Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paul en Verkuijlen over het artikel 'Zorgen om online bedreigingen leerlingen: ’Doet een beetje denken aan de kogelbrief’'
Vragen van het lid Paul en Verkuijlen (beiden VVD) aan de Ministers voor Primair en Voortgezet Onderwijs en van Justitie en Veiligheid over het artikel «Zorgen om online bedreigingen leerlingen: «Doet een beetje denken aan de kogelbrief»» (ingezonden 21 april 2023).
Antwoord van Minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 19 juni
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2619.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Zorgen om online bedreigingen leerlingen: «Doet een
beetje denken aan de kogelbrief»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat elke bedreiging er één teveel is?
Antwoord 2
Ja. Elke dreiging heeft een grote impact op leerlingen, leraren en ouders. Recent
hebben we een groot aantal bedreigingen gezien op meer dan twintig scholen, nog wel
in examentijd. Dat is volstrekt onacceptabel. Ook voor daders heeft dit grote impact
– het is niet zomaar een grap, maar een daad met grote gevolgen. Het kan zelfs een
strafbaar feit zijn.
Vraag 3 en 4
Hoe vaak komen dit soort bedreigingen voor? Neemt dit aantal toe?
Kunt u de Kamer jaarlijks informeren over het aantal bedreigingen dat gericht is aan
scholen?
Antwoord 3 en 4
Er is geen landelijk beeld hoe vaak dit soort bedreigingen voorkomt. Daarom is het
niet mogelijk hierover een jaarlijks trendbeeld te delen. In het wetsvoorstel vrij
en veilig onderwijs kom ik met een meldplicht voor veiligheidsincidenten. Ernstige
incidenten, waaronder bedreigingen van deze aard, dienen onder de meldplicht direct
aan de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) gemeld te worden. Hiermee zal
de inspectie een vollediger beeld krijgen van de problematiek. Daarbij zal ik de vraag
betrekken hoe de Kamer periodiek kan worden geïnformeerd. Ik streef ernaar het wetsvoorstel
eind 2023 naar uw Kamer de sturen.
Vraag 5
Is er voor alle scholen een handelingsprotocol hoe zij het best kunnen handelen bij
een online bedreiging aan het adres van de school?
Antwoord 5
Er zijn handelingsprotocollen en richtlijnen beschikbaar voor scholen. Zo heeft Stichting
School en Veiligheid op hun website een stappenplan beschikbaar dat scholen kunnen
volgen wanneer zij bedreigingen ontvangen. Daarnaast biedt Stichting School en Veiligheid
ook handvatten en tips om preventief op te treden tegen dergelijke bedreigingen.
Vraag 6
Welke organisaties hebben een rol om scholen hierbij te helpen?
Antwoord 6
Naast onderwijspersoneel op de scholen (in het bijzonder zorg-coördinatoren, vertrouwenspersonen
en mentoren) zijn er verschillende organisaties met expertise die scholen kunnen helpen.
Onderstaand zal ik een selectie van deze organisaties toelichten, waaronder de fases
waarin zij scholen kunnen helpen.
Voor preventie kan een school terecht bij Stichting School en Veiligheid. Zij kunnen
helpen bij het versterken van het veiligheidsbeleid en bij het opstellen van een protocol.
Stichting Halt kan voorlichting geven op scholen en ook spreekuren voor leerlingen
organiseren ter preventie van strafbare feiten.
In geval dat er sprake is van een schoolbedreiging is het raadzaam om altijd eerst
contact te zoeken met de politie zodat de ernst van de situatie kan worden ingeschat.
Vervolgens kan ook advies worden ingewonnen bij het calamiteitenteam van Stichting
School en Veiligheid en de Vertrouwensinspecteur (onderdeel van de Inspectie van het
Onderwijs). Wanneer het gaat om strafbare feiten, geeft het Openbaar Ministerie leiding
aan het opsporingsonderzoek en kan overgaan tot vervolging van de daders. Voor nazorg
kan de school bij mentale of psychische schade terecht bij Slachtofferhulp Nederland,
en daarnaast is er mogelijk een rol voor Stichting Halt voor de dader.
