Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Dekker-Abdulaziz en Grevink over het bericht 'Schiphol en Havenbedrijf Rotterdam klagen de staat aan over 5G-beleid'
Vragen van de leden Dekker-Abdulaziz (D66) en Grevink (VVD) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Schiphol en Havenbedrijf Rotterdam klagen de staat aan over 5G-beleid» (ingezonden 20 april 2023).
Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 3 juli 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2704.
Vraag 1
Kunt u aangeven welke zienswijzen er door de lokale vergunningshouders zijn ingebracht
en op welke manier hieraan gehoor is gegeven?1
Antwoord 1
Een ontwerp van de wijziging van het Nationaal frequentieplan 2014 (NFP-wijziging)
voor de 3,5 GHz band is in juli 2022 openbaar geconsulteerd. Hierop zijn door een
aantal houders van lokale vergunningen in de 3,5 GHz band en belangenvertegenwoordigers,
waaronder het Havenbedrijf Rotterdam (HBR) en Schiphol (samen aangeduid als de «mainports»)
zienswijzen ingediend. HBR heeft zelf op dit moment geen vergunning in de 3,5 GHz
band, Schiphol wel. Ook de Nederlandse en Europese belangenverenigingen voor gebruikers
van lokale vergunningen (BTG en EUWENA) hebben een zienswijze ingediend.
De zienswijzen betroffen uiteenlopende aspecten van de NFP-wijziging, zoals de keuze
van de bandindeling – waarbij het lokale gebruik zou worden ondergebracht in 100 MHz
aan de onderkant van de band – en de wijze van uitgifte van lokale vergunningen volgens
het mechanisme «op volgorde van binnenkomst». Naar deze beide aspecten wordt verwezen
in het artikel in Het Financieele Dagblad. Ik hecht er aan hier op te merken dat «op
volgorde van binnenkomst» hier niet betekent «wie het eerst komt, het eerst maalt»,
maar alleen verwijst naar hoe vergunningen door de tijd in behandeling worden genomen.
In het voorgenomen uitgiftebeleid heeft een eerdere aanvrager daarbij niet meer rechten
dan een latere aanvrager. Als meerdere aanvragers bij elkaar in de buurt liggen, moeten
zij onderling afspraken maken om te zorgen dat zij elkaar niet storen. Denk bijvoorbeeld
aan twee bedrijven in de haven of aan twee naast elkaar liggende ministeries. Met
deze manier van vergunnen kan dezelfde frequentieruimte vele malen worden uitgegeven,
zelfs aan dicht bij elkaar liggende percelen. Er is dus geen concurrentie om een beperkte
hoeveelheid beschikbare vergunningen.
Voor wat betreft de bandindeling zijn de zienswijzen van de lokale vergunninghouders,
maar ook die van landelijke mobiele operators, aanleiding geweest om nader onderzoek
te laten verrichten en vervolgens de bandindeling van de 3,5 GHz-band te herzien ten
opzichte van het dat was geconsulteerd. In het definitieve besluit zijn de lokale
vergunninghouders niet langer ondergebracht in 100 MHz aan de onderkant van de band,
maar in twee delen van 50 MHz aan de beide uiteinden van de band. Hiermee is deels
tegemoet gekomen aan de wens van lokale vergunninghouders om te worden ondergebracht
in het bovenste deel van de 3,5 GHz band, waar apparatuur voor lokale netwerken mogelijk
beter beschikbaar zal zijn. Ik wil benadrukken dat de uiteindelijke keuze voor de
bandindeling een afweging van verschillende belangen was, waarbij het niet mogelijk
was om aan alle uiteenlopende wensen van belanghebbenden tegemoet te komen. De gemaakte
afweging was ingewikkeld en is daarom uitgebreid gemotiveerd in de toelichting op
de definitieve wijziging van het NFP die is gepubliceerd op 28 februari 2023.2
Voor wat betreft het verdeelmechanisme «op volgorde van binnenkomst» gaven de beide
mainports in hun zienswijze onder meer aan een coördinerende rol voor zichzelf te
zien om zo te kunnen komen tot een doelmatiger gebruik van de voor lokaal gebruik
bedoelde frequenties op het eigen terrein. In reactie hierop heb ik in de toelichting
op de definitieve NFP-wijziging van 28 februari 2023 aangegeven dat ik een informele
coördinerende rol door een logische entiteit of organisatie binnen een groter gebied,
zoals bijvoorbeeld een haventerrein of industriegebied, goed mogelijk acht voor zover
deze neerkomt op vraagbundeling en een daaruit voortvloeiende coördinerende rol bij
vergunningaanvragen. Het is en blijft echter de (wettelijke) taak van de overheid,
specifiek die van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI), om vergunningaanvragen
te toetsen, de coördinatie met andere radiodiensten te verzorgen, en vergunningen
te verlenen aan de aanvragers.
