de medische en fysieke veiligheid van de noodopvangcentra op
het gewenste niveau te brengen? Hoe gaat u dit waarborgen?
Antwoord 14
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 15
Is het luxehotel in Oosterhout representatief voor de wijze waarop noodopvangcentra
opereren in Nederland? Kunt u uitsluiten dat dit in de rest van Nederland ook op dergelijke
wijze plaatsvindt?
Antwoord 15
De knelpunten in de noodopvang zijn niet locatie specifiek. Een hotel is, in alle
gevallen, geen optimale leefomgeving voor kwetsbare jongeren. Zo is er niet altijd
voldoende ontspanningsruimte en kunnen jongeren zich minder goed voorbereiden op zelfstandigheid.
Zoals gezegd worden dergelijke opvangplekken enkel als noodoplossing ingezet. Ik ben
de gemeente Oosterhout buitengewoon erkentelijk dat zij een locatie voor deze jongeren
beschikbaar hebben gesteld.
De huidige situatie is daarmee verre van ideaal. Toch heb ik alle waardering voor
en vertrouwen in de deskundigheid van de medewerkers die zich tot het uiterste inzetten
om in deze moeilijke omstandigheden wel kwalitatief goede begeleiding te bieden, zoals
op deze locatie in Oosterhout.
Vraag 16
Bent u bereid om de Kamer uitvoerig te informeren over het interne onderzoek dat is
ingesteld door het COA naar aanleiding van de gemelde misstanden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 16
In bovenstaande beantwoording heeft u reeds de relevante informatie uit het onderzoek
verkregen. Voor mij is het van belang dat het COA de meldingen direct serieus heeft
genomen en onderzoek heeft ingesteld. De verdere uitkomsten van het onderzoekt betreft
privacygevoelige informatie rond personen, zowel van jongeren in de opvang als van
medewerkers. Dit is informatie die ik om die reden niet met u kan delen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.