Vraag 7
Wat is de rol van het calamiteitenteam van School & Veiligheid hierin? Zijn zij voldoende
in staat om scholen te ondersteunen, en zo niet, hoe gaat u ervoor zorgen dat zij
wél afdoende geëquipeerd zijn om hun rol te vervullen?
Antwoord 7
Stichting School en Veiligheid heeft zowel een adviespunt als een calamiteitenteam.
Het adviespunt kan scholen (preventief) adviseren in hoe zij omgaan met dergelijke
bedreigingen, mochten deze voorkomen. Het calamiteitenteam is er om bij ingrijpende
incidenten, waar het gaat om acute ontregeling voor school en haar medewerkers en
leerlingen, advies te geven en ondersteuning te bieden. Deze adviseurs zijn te allen
tijde, dus ook in het weekend of laat op de avond, beschikbaar om scholen bij calamiteiten
omtrent (sociale) onveiligheid, waaronder ernstige bedreigingen, van gericht en deskundig
advies te voorzien. Ik heb geen enkele reden om te veronderstellen dat Stichting School
en Veiligheid niet voldoende is geëquipeerd om deze rol te vervullen. Integendeel,
ik ben onder de indruk van de professionele manier waarop zij scholen hulp verlenen.
Vraag 8
Wordt voor elke bedreiging de politie ingeschakeld door scholen? Indien dit niet zo
is, vindt u het wenselijk om dat in het handelingsprotocol op te nemen?
Antwoord 8
Wanneer er een dreigmail binnenkomt is het altijd verstandig om contact op te nemen
met de politie. Zij kunnen de ernst van de dreiging inschatten en de school adviseren
over vervolgstappen. Bij zeer ernstige en acute dreigingen kan de school contact opnemen
met de meldkamer door 112 te bellen. Bij minder acute bedreigingen kan de school contact
opnemen met de contactpersoon bij de politie of via 0900–8844 (wel politie, geen spoed).
De meeste scholen doen dit ook al. Ik vind het wenselijk dat scholen dit doen en in
hun eigen handelingsprotocol opnemen dat er in dit soort situatie contact wordt opgenomen
met de politie. Er is echter niet één handelingsprotocol voor alle scholen. Scholen
voeren zelf een veiligheidsbeleid dat is afgestemd op de context en situatie op hun
school. Bij twijfel over hoe scholen hun protocollen en veiligheidsbeleid kunnen versterken
kan advies worden ingewonnen bij het adviespunt van Stichting School en Veiligheid.
Vraag 9
Hoe wordt de afweging gemaakt om tot schoolsluiting over te gaan?
Antwoord 9
De politie maakt in afstemming met het lokaal gezag en samen met de school een inschatting
van de veiligheidsrisico’s en adviseert op basis daarvan om tot sluiting over te gaan
of niet. Het komt ook voor dat de schoolleiding vanwege onrust en onveilige gevoelens
van medewerkers, leerlingen en ouders al eerder dan het advies van de politie besluit
om te sluiten. Scholen houden hierbij rekening met de onrust die ontstaat bij het
idee van een dreiging en nemen hun rol om op een passende wijze de rust weer terug
te brengen in de school.
Vraag 10
In hoeveel van de gevallen worden de daders van dit soort dreigementen gepakt en wat
zijn in het algemeen de vervolgstappen?
Antwoord 10
Er zijn geen cijfers bekend over het aantal verdachten dat specifiek voor dit soort
dreigementen wordt aangehouden. Zie ook de antwoorden op vraag 3 en 4. Om daders te
kunnen achterhalen en mogelijke vervolgstappen te ondernemen, is het van belang dat
er een melding of aangifte wordt gedaan bij de politie. De politie kan in dit soort
gevallen helpen of een melding of een aangifte meer gepast is bij de situatie. Wanneer
het gaat om een bedreiging richting een school, verwijs ik u naar het antwoord op
vraag 8.