Vraag 2
Kunt u uiteenzetten of en zo ja, welke gesprekken u heeft gevoerd met lokale vergunninghouders
waaronder luchthaven Schiphol en het Havenbedrijf Rotterdam voorafgaand en ook nadat
het Nationaal Frequentieplan (NFP) is gepubliceerd?
Antwoord 2
HBR en Schiphol trekken al enige tijd gezamenlijk op in het benadrukken van het belang
van voldoende frequentieruimte voor lokaal gebruik in de beide mainports. In aanloop
naar de consultatie van het ontwerp van de NFP-wijziging in juli 2022 hebben zij een
extern onderzoek laten uitvoeren waarin onder meer wordt gepleit voor aangesloten
frequentieruimte voor lokaal gebruik, bij voorkeur in het bovenste deel van de band.
Ook het punt van een, door de mainports gewenste, coördinerende rol voor de mainports
wordt in dit onderzoek aangestipt. Daarnaast is in juni 2022 een brief gestuurd aan
de toenmalige Directeur Generaal Bedrijfsleven en Innovatie. In deze periode zijn
hierover gesprekken met de mainports gevoerd op 9 juni, 29 juni en 7 juli 2022.
Ik onderken het belang van voldoende frequentieruimte voor lokaal gebruik, onder andere
in de beide mainports. Naar aanleiding van de zienswijze van HBR en Schiphol op het
geconsulteerde ontwerp van de NFP-wijziging, heb ik op 13 september 2022 aan de mainports
gevraagd om een nadere toelichting over hoe zij een coördinerende rol meer concreet
voor zich zien. In reactie hierop hebben HBR en Schiphol op 26 oktober 2022 een aanvullende
memo met mij gedeeld. Zowel de zienswijze en het aanvullende memo zijn meegewogen
bij de besluitvorming voor het definitieve NFP-besluit, zoals beschreven in de toelichtende
tekst. Na vaststelling van het NFP-besluit is opnieuw contact gezocht met de mainports
ten behoeve van de nadere invulling van het uitgiftebeleid en de vergunningvoorwaarden
voor lokaal gebruik. Dit contact bestond onder meer uit twee gesprekken op 7 maart
en op 27 maart 2023. Op 12 april jl. is vervolgens het voorgenomen uitgiftebeleid
voor lokale vergunningen openbaar geconsulteerd.
Ook met een aantal andere lokale vergunninghouders zijn gesprekken gevoerd in de periode
voor en na vaststelling van het NFP. Ook met belangenvereniging BTG is er regelmatig
contact geweest.
Vraag 3
Is het ingediende alternatieve plan van Schiphol en de haven, en de reactie van het
ministerie hierop, openbaar inzichtelijk? Zo nee, waarom niet? Kan u deze alsnog op
de kortst mogelijke termijn met de Kamer delen?
Antwoord 3
Het ingediende alternatieve plan van Schiphol en HBR is openbaar inzichtelijk via
het in opdracht van de mainports opgestelde rapport over de behoefte aan privaat spectrum3 en de openbare consultatiereactie van Schiphol en HBR naar aanleiding van de concept
NFP-wijziging 3,5 GHz-band.4 In de openbaarheid heb ik hierop gereageerd in de toelichting op het NFP-besluit
van 28 februari jongstleden. Zowel Schiphol en HBR als ambtenaren van mijn ministerie
hebben regelmatig informatie over het alternatieve plan uitgewisseld, zoals ook bij
vraag 2 aangegeven. Die informatie is meegewogen in het tot stand komen van het concept
uitgiftebeleid dat onlangs openbaar is geconsulteerd5. Op dit moment verwerk ik de consultatiereacties waarbij alle partijen hun zienswijzen
konden indienen. Bij het publiceren van het uitgiftebeleid zal ik nader ingaan op
de ingebrachte zienswijzen; waaronder ook de zienswijzen van de mainports rondom de
wijze van verdelen van vergunningen.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe de belangen en wensen van de lokale vergunninghouders hierin zijn
gewogen?
