Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele EU Gezondheidsraad van 27-28 juli 2023 (Kamerstuk 21501-31-719)
2023D33135 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de (demissionair) Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de Informele EU-Gezondheidsraad van 27
en 28 juli 2023 (Kamerstuk 21 501–31, nr. 719).
De voorzitter van de commissie,
Smals
De adjunct-griffier van de commissie,
Coco Martin
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
II. Reactie van de Minister
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda ten behoeve
van de informele EU-Gezondheidsraad van 27 en 28 juli en het verslag van de formele
EU-Gezondheidsraad van 13 juni 2023. Zij hebben hierbij nog enkele vragen.
Aan welke dossiers zou het Spaans Raadsvoorzitterschap naar de mening van de Minister
prioriteit moeten geven nu de huidige EU-legislatuur medio 2024 ten einde loopt?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er tijdens de EU-Gezondheidsraad onder Spaans
voorzitterschap een gedachtewisseling over de rol van digitalisering in de gezondheidszorg
op de agenda staat. De Minister geeft aan na de zomer in gesprek met de Kamer te willen
gaan over onder andere de brief over de stand van zaken over de onderhandelingen van
de European Health Data Space (EHDS). Gezien de wens van een aantal lidstaten te komen
tot spoedige onderhandelingen zijn deze leden benieuwd of de voortgang van de EHDS
ook onderwerp van gesprek zal zijn tijdens de aankomende informele EU-Gezondheidsraad?
Kan de Minister al een inschatting geven wanneer de triloog zal worden gestart? Wanneer
worden de resultaten van het vergelijkend onderzoek van het Nationaal ICT-Instituut
in de Zorg (Nictiz) verwacht waarover de Minister spreekt in de stand-van-zakenbrief?
De leden van de VVD-fractie zijn groot voorstander van digitalisering in de zorg en
zijn dan ook blij te lezen dat Nederland tijdens de informele EU-Gezondheidsraad de
ambities om te komen tot passende hybride zorg zal uitdragen. Hoe is hybride zorg
in andere lidstaten geregeld en wordt hybride zorg in andere lidstaten in de gehele
zorg toegepast, of in deelsectoren? Zijn er goede voorbeelden van bijvoorbeeld hybride
zorg in de huisartsenzorg en geestelijke gezondheidszorg (GGZ) die andere lidstaten
toepassen en wellicht ook in de Nederlandse situatie toepasbaar zijn? Zijn er lidstaten
waarbij het aanbieden van hybride zorg afdwingbaar is en is opgenomen als onderdeel
van de kwaliteitscriteria? Zo ja, wat zijn dan de ervaringen in deze lidstaten?
Ook zijn de leden van de VVD-fractie blij met het prioriteren van de bredere Europese
discussie over open strategische autonomie tijdens het Spaans voorzitterschap. Deze
leden vinden het goed dat de Minister samen met andere lidstaten middels een non-paper
aandacht heeft gevraagd voor het belang van leveringszekerheid. Wanneer verwacht de
Minister duidelijkheid te hebben over het vervolg op deze non-paper? Genoemde leden
lezen dat vrijwel alle lidstaten willen dat de productie van geneesmiddelen in de
EU versterkt wordt om risicovolle strategische afhankelijkheden van derde landen te
verminderen. «Vrijwel alle lidstaten» is niet hetzelfde als «alle lidstaten» en genoemde
leden vragen de Minister dan ook welke lidstaten hier niet voor zijn en welke reden(en)
zij hiervoor hebben. Verwacht de Minister dat zij in een later stadium hun standpunt
zullen wijzigen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de werklunch in het teken zal staan van mentale
gezondheid. Deze leden staan achter een integrale benadering ter verbetering van de
mentale gezondheid, daar mentale gezondheid door meerdere factoren wordt beïnvloed
zoals ook in de geannoteerde agenda staat aangegeven. Is de Nederlandse aanpak op
het gebied van mentale gezondheid vergelijkbaar met die van andere Europese lidstaten?
