Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Campen en Michon-Derkzen over het bericht 'Boerenorganisatie LTO wil dat dierenextremisten worden gestraft: 'Bijna elke dag insluipingen''
Vragen van de leden Van Campen en Michon-Derkzen (beiden VVD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Justitie en Veiligheid over het bericht «Boerenorganisatie LTO wil dat dierenextremisten worden gestraft: «Bijna elke dag insluipingen»» (ingezonden 8 juni 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 21 juli
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3062.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Boerenorganisatie LTO wil dat dierenextremisten
worden gestraft: «Bijna elke dag insluipingen»»?1
Antwoord 1
Ja, ik heb hier kennis van genomen. Afgelopen maand heb ik een gesprek gehad met vertegenwoordigers
van boerenorganisaties, waarbij dit onderwerp ook besproken is.
Vraag 2
Wat vindt u van de genoemde strafbare activiteiten, zoals stalbezettingen, insluiping
in veestallen, intimidatie van boerengezinnen en lastercampagnes door radicaal-extremistische
dierenactivisten? Deelt u de mening dat dergelijke strafbare activiteiten onacceptabel
zijn, bijdragen aan polarisatie en onveiligheidsgevoelens bij boerenfamilies? Zo ja,
wat gaat u hieraan doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Absoluut, het plegen van strafbare feiten is uiteraard per definitie onacceptabel.
De politie en het Openbaar Ministerie (OM) treden hier dan ook altijd tegen op.
Tijdens het gesprek met de vertegenwoordigers van de boerenorganisaties over dit thema
hebben we afspraken gemaakt over de benodigde vervolgstappen die er vanuit mijn ministerie,
in samenwerking met andere ministeries, genomen kunnen worden. Te denken valt aan
het agenderen van dit onderwerp in het Strategisch Beraad Veiligheid, het in gesprek
gaan met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over het gebruik van drones
boven het boerenerf en de mogelijkheden voor het afschermen van adressen bij de Kamer
van Koophandel in relatie tot doxing. Ik zal hier in het najaar op terug komen in
het tweede halfjaarbericht Politie 2023.
Vraag 3
Klopt het dat op dit moment activiteiten als stalbezettingen en insluiping in veestallen
alleen strafbaar zijn, en verdachten vaak alleen worden veroordeeld onder artikel
461 Sr (verboden toegang) en niet onder artikel 138 Sr (inbraak en huisvredebreuk),
omdat stallen veelal geen slot hebben vanwege brandveiligheid?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 4
Deelt u de mening dat op dit moment de huidige regelgeving en wettelijke kaders waarop
activisten strafbaar kunnen worden gesteld onvoldoende geëquipeerd zijn en daardoor
een onvoldoende afschrikkende werking hebben?
Antwoord 3 en 4
In Nederland kan het OM over gaan tot vervolging voor huisvredebreuk (artikel 138
van het Wetboek van Strafrecht, hierna: Sr) en verboden toegang (artikel 461 Sr) bij
een illegale stalbezetting. Huisvredebreuk is een misdrijf dat wordt gestraft met
een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie
(artikel 138, eerste lid, Sr). Indien een betrokkene bij de huisvredebreuk bedreigingen
uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, kan een gevangenisstraf
van ten hoogste twee jaar of een geldboete van de vierde categorie worden opgelegd
(artikel 138, derde lid, Sr). Indien de huisvredebreuk door twee of meer verenigde
personen wordt gepleegd, kunnen de hiervoor genoemde strafmaxima met een derde worden
verhoogd. Verboden toegang (artikel 461 Sr) is een overtreding die wordt bestraft
met een geldboete van de eerste categorie. Het is aan het OM om, afhankelijk van de
omstandigheden, te bepalen of vervolging aangewezen is en – zo ja – welke feiten ten
laste worden gelegd. Verder is het aan de rechter voorbehouden om de meest aangewezen
straf – naar soort, lengte of omvang en modaliteit – te bepalen. Hij weegt daarbij
alle factoren tegen elkaar af die hij voor het bepalen van de straf van belang acht.
