Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Werf en Sneller over het persbericht van het Openbaar Ministerie ‘Nieuw college, nieuwe accenten‘
Vragen van de leden Van der Werf en Sneller (beiden D66) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over het persbericht van het Openbaar Ministerie «Nieuw College, nieuwe accenten» (ingezonden 8 juni 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 juli
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3061.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het persbericht van het Openbaar Ministerie «Nieuw College,
nieuwe accenten» van 1 juni 2023 en het bijbehorende document «Prioriteiten College
van procureurs-generaal 2023–2026», waarin het college aankondigt minder te gaan focussen
op preventie van strafbare feiten?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van de overwegingen van het college om dit te besluiten? Zo ja,
wat zijn die overwegingen geweest en wat is uw inbreng hierin geweest?
Antwoord 2
Ja. De wijziging van de samenstelling en het voorzitterschap van het College van Procureurs-Generaal
was aanleiding om de prioriteiten voor de komende jaren vast te leggen. Ik heb over
de prioriteiten gesproken met het College en er kennis van genomen.
Vraag 3
Hoe verhoudt deze aankondiging zich volgens u tot het feit dat er meerdere strafdoelen
bestaan en dat generale en speciale preventie ook twee van de strafdoelen zijn? Voelt
het Openbaar Ministerie zich hier minder verantwoordelijk voor?
Antwoord 3
Nee, de nieuwe prioriteiten betekenen niet dat het OM zich minder verantwoordelijk
voelt of dat het taken laat vallen. Het Openbaar Ministerie heeft bij de strafoplegging
of afdoening via strafbeschikking onverminderd de kern van de strafdoelen voor ogen,
waaronder dus de generale en speciale preventie. Het gaat er vooral om dat het OM
meer focus wil leggen op zijn kerntaak, de handhaving van de strafrechtelijke rechtsorde.
Het OM wil bijvoorbeeld nog meer aandacht schenken aan de aanpak van doorlooptijden
en de juridische kwaliteit van zijn producten, zoals de strafbeschikking.
Vraag 4
Heeft u zicht op de effectiviteit van de inzet op preventie door het Openbaar Ministerie
in de afgelopen jaren?
Antwoord 4
Het OM werkt samen met andere organisaties aan de aanpak en preventie van verschillende
vormen van criminaliteit. De aanpak van veel van deze vormen van criminaliteit is
in het verleden geëvalueerd, zoals de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Het
beeld dat hieruit naar voren komt is dat het OM een essentiële partner is bij de aanpak
en preventie van criminaliteit, alleen al door het belang van de rechtmatige deling
van strafrechtelijke informatie met partners.
Vraag 5
Hoe gaat dit exact de inzet van het Openbaar Ministerie veranderen voor preventieprogramma’s
zoals Preventie met Gezag en voor preventie op onderwerpen als corruptie, terrorisme,
cybercriminaliteit en jeugdcriminaliteit?
Antwoord 5
Er zijn vooralsnog geen plannen om deze inzet van het OM hiervoor te veranderen. Het
OM blijft trouw aan de gedane toezeggingen op al deze thema's, zo lang er sprake is
van een aangifte of bewijsbaar strafbaar feit. Bij ernstige misdrijven blijft het
OM onverminderd dezelfde rol vervullen als de laatste decennia.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het, juist nu de druk op de strafrechtketen al zo hoog is, van
groot belang is om in te zetten op preventie van strafbare feiten omdat een gebrek
aan focus hierop alleen maar meer strafzaken zal opleveren?
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Welke «andere organisaties» bedoelt het college die verantwoordelijk zijn voor preventie
van strafbare feiten en hebben deze organisaties voldoende capaciteit om «primair
verantwoordelijk» te worden gehouden voor preventie?
Antwoord 7
Als er geen sprake is van strafbare feiten waar het OM een strafrechtelijke rol heeft
te vervullen, ligt de verantwoordelijkheid zoals vanouds bij andere actoren als gemeenten,
jeugdzorg, reclassering en vele andere organisaties die hun eigen wettelijke taken
hebben uit te oefenen. Zoals hiervoor vermeld is het niet de bedoeling dat het OM
zich uit allerlei samenwerkingsverbanden terugtrekt.
Vraag 8
Wat gaat deze koerswijziging van het Openbaar Ministerie naar uw verwachting voor
gevolgen hebben voor het aantal strafbare feiten?
Antwoord 8
Het OM zet in op het afdoen van meer strafbare en bewijsbare feiten door het OM zelf.
Daardoor moet de afhandeling van strafzaken sneller verlopen, waardoor slachtoffers
en verdachten eerder duidelijkheid over de uitkomst van de strafzaak krijgen. En waardoor
minder slachtoffers in de kou blijven staan. Dat komt de geloofwaardigheid van het
strafrecht ten goede.
Vraag 9
Kunt u garanderen dat deze koerswijziging geen afbreuk doet aan de afspraken die in
het coalitieakkoord zijn gemaakt omtrent preventie?
Antwoord 9
Het OM heeft mij verzekerd dat de afspraken die in het kader van het Coalitieakkoord
zijn gemaakt gewoon worden uitgevoerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.