Antwoord 4
Schiphol en HBR hebben de voorkeur voor 100 MHz aaneengesloten frequentieruimte bovenin
de 3,5 GHz-band en wensen daarnaast een regierol voor henzelf in het toebedelen van
gebruiksrechten voor frequentieruimte op het terrein van de mainports. Naast Schiphol
en HBR zijn er nog andere belanghebbenden voor gebruik van frequentieruimte in de
3,5 GHz-band. Hiertoe behoren de landelijke mobiele operators, huidige gebruikers
van de frequentieband (een aantal lokale gebruikers en satellietbedrijf Inmarsat)
en toekomstige gebruikers voor bedrijfsspecifieke toepassingen. Zoals uitgebreid toegelicht
in het NFP-besluit van 28 februari jongstleden leiden de belangen van deze partijen
tot deels niet verenigbare wensen voor de bandindeling. Na weging van al deze belangen
ben ik in het definitieve NFP-besluit gekomen tot een bandindeling met (voorlopig)
twee delen van 50 MHz voor lokaal mobiel gebruik aan de randen van de 3,5 GHz-band
en 300 MHz middenin de band voor landelijk exclusief mobiel gebruik. Het geconsulteerde
bandplan ging nog uit van 100 MHz voor lokaal gebruik onderin de band. Met een verplaatsing
van één deel van 50 MHz naar de bovenkant van de band is in het definitieve NFP-besluit
deels tegemoet gekomen aan de wens van onder meer Schiphol en HBR om bandbreedte voor
lokaal gebruik beschikbaar te maken in het bovenste deel van de band. Bovendien heb
ik de mogelijkheid genoemd om in de toekomst een zogenoemde «schuif» te maken waardoor
mogelijk 80 MHz aan aaneengesloten bandbreedte bovenin de band voor lokaal gebruik
beschikbaar komt.
Ten aanzien van de door Schiphol en HBR gewenste, wettelijke regierol het volgende.
Of frequentiegebruik daadwerkelijk schaars wordt en in welke mate er ruimte is voor
een bepaalde mate van regie wordt in belangrijke mate bepaald door de voorwaarden
die aan de vergunningen zullen worden verbonden. Deze worden vastgelegd in het uitgiftebeleid
waarvoor recentelijk een openbare consultatie heeft plaatsgevonden. Ik ben nu bezig
de ontvangen zienswijzen hierop, waaronder die van Schiphol en HBR, te verwerken.
Vraag 5
Herkent u het geluid dat verdere innovatie en digitalisering onmogelijk wordt gemaakt
door de huidige inrichting van de veiling, mede gelet op de Nederlandse ambitie om
in de Europese kopgroep te blijven op het gebied van digitalisering? Op welke manier
is gehoor gegeven aan deze zorgen?
Antwoord 5
In het artikel in Het Financieele Dagblad wordt door de mainports gesteld dat de automatisering
van bedrijfsprocessen in gevaar komt door de manier waarop ik de aparte bedrijfsfrequenties
inricht en wil toewijzen. Deze bedrijfsfrequenties zullen niet worden geveild, maar
worden verdeeld op volgorde van binnenkomst. De zorgen van de beide mainports betreffen
de nadere invulling van het «volgorde van binnenkomst»-verdeelmechanisme. De voorwaarden
voor gebruik van frequentieruimte – en daarmee de mogelijkheden voor innovatie en
digitalisering – worden vastgelegd in de vergunningsvoorwaarden waarvoor het uitgiftebeleid
de basis vormt. Op dit moment ben ik bezig met het verwerken van de zienswijzen op
de openbare consultatie van dit uitgiftebeleid. Bij het publiceren van het beleid
zal ik mijn keuze motiveren, ook in het licht van de impact op innovatie en digitalisering.
Vraag 6
Klopt het dat Schiphol en de Rotterdamse haven elk hun eigen beroep aantekenen?
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Is hierbij urgentie aangevraagd en wanneer worden deze zaken behandeld?
Antwoord 7
HBR en Schiphol hebben niet gevraagd om een voorlopige voorziening. De Rechtbank Rotterdam
heeft besloten alle beroepen (dus ook die van HBR en Schiphol) tegelijkertijd te behandelen.
Op 25 mei heeft een zogenoemde regiezitting plaatsgevonden, ter voorbereiding van
de inhoudelijke zitting. De rechtbank heeft de inhoudelijke zitting inmiddels gepland
op 11, en indien nodig, 12 oktober 2023.
Vraag 8
Leiden deze zaken tot vertraging van de veiling? Zo ja, bent u voornemens om plannen
ten aanzien van verschillende mogelijke uitkomsten op te stellen om zo op de kortst
mogelijke termijn over te kunnen gaan tot het veilen van de 3,5 Ghz band?
Antwoord 8
Voor de gevolgen van de aangetekende beroepen voor de veiling wordt verwezen naar
de bovenliggende Kamerbrief.
Vraag 9
Kunt u uitdiepen welke gevolgen het heeft voor respectievelijk de concept-veilingregeling,
de consultatieperiode en de planning van de veiling als Schiphol en/of de Rotterdamse
haven gelijk krijgen van de rechter dat er meer plek voor hun operaties moet worden
toegewezen?