In het verslag van de formele EU-Gezondheidsraad van 13 juni jongstleden lezen deze
leden dat bij het beleidsdebat over de voorgestelde herziening van de farmaceutische
wetgeving op een aantal punten alle lidstaten het met elkaar eens waren. Wel waren
er verschillen in de benodigde maatregelen om EU-breed gelijke toegang tot medicijnen
te borgen. Sommige lidstaten willen harde verplichtingen voor de industrie en andere
lidstaten geven de voorkeur aan gerichte prikkels, ofwel targeted incentives. Wat
is de inzet van Nederland hier geweest en verwacht de Minister dat er overeenstemming
kan worden bereikt over de eerdergenoemde verschillen?
Op 27 juni heeft de Raad een Raadsaanbeveling inzake toetreding tot het door de Wereldgezondheidsorganisatie
opgerichte wereldwijde digitale gezondheidscertificeringsnetwerk en tijdelijke regelingen
om internationaal reizen te vergemakkelijken aangenomen. Het kabinet had enkele bedenkingen
bij het op 5 juni jongstleden door de Europese Commissie gepresenteerde voorstel voor
de Raadsaanbeveling. In welke mate is in de uiteindelijke tekst van de Raadsaanbeveling
rekening gehouden met de Nederlandse bedenkingen ten aanzien van het voorstel van
de Commissie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
informele EU-gezondheidsraad. Genoemde leden zouden de Minister nog de volgende aandachtspunten
mee willen geven.
De leden van de D66-fractie zijn verheugd met het voorstel van het Spaans voorzitterschap
om een open gesprek te voeren over de rol van digitalisering in de gezondheidszorg.
Een thema waar de leden van de D66-fractie zich al langer hard voor maken. Eerder
heeft de Minister kenbaar gemaakt dat met name het secundair datagebruik een van de
Nederlandse speerpunten betreft in Europees verband. Wat de leden van de D66-fractie
betreft een belangrijk punt, waar zeker op door moet worden gezet. Daarbij vragen
deze leden in hoeverre de toepassing van artificial intelligence (AI) een onderdeel
is van de Nederlandse inzet bij dit gesprek. Een onderwerp waar de Minister (van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport) en Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering het voortouw
in nemen. De leden van de D66-fractie zien dat AI ongekende kansen binnen de gezondheidszorg
biedt, maar het is ook van belang dat Europa in gezamenlijkheid een kader schept hoe
AI toegepast kan en mag worden. Kan de Minister hierop reflecteren?
De leden van de D66-fractie zien de inspanningen die de Minister levert op het voorkomen
en verminderen van medicijntekorten, gelijktijdig zien deze leden daarin ook een belangrijke
rol voor de EU. Daarom vinden deze leden het positief dat de urgentie van de problematiek
in beschikbaarheid van medicijnen en kwetsbaarheid van de productieketen breed wordt
erkend en gedeeld door de lidstaten. Deze leden vragen de Minister om het politieke
speelveld verder toe te lichten. Voorts vragen deze leden of de Minister kan aangeven
wat precies wordt verstaan onder risico strategische afhankelijkheden. Staan lidstaten
hier hetzelfde in of zijn er verschillende overwegingen, zo vragen deze leden.
Deze leden vragen of de Minister een (kort) overzicht kan geven van (lopende) initiatieven
of acties op Europees niveau om tekorten van medische producten tegen te gaan. Kan
er worden toegelicht welke inzet de Minister heeft om Europese samenwerking te versterken
om tekorten tegen te gaan zodat deze lopende initiatieven nog een stap verder worden
gebracht?
De leden van de D66-fractie hebben met interesse de brief van de Minister aan Eurocommissaris
Kyriakides gelezen met daarin zijn inzet om heruitgifte van geneesmiddelen mogelijk
te maken. Wat betreft de leden van de D66-fractie niet alleen belangrijk om medicijntekorten
te verhelpen, maar ook om verspilling te voorkomen en duurzaamheid in de zorg te bevorderen.