Wanneer het gaat om een vorm van geweld of agressie tegen werknemers met een publieke
taak – waaronder onderwijzend personeel – zijn de Eenduidige Landelijke Afspraken
van toepassing. Dit zijn afspraken over de opsporing en vervolging van verdachten
van agressie- en geweldsdelicten tegen functionarissen met een publieke taak. Zo geven
de politie en het Openbaar Ministerie onder andere prioriteit aan deze aangiften.
Daarnaast is het uitgangspunt dat het openbaar ministerie conform deze afspraken en
de Aanwijzing kader voor strafvordering meerderjarigen2 een strafverzwaring van 200% eist.
Vraag 11
Wordt de immateriële en materiële schade die een school ten gevolge van een bedreiging
en sluiting loopt altijd verhaald op de dader en bij minderjarigen op hun ouders?
Antwoord 11
Dat is niet bekend, want er bestaat geen alomvattende registratie van verhaalde schade
in dergelijke gevallen.
Schade voor de school kan op verschillende manieren worden verhaald. Als de dader
bekend is, kan een vordering tot schadevergoeding tussen de school en dader onderling
worden afgehandeld, of kan de school zich tot de burgerlijke rechter wenden. Als de
school is verzekerd kan de verzekeraar de schade voldoen.
Vraag 12
Welke mogelijkheden ziet u om de pakkans te vergroten?
Antwoord 12
Voor het verhogen van de pakkans is van belang dat leraren of scholen melding of aangifte
doen en hierbij geen belemmeringen ervaren. Daarom ligt er ook een belangrijke taak
voor de scholen om hun leraren in dit proces bij te staan of om als schoolleiding
zelf melding of aangifte te doen. Het is begrijpelijk dat scholen soms twijfelen hoe
zij hiermee om moeten gaan. Daarom is het ook goed dat zij advies kunnen inwinnen
bij Stichting School en Veiligheid, Stichting Halt en de vertrouwensinspecteur. Zij
kunnen de school adviseren over de juiste stappen.
Vraag 13
Wat gaat u doen om te voorkomen dat vaak jongeren dit soort bedreigingen plegen?
Antwoord 13
Stichting Halt geeft voorlichting op scholen over de gevolgen van het plegen van strafbare
feiten en de groepsdruk die hier vaak bij komt kijken. Zij zijn ook steeds vaker op
scholen aanwezig met spreekuren om onderwijsprofessionals te adviseren hoe zij dit
gesprek kunnen voeren en met een onveilige groepsprocessen kunnen omgaan. Daarnaast
heeft Stichting School en Veiligheid het Niet-pluisinstrument ontwikkeld. Voor dit
instrument verwijs ik u naar de website van Stichting School en Veiligheid. Het doel
daarvan is om door uitwisseling van informatie een beter beeld te krijgen van individuele
leerlingen en de problematiek en risico’s waar zij tegenaan lopen.
Vraag 14
Hoe worden ouders en jongeren bewust gemaakt van de consequenties van een schoolbedreiging?
Antwoord 14
Stichting Halt geeft voorlichting aan leerlingen en onderwijspersoneel over de consequenties
van het plegen van een strafbaar feit. Daarnaast bieden zij ook ondersteuning en handvatten
aan onderwijspersoneel en de schoolleiding om het gesprek hierover in de klas en met
ouders te voeren. Zo hebben mijn medewerkers in de gesprekken met de scholen die recent
in Amsterdam en Utrecht het slachtoffer zijn geworden van bedreigingen begrepen dat
zij goed met hun leerlingen in gesprek gaan over de impact en consequenties van dreigingen,
niet alleen voor de school, de leerlingen en de docenten, maar ook voor de dader.
Vraag 15
Is er voldoende nazorg voor docenten en leerlingen na een schoolbedreiging?
Antwoord 15
Een schoolbedreiging kan een zware impact hebben op het onderwijspersoneel, ouders
en leerlingen. Ook daarom is het belangrijk dat de politie tijdig wordt ingeschakeld.
Afhankelijk van de ernst van de bedreiging kan ook contact worden gezocht met Slachtofferhulp
Nederland voor nazorg en met Stichting School en Veiligheid voor een juiste afhandeling.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.