Indien tijdens een illegale stalbezetting andere strafbare feiten worden gepleegd
(bijvoorbeeld vernieling van eigendommen van de staleigenaar), kan ook daarvoor strafrechtelijke
vervolging plaatsvinden. Het is aan de rechter voorbehouden om de meest aangewezen
straf – naar soort, lengte of omvang en modaliteit – te bepalen. Mocht uit jurisprudentie
blijken dat het huidige strafmaximum in de praktijk ontoereikend is, dan zal in gevolg
daarvan onderzoek worden gedaan.
Vraag 5
Bent u bereid met het Openbaar Ministerie (OM), politie of de sector alsnog tot zo’n
classificering te komen gezien het feit dat u in eerdere beantwoording op Kamervragen
aangaf dat het niet mogelijk is om een overzicht te geven van dergelijke strafbare
feiten, omdat er «geen specifieke classificering is met betrekking tot dierenrechtextremisme?
Zo nee, waarom niet?2
Antwoord 5
Zoals ook aangegeven in het eerste halfjaarbericht politie 20233 is mijn departement in gesprek getreden met de politie over het registeren van stalbezettingen.
Dit mede naar aanleiding van een toezegging van de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit (LNV) tijdens het tweeminutendebat Dieren in de Veehouderij van 8 december
2022 aan de leden Van Campen (VVD) en Bromet (GL) om er bij mij op aan te dringen
de cijfers van het aantal stalbezettingen te gaan bijhouden4.
Een stalbezetting wordt niet expliciet genoemd in het Wetboek van Strafrecht (hierna:
Sr) en wordt dus niet op een eenduidige wijze geregistreerd door de politie, maar
als huisvredebreuk (artikel 138 Sr) en/of verboden toegang (artikel 461 Sr). Hierdoor
kan uitsluitend op zoektermen worden gezocht en zouden alle zaken handmatig door specialisten
gescreend moeten worden om vast te stellen of het binnen de classificering valt. De
politie heeft aangegeven dat een eenduidige registratie binnen de politie enkel gerealiseerd
kan worden door het aanmaken van een maatschappelijke klasse in (onder andere) hun
registratiesysteem Basis Voorziening Handhaving (BVH). Een maatschappelijke klasse
is een wijze van classificatie van incidenten in de politieregistratie. De politie
houdt zich immers bezig met een groot aantal taken, ter illustratie, gebruikte maatschappelijke
klasse van de politie zijn: «overlast door persoon met verward gedrag»», «discriminatie»»
of «»bezit vuurwapens»». Het aanmaken van een maatschappelijke klasse vraagt een aanpassing
in de ICT-systemen van de politie, die momenteel onder druk staan. Daarnaast zal het
aanmaken van een extra maatschappelijke klasse het werk voor de agenten ook onoverzichtelijker
en tijdrovender maken omdat zij bij elke handeling meer maatschappelijke klasse moeten
kennen en invullen. Ik acht het aanmaken van een aparte classificering derhalve momenteel
onwenselijk.
Vraag 6
Wat heeft deze specialisatie tot nu toe opgeleverd en wat kunnen slachtoffers van
extremisten hiervan nog verwachten gezien het feit dat de politie ongeveer twee jaar
geleden een landelijk coördinator heeft ingesteld om misdaden van extremisten gecoördineerd
te onderzoeken?
Antwoord 6
Zie het antwoord bij vraag 10.
Vraag 7
Is er bij de recherche en/of het OM specifieke expertise voor dit soort zaken?
Antwoord 7
Binnen de politie is er expertise op alle vormen extremisme. Daarbij kan het gaan
om verschillende vormen, zoals: links, rechts, klimaat, jihadistisch, maar ook dierenrechtenextremisme.
Dit is belegd bij het cluster Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering (CTER-cluster)
en het Kenniscentrum CTER bij de Landelijke Eenheid. Alle eenheden kunnen hier voor
advies terecht.
Vraag 8
Wat is de stand van zaken van het onderzoek of strafverzwaring kansrijk is en de toezegging
om bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) na te gaan of het mogelijk is
een last onder dwangsom op te nemen in de Algemene plaatselijke verordening (APV)?