Kan de Minister aangeven of heruitgifte van geneesmiddelen ook als onderwerp op de
Informele EU-Gezondheidsraad wordt besproken? Deze leden lezen dat de Minister een
dialoog wil starten over het mogelijk maken van heruitgifte van medicijnen. Kan de
Minister aangeven hoe het politieke speelveld eruitziet en welke volgende stappen
nodig zijn, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie willen teleurstelling uitdrukken dat het Beoordeling van
Nieuwe Commissievoorstellen (BNC)-fiche niet op tijd gereed is. Nu is het onduidelijk
wat het standpunt van Nederland zal zijn ten opzichte van de mededeling van de Commissie.
In het algemeen delen de leden van de D66-fractie de insteek om mentaal welzijnsbeleid
te integreren in andere beleidsterreinen. In de mededeling wordt gesproken over kwetsbare
groepen. Welke kwetsbare groepen worden precies bedoeld en hoe vertalen die zich naar
de Nederlandse context volgens de Minister? Ten tweede, hoe kijkt de Minister naar
de digitaledienstenverordening, waarin de specifieke risico’s van het gebruik van
grote digitale applicaties in verband met ernstige negatieve effecten op het fysieke
en mentale welzijn van mensen wordt erkend, alsook de gevolgen voor de lichamelijke
en geestelijke ontwikkeling van kinderen die mogelijk worden veroorzaakt door het
gebruik van deze platforms. Deelt de Minister het standpunt van deze leden dat deze
effecten beter in kaart moeten worden gebracht en dat hier een Europees standpunt
over moet worden geformuleerd? Tenslotte vragen deze leden aan de Minister of er in
het algemeen voorbeelden zijn van best practices uit Nederland die in deze bredere
discussie zullen worden gedeeld?
De leden van de D66-fractie vragen de Minister tevens naar de samenwerking op het
gebied van LongCOVID op Europees niveau. Wat is de stand van zaken? Geeft deze samenwerking
op onderzoek naar- en gegevensuitwisseling rondom LongCOVID aanleiding om dit ook
op andere gebieden te initiëren, bijvoorbeeld oncologie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het verslag van de formele EU-Gezondheidsraad
van 13 juni jongstleden en de geannoteerde agenda van 27–28 juli jongstleden
De leden van de PVV-fractie lezen dat de Minister heeft laten weten de Raadsaanbeveling
ter bestrijding van antimicrobiële resistentie, en de doelstellingen die daarin uiteen
worden gezet, te verwelkomen. Nederland doet van oudsher al veel ten aanzien van en
tegen antimicrobiële resistentie, meer dan veel andere landen. De leden van de PVV-fractie
roepen de Minister dan ook op om de hoge standaarden die Nederland op dit gebied aanhoudt
zeker niet te verlagen in het geval andere EU-landen daar niet in mee willen of kunnen
gaan. In dat geval kan Nederland beter zijn eigen beleid blijven voeren, deze leden
blijven sowieso van mening dat volksgezondheid een nationale bevoegdheid is en ook
zou moeten blijven! Zou de Minister hier een toezegging op kunnen doen?
Verder lezen de leden van de PVV-fractie dat de Raad de algemene oriëntatie inzake
de aan het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) te betalen vergoedingen heeft aangenomen
en het Voorzitterschap gemandateerd heeft om de onderhandelingen met het Europees
Parlement te starten. Genoemde leden roepen de Minister op om de vinger goed aan de
pols te houden en alleen een regeling met reële goed onderbouwde vergoedingen te accepteren.
Zou de Minister hier een toezegging op kunnen doen?
De leden van de PVV-fractie lezen verder dat het Zweedse voorzitterschap een voortgangsrapportage
presenteerde met betrekking tot de Verordening voor een EHDS. Heeft de Kamer deze
rapportage al ontvangen? Zo niet, wanneer zal deze worden toegestuurd? De leden van
de PVV-fractie maken zich afgezien van de principiële bezwaren over al deze nieuwe
EU-regels, nog steeds grote zorgen over de veiligheid, privacy van en toegang tot
(digitale) gegevens van patiënten. Deze leden zijn nog steeds van mening dat de Nederlandse
patiënt(en) vooraf expliciet hun toestemming moeten kunnen geven voordat derden hun
persoonlijke gegevens mogen inzien. De leden van de PVV-fractie roepen de Minister
op zich hiervoor hard te maken en te eisen dat persoonlijke (de patiënt) en democratische
(elk afzonderlijk land) controle op deze Data Space gegarandeerd is. Zou de Minister
hier een toezegging op kunnen doen? Kan dit niet dan willen de leden van de PVV-fractie
voorstellen dat Nederland zich terugtrekt uit deze «Digitale Ruimte».