Antwoord 9
Indien Schiphol en/of HBR op dit punt gelijk krijgt/krijgen van de rechter, zou dit
betekenen dat de indeling van de 3,5 GHz-band in het NFP opnieuw dient te worden vastgesteld.
Omdat de inrichting van de veiling afhankelijk is van het NFP, zou dit zonder meer
gevolgen hebben voor de planning daarvan. Daarnaast zou dit gevolgen hebben voor de
planning van de start van uitgifte van vergunningen voor lokaal gebruik in de banddelen
3400–3450 MHz en 3750–3800 MHz. Daarvan is start van uitgifte nu beoogd per 1 december
2023.
Vraag 10
Kunt u uitdiepen welke gevolgen het heeft voor respectievelijk de concept-veilingregeling,
de consultatieperiode en de planning van de veiling als Schiphol en/of de Rotterdamse
haven gelijk krijgen van de rechter dat de manier waarop de ruimte wordt verdeeld,
namelijk op volgorde van aanmelding, moet worden herzien?
Antwoord 10
Als de rechter uitsluitend zou oordelen dat de frequentieruimte die is bestemd voor
lokaal gebruik op een andere manier moet worden verdeeld (dan op volgorde van binnenkomst),
maar de rechter de rest van het NFP-besluit in stand zou laten, dan zou dit geen gevolgen
hoeven te hebben voor de concept-veilingregeling, de consultatieperiode (die inmiddels
is geëindigd) en de planning van de veiling. De veiling ziet immers niet op de frequentieruimte
die is bestemd voor lokaal gebruik, maar op de frequentieruimte voor landelijk gebruik.
Vraag 11
Bent u reeds in contact getreden met de lokale vergunninghouders, waaronder het Havenbedrijf
Rotterdam en Schiphol, betreffende dit geschil? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe verloopt
dit?
Antwoord 11
Zoals onder vraag 2 is aangegeven, is zowel voor als na de wijziging van het NFP gesproken
met verschillende lokale vergunninghouders, waaronder HBR en Schiphol. Na afloop van
de consultatie van het uitgiftebeleid voor de lokale vergunningen in de 3,5 GHz band
zullen de ingediende zienswijzen worden beoordeeld en meegenomen bij de vaststelling
van het definitieve uitgiftebeleid. Waar nodig zal dan opnieuw in contact worden getreden
met lokale vergunninghouders. Ik heb de gesprekken met HBR en Schiphol tot dusver
overigens als prettig en constructief ervaren.
Vraag 12
Bent u van mening dat een rechtszaak niet bevorderlijk is voor de veiling van de 3,5
GHz band? Kunt u een rol in spelen om verdere problemen van de veiling te voorkomen?
Antwoord 12
Tegen elke wijziging van het NFP staat de mogelijkheid van beroep open en het staat
belanghebbenden uiteraard vrij om hier gebruik van te maken. Bij het vaststellen van
het NFP voor de 3,5 GHz band is een integrale belangenafweging gemaakt. Deze belangenafweging
is uitvoerig beschreven in de toelichting op de NFP-wijziging. Ik zal mij ook in de
beroepszaak en andere contacten met belanghebbenden blijven inspannen om de gemaakte
afwegingen zo goed en transparant als mogelijk uit te leggen. Evenwel vind ik het
belangrijk te blijven benadrukken, dat ik waarschijnlijk niet aan alle belangen en
wensen van alle belanghebbenden tegemoet kan komen, omdat zij soms simpelweg onverenigbaar
zijn. Er zullen dus waarschijnlijk altijd partijen zijn die vinden dat ik hun belangen
onvoldoende heb meegewogen en daarom – mogelijk – naar de rechter zullen stappen.
Vraag 13
Kunt u opties schetsen waarbij toch geveild wordt, mede gelet op het belang van 5G
voor de digitale strategie van het kabinet en voor Nederlandse consumenten en ondernemingen?
Is het mogelijk om bijvoorbeeld alvast het deel of een deel van de band te veilen
dat buiten de rechtszaak valt?
Antwoord 13
De aangetekende beroepen hebben betrekking op zowel het te veilen gedeelte voor landelijk
gebruik als het voor lokaal gebruik uit te geven gedeelte van de 3,5 GHz-band. Het
is daarom niet mogelijk om alvast een deel van de band te veilen dat buiten de rechtszaak
valt.
Vraag 14
Kunt u de beantwoording van deze vragen op de kortst mogelijke termijn, maar ten minste
tegelijkertijd met de beantwoording van het schriftelijke overleg betreffende de Inkennisstelling
ontwerp-bekendmakingsbesluit, ontwerp-vergunningen en concept-veilingregeling 3,5
GHz-band (Kamerstuk 24 095, nr. 578) d.d. 14 april 2023 aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 14
Ja.
Vraag 15
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Antwoord 15
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.