Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kröger en Thijssen over een betaalbare energierekening
Vragen van de leden Kröger (GroenLinks) en Thijssen (PvdA) aan de Minister voor Klimaat en Energie over een betaalbare energierekening (ingezonden 22 mei 2023).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 26 juni 2023).
Vraag 1
Welke voorbereidingen worden er getroffen voor een betaalbare energierekening in 2024?
Antwoord 1
Het kabinet heeft uw Kamer op 28 april jl. met een brief (Kamerstuk 36 200, nr. 182) geïnformeerd over de maatregelen die worden overwogen ter ondersteuning van huishoudens
die kwetsbaar zijn voor hoge energieprijzen na 2023. Naast het bredere vraagstuk rond
bestaanszekerheid is in deze brief uitgebreid stilgestaan bij de aanhoudende hoge
energieprijzen en hoe kwetsbare gezinnen hierin tegemoet gekomen kunnen worden. Momenteel
beziet het kabinet wat er aan maatregelen voor kwetsbare huishoudens na 2023 nodig
is. Besluitvorming over de koopkracht zal plaatsvinden in augustus, waarbij naast
de laatste koopkrachtprognose van het Centraal Planbureau (CPB) ook het actuele aanbod
aan vaste contracten en de energieprijsontwikkeling meegenomen zullen worden.
Vraag 2
Zijn er al gesprekken gaande met de energieleveranciers over mogelijke opties?
Antwoord 2
In de brief van 28 april jl. bent u geïnformeerd over de maatregelen die het kabinet
nog overweegt om huishoudens die kwetsbaar zijn voor hoge energieprijzen ook in 2024
te ondersteunen. Om te voorkomen dat bepaalde maatregelen in augustus toch niet uitvoerbaar
blijken, is het kabinet gestart met de technische voorbereiding van de maatregelen
die meer tijd vergen. Waar relevant is hierover ook contact met de energieleveranciers
en de betrokken uitvoeringsorganisaties.
Vraag 3
Worden aan de hand van verschillende scenario’s opties uitgewerkt, van normale energieprijzen
tot extreem hoge energieprijzen, zodat de overheid en de energiebedrijven op alle
mogelijke situaties voorbereid zijn en flexibel kunnen reageren?
Antwoord 3
De huidige stand van zaken op de energiemarkt is wezenlijk anders dan een jaar geleden.
De energieprijzen zijn lager en er is opnieuw een aanbod aan vaste contracten, ook
met tarieven onder die van het prijsplafond. Daarnaast neemt het aantal energieleveranciers
dat vaste contracten met een langere looptijd aanbiedt toe. Toch valt een plotse en
sterke stijging van de prijzen, zoals die zich vorig jaar voordeed, niet uit te sluiten.
Huishoudens kunnen dit risico nu echter weer zelf afdekken door een vast contract
af te sluiten. De tarieven van deze contracten liggen veelal onder het prijsplafondniveau
en bieden daardoor meer zekerheid. Dit alles wordt door het kabinet meegenomen in
de koopkrachtbesluitvorming in augustus.
Vraag 4
Op welke manier zal er gerichte inkomenssteun worden gegeven?
Antwoord 4
Zie beantwoording vraag 1.
Vraag 5
Welke lessen zijn er getrokken uit het chaotische proces waarmee het prijsplafond
tot stand kwam? Hoe wordt ervoor zorg gedragen dat dit proces minder chaotisch wordt
voor 2024?
Antwoord 5
De Russische inval in Oekraïne op 24 februari 2022 en de daarop volgende geopolitieke
instabiliteit hebben tot uitzonderlijke situaties op de energiemarkt geleid. Hierdoor
leek de betaalbaarheid van de energierekening voor veel Nederlandse huishoudens in
het geding te komen. Om deze reden maakte het kabinet op 20 september 2022 bekend
dat er vanaf 1 januari 2023 voor kleinverbruikers een tijdelijk prijsplafond voor
energie zou worden ingesteld. Deze regeling is vervolgens onder bijzonder hoge tijdsdruk
tot stand gekomen. Om een dergelijk scenario voor 2024 te voorkomen, is het kabinet
tijdig gestart met het in kaart brengen van maatregelen om tot een evenwichtig koopkracht
beeld te komen. In de genoemde Kamerbrief van 28 april 2023 is hier nader op ingegaan.
In de aanloop naar de definitieve besluitvorming over de koopkracht in augustus wordt
een aantal van deze maatregelen nader uitgewerkt, waaronder varianten op het generieke
prijsplafond. Hierover sta ik in nauw contact met de energieleveranciers.
Vraag 6
Welke oplossingen worden geboden voor mensen die in huurwoningen met een laag energielabel
wonen, aangezien de energiebelasting voor gas hoog blijft maar de huurwoningen met
labels E, F en G pas in 2029 zijn uitgefaseerd?
Antwoord 6
Besluitvorming over de koopkracht zal plaatsvinden in augustus. De groepen met lage
inkomens en hoge energieprijzen zitten voornamelijk in de huursector. Het kabinet
heeft in aanvulling op het verbod op slechte energielabels in de huursector vanaf
2029 met woningcorporaties specifieke prestatieafspraken gemaakt voor de verduurzaming
van de sociale huur, waaronder uitfasering van de energielabels E, F, en G in 2028.
Ook komt er een aanscherping van het Woningwaarderingstelsel in 2024, waardoor slechte
labels aftrekpunten krijgen.
Verder wordt er gewerkt aan opschaling van het aantal energiefixers en energiefixteams
om zoveel mogelijk huizen van huishoudens in energiearmoede te laten bezoeken en verbeteren.
In 2022 is 368 miljoen euro beschikbaar gesteld aan gemeenten om huishoudens in energiearmoede
te helpen energiearmoede te bestrijden. In de Kamerbrief Versnelling aanpak energiearmoede
gebouwde omgeving van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van
17 maart 2023 is er een verhoging met 200 miljoen euro aangekondigd om dit nog verder
op te schalen.
Daarnaast heeft het kabinet in de Kamerbrief over voorjaarsbesluitvorming Klimaat
het technisch uitgangspunt voor de Energiebelasting van 2025 t/m 2030 gepresenteerd.
Hierin is een verlaging (t.o.v. het basispas in het regeerakkoord) opgenomen voor
de nieuwe eerste schijf tot 800 m3 gas. Concreet betekent dit dat er vanaf 2025 over de eerste 800 m3 gas die een huishouden verbruikt 48,98 cent per kuub aan belasting wordt betaald.
Deze schijf is uitgezonderd van de jaarlijkse verhoging die in de andere schijven
wel wordt toegepast.
Op dit moment loopt er impactstudie via CE Delft onder leiding van Financiën, waarin
het effect van deze nieuwe tarieven op de taakstelling van 1,2 Mton CO2 besparing wordt berekend. De koopkracht effecten worden hier ook in meegenomen. Op
Prinsjesdag volgt de definitieve vaststelling van de nieuwe schijflengtes en bijbehorende
tarieven. Met deze nieuwe eerste schijf voor aardgas, ontstaat in ieder geval een
extra knop naast de belastingvermindering om te sturen op de energie gerelateerde
lasten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.