Voorts lezen de leden van de PVV-fractie dat het Zweedse voorzitterschap een voortgangsrapportage
met betrekking tot de Verordening lichaamsmateriaal heeft gepresenteerd en dat de
Raad zonder interventies kennisgenomen heeft van deze rapportage. De Minister had
toegezegd de Kamer meer informatie te sturen over het tijdpad van deze Verordening
maar voor zover ons bekend hebben wij deze informatie nog niet ontvangen. Kan de Minister
inmiddels meer vertellen over het tijdpad? Kan de Minister een inhoudelijke toelichting
geven?
Een aantal punten in de voorgestelde herziening van de farmaceutische wetgeving spreken
de leden van de PVV-fractie wel aan, zoals Europese samenwerking op het gebied van
onderzoek en ontwikkeling van geneesmiddelen, mits dit op vrijwillige basis gebeurt
en niet wordt afgedwongen door Brussel. De leden van de PVV-fractie willen wel de
nadruk leggen op het feit dat Nederland op dit gebied zeker geen openeinderegelingen
moet ondertekenen waardoor Nederland als nettobetaler weer de hoofdprijs moet gaan
betalen in een dergelijke samenwerking. Nederland moet zich een clausule kunnen voorbehouden
waardoor we nee kunnen zeggen tegen een samenwerking waar Nederland zich niet in kan
vinden. Kan de Minister hier een toezegging op doen?
Frankrijk wil een Europese herdenkingsdag voor COVID-19 lezen de leden van de PVV-fractie.
Indien de Fransen dat graag willen moeten ze dat vooral doen, maar de leden van de
PVV-fractie vinden dit geen goed idee. Dit is absoluut geen Europese competentie en
Nederland dient dit plan direct naar de Europese prullenmand te verwijzen. Kan de
Minister hier een toezegging op doen?
De Commissie benadrukte dat de EU in de onderhandelingen over een internationaal pandemie-verdrag
met één stem zou moeten spreken, lezen de leden van de PVV-fractie. Hier zijn deze
leden het volstrekt niet mee eens. Internationale samenwerking in een wereldwijde
pandemie is natuurlijk prima maar de aanpak van zo’n pandemie is naar de mening van
de leden van de PVV-fractie bovenal een nationale bevoegdheid en Nederland moet in
deze volstrekt autonoom kunnen handelen en beslissen. Gaarne een inhoudelijke toelichting
en toezegging van de Minister dat Nederland zich in een dergelijke kwestie niet laat
overrulen door Brussel en eigenstandig beslissingen moet kunnen (blijven) nemen.
Het Spaanse voorzitterschap is voornemens te spreken over het thema «open strategische
autonomie in relatie tot gezondheid» lezen de leden van de PVV-fractie. Hoe kunnen
de productieketens van medische producten versterkt worden om zo de beschikbaarheid
van medische producten in de EU beter te borgen en hoe kunnen we onze afhankelijkheid
van een beperkt aantal landen of leveranciers voor essentiële werkzame stoffen en
technologieën verminderen? Waar is Europa kwetsbaar op dit gebied? Dit zijn zinvolle
vragen om onderzoek naar te doen en de leden van de PVV-fractie hebben al eerder benadrukt
dat we onze afhankelijkheid van derden op genoemde gebieden moeten verminderen of
zien te beëindigen. De leden van de PVV-fractie willen wel benadrukken dat de ene
afhankelijkheid niet ingeruild moet worden voor een andere, namelijk van Brussel!
Kan de Minister een inhoudelijke toelichting geven op deze punten?