Antwoord 8
Zie het antwoord bij vraag 10.
Vraag 9
Loopt er een gesprek met Europol over (het signaleren van) grensoverschrijdend dierenrechtenextremisme?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Zie het antwoord bij vraag 10.
Vraag 10
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de toezeggingen gedaan tijdens het gesprek
op 6 december 2021 met de brancheorganisaties?
Antwoord 6, 8, 9 en 10
Naar aanleiding van de stalbezetting in Boxtel is er eind 2019 een factsheet opgesteld
door het Ministerie van Justitie en Veiligheid in samenwerking met het ministerie
LNV en de politie voor boerenbedrijven en organisaties die te maken kunnen krijgen
met dierenrechtenextremisme. Deze factsheet is ook met de Kamer gedeeld5 en is terug te vinden op de website van LTO. Tijdens het gesprek op 6 december 2021
tussen mijn ambtsvoorganger en vertegenwoordigers van de boerenorganisaties heeft
hij toegezegd om te onderzoeken of strafverzwaring kansrijk is en bij de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (VNG) na te gaan of het mogelijk is een last onder dwangsom
op te nemen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Echter, opname in de APV
lijkt niet mogelijk, daar een verbod op het betreden van privéterrein niet valt onder
de gemeentelijke verordenende bevoegdheid. Daarnaast is er vanuit het Ministerie van
Justitie en Veiligheid een gesprek geweest met vertegenwoordigers van Europol over
(het signaleren van) grensoverschrijdend dierenrechtenactivisme. Echter lijkt dit
geen taak voor Europol. Wanneer er concrete signalen zijn vanuit het buitenland van
mensen die voornemens zijn extremistische acties in Nederland uit te voeren zullen
de verschillende inlichtingendiensten hierover informatie met elkaar uitwisselen.
Daarnaast duidt de NCTV alle mogelijke extremistische dreigingen in het Dreigingsbeeld
Terrorisme Nederland. Daaruit blijkt dat de Nederlandse dierenrechtenbeweging al lange
tijd klein is en zich voornamelijk uit in vreedzame demonstraties. Ook zijn er door
mijn ambtsvoorganger afspraken gemaakt over de uitwisseling van informatie en het
instellen van een contactpunt bij de politie, zodat in het geval van een incident
snel gehandeld kan worden. Dit contactpunt is in 2019 bij de Landelijk Eenheid, Dienst
Landelijke Informatieorganisatie van de politie ingericht en de contactgegevens zijn
doorgestuurd naar de verschillende brancheorganisaties. Doordat er sinds de oprichting
geen meldingen gedaan zijn bij dit contactpunt is besloten dit contactpunt in maart
2023 weer op te heffen in verband met andere prioritieten van de Dienst Landelijke
Informatieorganisatie van de Landelijke Eenheid. In acute situaties kan men 112 bellen,
voor minder urgente gevallen kan er contact op worden genomen met 0900–8844. Daarnaast
heeft de politie een handelingskader opgesteld, met operationele adviezen voor de
politie in het hele land. Naar aanleiding van een motie van het lid Van der Plas6 is in oktober 2022 dit handelingskader beschikbaar gesteld aan de regionale eenheden
van de politie zodat het kan worden betrokken bij overleggen over dit thema in de
lokale driehoeken (burgermeester, politie, OM). Vanuit het Actieprogramma Veilig Ondernemen
2023–2026 is er door mijn departement in het buitengebied een vertrouwenspersoon ondermijnende
criminaliteit aangesteld voor het buitengebied bij Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie
(ZLTO). Dit betreft een pilot vanuit het idee dat sommige agrarische ondernemers in
het buitengebied wellicht minder vertrouwen hebben in de politie en/of de overheid.
Deze vertrouwenspersoon is gevraagd om in haar taakstelling ook oog te hebben voor
dit onderwerp.
Vraag 11
Kunt u een evaluatie van de reeds gemaakte afspraken toezeggen?
Antwoord 11
Ik ben in gesprek met de vertegenwoordigers van de organisaties over mogelijke vervolgstappen.
Dat lijkt mij voor nu de juiste eerste stap.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.