Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Piri en Kröger over het gebrek aan opvangplekken
Vragen van de leden Piri (PvdA) en Kröger (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het gebrek aan opvangplekken (ingezonden 16 februari 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 juli
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1796.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nederland stevent af op een «maatschappelijk ontwrichtende»
asielcrisis. Alle mogelijke manieren om die af te wenden, lijken uitgeput»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Klopt het dat er bij ongewijzigd beleid in april al achtduizend opvangplekken te weinig
zullen zijn? Wat heeft u de laatste maanden gedaan om ervoor te zorgen dat er geen
tekort van achtduizend opvangplekken zal zijn?
Wat wordt er de komende weken en maanden ondernomen om ervoor te zorgen dat er op
korte termijn geen asielzoekers op straat zullen belanden?
Antwoord 2 en 3
In eerdere brieven heb ik uw Kamer geïnformeerd over het maatregelenpakket dat ten
uitvoer wordt gelegd om een opvangtekort te voorkomen, meest recentelijk op 24 mei
jl.2 Met de verenigde inzet van alle betrokken partijen is het de afgelopen maanden gelukt
om het dreigende tekort weten af te wenden. De voortgang wordt doorlopend en nauwlettend
gemonitord, maar in algemene zin geldt dat er nog veel werk verzet moet worden om
iedereen van een opvangplek te kunnen blijven voorzien.
Ik hecht eraan te benadrukken dat de maatregelen die we nu treffen ten dienste staan
aan de uiteindelijke realisatie van een stabiel en flexibel opvanglandschap. Concreet
voorbeeld betreft de realisatie van een zogeheten doorstroomlocatie in de gemeente
Rotterdam. Het betreft een locatie waar vergunninghouders tijdelijk kunnen verblijven
in afwachting van meer permanente huisvesting in gemeenten. Daardoor ontstaat er meer
ruimte in de asielopvang van het COA. Bovendien wordt door middel van bredere afspraken,
onder meer door het bouwen van flexwoningen en het transformeren van vastgoed, ook
voor andere woningzoekenden huisvesting gerealiseerd.
Vraag 4
Wat doet u om ervoor te zorgen dat de contracten met huidige opvanglocaties die dreigen
te sluiten, verlengd worden?
Antwoord 4
Het COA spant zich maximaal in om daar waar mogelijk contracten te verlengen of nieuwe
locaties te vinden, waar asielzoekers kunnen worden opgevangen om hun asielproces
te doorlopen. Alle inspanningen van het kabinet in samenspraak met de medeoverheden
en het COA zijn erop gericht om voldoende opvangplekken te realiseren.
Vraag 5
Zijn er op dit moment voldoende nieuwe locaties in zicht om de opvangplekken die verdwijnen
als de contracten van opvanglocaties die in februari en maart sluiten op te vangen?
Hoeveel opvangplekken zouden deze locaties kunnen leveren?
Antwoord 5
Het COA is voortdurend op zoek naar nieuwe locaties om een dreigend tekort aan opvangplekken
af te wenden. Per saldo moeten er voor het einde van dit jaar nog veel opvangplekken
worden gevonden. Ik heb daarom aan de provinciale regietafels gevraagd om de opvang-
en huisvestingsbehoefte te coördineren. Daarnaast heb ik ook een oproep gedaan aan
de PRT’s om o.m. doorstroomlocaties beschikbaar te stellen. Het COA heeft mij laten
weten dat het perspectief op voldoende marge op dit moment nog maar beperkt of slechts
tijdelijk aanwezig is. Het kabinet doet al het mogelijke om te voorkomen dat aan het
einde van het jaar een mogelijk tekort aan beschikbare opvangplekken manifest wordt.
Met de PRT’s, met het COA werkt het kabinet met man en macht om voldoende opvangmogelijkheden
te realiseren.
Vraag 6
Hoeveel contracten van opvanglocaties lopen in de maanden april, mei, juni, juli en
augustus af? Om hoeveel opvangplekken gaat het per maand? Welke opties ziet u nog
om op korte termijn deze plekken op te vangen?
Antwoord 6
Over opties voor nieuwe locaties kan ik niet publiekelijk communiceren, zonder dat
daarover afstemming heeft plaatsgehad met betrokken gemeenten. Wel kan ik aangeven
dat het COA over het gehele jaar genomen nog nieuwe opvanglocaties nodig heeft. Zie
daarvoor het antwoord op vraag 5. Ik verwacht in de komende maanden en in het najaar
een tekort van enkele honderden tot enkele duizenden plekken in december, als ik geen
maatregelen neem. Over dat tekort aan opvangplekken ben ik doorlopend in gesprek met
medeoverheden en het COA.
Vraag 7
Hoeveel crisisnoodopvangplekken zullen in de periode van april tot juli sluiten? Om
hoeveel opvangplekken gaat het? Wat doet u om alternatieve plekken te vinden?