De Commissie heeft op 7 juni jongstleden een mededeling betreffende een integrale
benadering ter verbetering van de mentale gezondheid gepresenteerd lezen de leden
van de PVV-fractie tot slot. Mentale gezondheid wordt behalve door biologische en
psychologische factoren ook door economische, sociale, veiligheids- en omgevingsfactoren
beïnvloed denkt de Commissie. Die presenteert daarom nu een aanpak waaraan tevens
vanuit andere Europese beleidsterreinen wordt bijgedragen, zoals jeugd, onderwijs,
kunst en cultuur, werkgelegenheid, sociale bescherming, cohesie, onderzoek, en digitaal.
Dit is weer zo’n typische megalomane Brusselse aanpak, de EU wil overal zijn tentakels
insteken, waarvan de leden van de PVV-fractie niets moeten hebben. Deze leden wijzen
daarom deze plannen hartgrondig af. Nogmaals, samenwerking op allerlei terreinen (op
vrijwillige basis!) is prima en kan iedereen verder helpen maar hier gaat het over
de nationale bevoegdheden van Nederland en daar moet de EU verre van blijven. Kan
de Minister een toelichting en een toezegging geven dat hij zich niet in deze megalomane
Brusselse waanzin laat meeslepen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken voor de
informele EU-Gezondheidsraad. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen hierover.
Genoemde leden lezen dat het onderwerp digitalisering op de agenda staat. Zij lezen
in de geannoteerde agenda dat op het gebied van digitalisering Nederland de ambities
om te komen tot passende hybride zorg zal uitdragen. Op welke manier zal de Minister
aandacht besteden aan de borging van privacy en informatieveiligheid tijdens deze
informele EU-Gezondheidsraad?
Genoemde leden lezen verder dat de informele EU-Gezondheidsraad ook stil zal staan
bij de beschikbaarheid van medische producten. Een onderwerp dat gezien de huidige
tekorten in Nederland zeer relevant is. Hoewel er geen formele besluiten zullen worden
genomen op deze Raad, zijn genoemde leden benieuwd wat de inzet van de Minister zal
zijn op dit thema tijdens deze Raad. Welke mogelijkheden en kansen ziet de Minister
op EU-niveau om op korte termijn iets te doen aan tekorten op het gebied van medicijnen
en hulpmiddelen?
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de brief van de Minister en het
verslag van 13 juni 2023.
Het lid van de fractie-BBB hoort graag van de Minister welke actie op EU-niveau er
zou kunnen volgen op de conclusie van de Europese Raad van 29–30 juni «[..] to [invite]
the Commission to propose an initiative for urgent measures to ensure sufficient production
and availability of the most critical medicines and components in Europe and to diversify
international supply chains [..]»?
Aan welke dossiers zou het Spaans Raadsvoorzitterschap naar de mening van de Minister
prioriteit moeten geven nu de huidige EU-legislatuur medio 2024 ten einde loopt?
Op 27 juni heeft de Raad een Raadsaanbeveling inzake toetreding tot het door de Wereldgezondheidsorganisatie
opgerichte wereldwijde digitale gezondheidscertificeringsnetwerk en tijdelijke regelingen
om internationaal reizen te vergemakkelijken aangenomen. Het kabinet had enkele bedenkingen
bij het pas op 5 juni jongstleden door de Europese Commissie gepresenteerde voorstel
voor de Raadsaanbeveling. Het lid van de BBB-fractie hoort graag in welke mate in
de uiteindelijke tekst van de Raadsaanbeveling rekening is gehouden met de Nederlandse
bedenkingen ten aanzien van het voorstel van de Commissie? Vindt de Minister dit aanleiding
om actie te ondernemen. Zo ja hoe? Zo nee, waarom niet?
Het lid van de BBB-fractie is benieuwd welke hoofdboodschappen de Minister haalt uit
de op 12 juli jongstleden door het Europees Parlement aangenomen resolutie «COVID-19-pandemie:
geleerde lessen en aanbevelingen voor de toekomst». Zijn er specifieke hoofdboodschappen
in de resolutie die de Minister (wel of juist minder) kan onderschrijven? En met welke
argumenten?
II. Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.M.G. Smals, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
A.B. Coco Martin, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.