Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Ceder, Van der Staaij, Peters, De Roon, Klink, Eppink en Omtzigt over de bescherming van mensen die met de dood bedreigd worden door wetten tegen geloofsafvalligheid en godslastering
Vragen van de leden Ceder (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP), Peters (CDA), De Roon (PVV), Klink (VVD), Eppink (JA21) en Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de bescherming van mensen die met de dood bedreigd worden door wetten tegen geloofsafvalligheid en godslastering (ingezonden 24 mei 2023).
Mededeling van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 13 juni 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de twee resoluties van de Derde Commissie van de Algemene Vergadering
van de Verenigde Naties van 10 november 2022 (46ste sessie, onderdeel 3, general debate)
waarin bescherming wordt voorzien voor mensen die met de dood bedreigd worden door
wetten tegen geloofsafvalligheid en godslastering? Wat heeft Nederland sinds de eerste
Kamermotie van 16 april 2012 (32 735, nr. 66), de motie van 1 juli 2019 (32 735, nr. 256) en later de initiatiefnota Christenvervolging – Schapen tussen de Wolven uit 2021
(35 719, nr. 2), met de oproep om zich in te zetten tegen de doodstraf op godslastering en afvalligheid,
specifiek gedaan om dit te bevorderen?
Vraag 2
Op welke manier wil Nederland zich verder inzetten voor de campagne om de doodstraf
afgeschaft te krijgen voor godslastering en geloofsafvalligheid van de International
Religious Freedom of Belief Alliance (IRFBA), binnen de IRFBA en daarbuiten? Hoe zet
Nederland zich nog concreet in voor de wereldwijde campagne van Australië voor afschaffing
van de doodstraf voor geloofsafvalligheid?
Vraag 3
Wat kunt u doen binnen de EU en in andere gremia, zowel multi- als bilateraal, om
de desbetreffende landen aan te spreken op het nog hebben van de doodstraf in hun
wetgeving op godslastering en geloofsafvalligheid, als ook om de internationale campagne
hiertegen te ondersteunen en naleving van de tekst van de genoemde twee resoluties
te bevorderen? In hoeverre heeft u uitvoering gegeven aan de door de Kamer aangenomen
moties om landen aan te spreken op het nog hebben van de doodstraf op afvalligheid
en godslastering en bij welke gelegenheden heeft u dat gedaan bij welke landen en
wanneer?
Vraag 4
Bent u bereid om in de Internationale Contactgroep over godsdienstvrijheid (FoRB),
binnen de EU en tijdens de Universal Periodic Reviews (UPR) van de Mensenrechtenraad
van de Verenigde Naties, tijdens reviews van landen die behoren tot de 13 landen die
de doodstraf hebben op geloofsafvalligheid en godslastering, kritische vragen te stellen
en deze landen aan te zetten tot het afschaffen van de doodstraf en hen te wijzen
op de twee genoemde resoluties met het doel hen aan te zetten hun wetgeving te wijzigen
en hen daartoe aanbevelingen te doen?
Vraag 5
Bent u bereid om tijdens UPR's van deze landen nauw samen te werken met huidige en
gelijkgestemde leden van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties en de dan aangewezen
troika om zo de betreffende 13 landen aan te sporen de doodstraf af te schaffen voor
geloofsafvalligheid en godslastering.
Vraag 6
Kunt u zich in samenhang met de campagne voor de volledige afschaffing van de doodstraf
voor geloofsafvalligheid en godslastering, eveneens inzetten voor ten minste een moratorium
op de doodstraf en aanpassing van de wetgeving om de kans op misbruik te verminderen
en ter bevordering van waarborging van procedurele rechten?
Vraag 7
Bent u bereid samen met de Minister van Veiligheid en Justitie zich in te spannen
om mensen binnen de Nederlandse grenzen te beschermen die bedreigd worden, omdat ze
geloofsafvallig zijn of godslastering (zouden) hebben gepleegd? En, zo ja, wat kunnen
u en uw collega hieraan concreet doen?
Mededeling
De schriftelijke vragen van de leden Ceder, Van der Staaij, Peters, De Roon, Klink,
Eppink en Omtzigt aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de bescherming van mensen
die met de dood bedreigd worden door wetten tegen geloofsafvalligheid en godslastering
(2023Z09139), kunnen met het oog op een zorgvuldige en volledige beantwoording niet binnen de
gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord. Het streven is de antwoorden
zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te sturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.