Antwoord 7
Op dit moment zijn er ca. 6.500 crisisnoodopvangplekken beschikbaar. Het COA is volop
in gesprek met gemeenten over het openhouden van deze plekken. De schatting op dit
moment is dat meer dan de helft van de nu beschikbare plekken langer dan tot 1 juli
openblijft, in ieder geval voor de komende zomermaanden. Het aantal beschikbare crisisnoodopvangplekken
loopt richting het einde van het jaar (zonder aanvullende afspraken) wel verder af
naar onder de 2.000 plekken. Zoals gezegd lopen de gesprekken nog en hoop ik dat meer
gemeenten hun plekken langer open kunnen houden.
Vraag 8
Wat is uw beoogde plan van aanpak als er daadwerkelijk achtduizend asielzoekers op
straat belanden?
Antwoord 8
Daarvoor verwijs ik u naar mijn brieven van 24 mei en 6 juni jl. Daarin kondig ik
maatregelen aan om een tekort aan opvangplekken te voorkomen en doe ik een dringend
beroep op medeoverheden om eerder opvangplekken te realiseren.
Vraag 9
Hoe kan het dat u telkens weer verrast wordt door een tekort aan opvangplekken terwijl
bekend is dat de kosten voor asielopvang al 23 jaar te laag worden ingeschat (meldt
de Algemene Rekenkamer)?3
Antwoord 9
De asielinstroom was over het laatste half jaar van 2022 weliswaar hoger dan de periode
daarvoor, maar binnen de gehanteerde bandbreedte van de prognose. De instroom van
asielzoekers is daarbij niet als enige bepalend voor de druk op de asielketen. In
de praktijk zijn er ook andere oorzaken die zorgen voor knelpunten in de opvang, deze
hebben te maken met de doorstroom en uitstroom.
Inherent aan een prognose is dat deze aan vele externe factoren onderhevig is en daardoor
erg complex blijft. De MPP ondervangt dit door verschillende scenario’s (laag, medio
en hoog) op te stellen en een waarschijnlijkheidskans toe te kennen aan ieder scenario.
Als er een afwijking optreedt in deze factoren zal ook de realisatie afwijken van
de prognose. Bij een prognose is het lastiger rekening te houden met onverwachte omstandigheden,
zoals de oorlog in Oekraïne, de evacuaties uit Afghanistan of gedurende de COVID-19
pandemie.
Voor de inschatting van de kosten van de asielopvang en de financieringssystematiek,
verwijs ik u naar mijn brief van 28 april jl. (Kamerstuk 19 637, nr. 3099).
Vraag 10
Wat wordt er gedaan met de waarschuwingen van het COA die ze «al jaren» uiten over
een tekort aan plekken?4
Antwoord 10
Samen met het COA ben ik doorlopend in gesprek met medeoverheden om voldoende opvangplekken
te realiseren. Er komen veel verschillende uitdagingen op gemeenten af op het terrein
van asielopvang en integratie. Desondanks zet het kabinet alles op alles om een tekort
aan opvangplekken te voorkomen.
Vraag 11
Welke concrete stappen heeft u sinds de opvangcrisis in Ter Apel van afgelopen zomer
genomen om te garanderen dat er niet opnieuw mensen buiten moeten slapen?
Antwoord 11
Ik verwijs op dit punt naar mijn brieven van 24 mei en 6 juni jl. waarin ik de nodige
maatregelen uiteen heb gezet en een dringende oproep doe aan medeoverheden. Naast
het dagelijks monitoren van de actuele opvangbehoefte afgezet tegen de actuele instroom,
heb ik voor de langere termijn gewerkt aan het wetsvoorstel gemeentelijke taak mogelijk
maken asielopvang (ook wel: de Spreidingswet), dat op dit moment voorligt in uw Kamer.
Vraag 12
Op welke termijn kan de spreidingswet op zijn vroegst bijdragen aan oplossingen voor
het ophanden zijnde acute tekort aan opvangplekken?
Antwoord 12
Het wetsvoorstel ligt ter behandeling voor in uw Kamer. Daarna moet ook de Eerste
Kamer zich over dit wetsvoorstel uitspreken. Het wetsvoorstel bevat een aantal termijnen
waarbinnen gemeenten asielopvangplaatsen mogelijk gaan maken. Dat neemt niet weg dat
er ook los van deze termijnen, en los van dit wetsvoorstel, op dit moment aan gemeenten
wordt gevraagd om zo snel als mogelijk nieuwe opvangplaatsen mogelijk te maken. Hierbij
verwijs ik u naar mijn brief aan medeoverheden van 6 juni jl. Daarom ben ik doorlopend
in gesprek met medeoverheden en het COA om meer opvangplekken te realiseren. Het gaat
daarbij om alle soorten locaties, zowel groot als klein. Bij het runnen van kleinere
locaties kan het COA samenwerken met het Rode Kruis.
Vraag 13
Kan u toezeggen absolute prioriteit te geven aan het vinden van voldoende opvangplekken
in Nederland?
Antwoord 13
Ja, naast alle maatregelen die ik neem zoals afspraken over het uitplaatsen van uitgeprocedeerde
asielzoekers, de Europese aanpak om grip te krijgen op de instroom en de aanpak van
overlast.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.