Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Dekker-Abdulaziz, Sjoerdsma en Wuite over stemregistratie voor de Europese Parlementsverkiezingen in de Caribische Landen van het Koninkrijk
Vragen van de leden Dekker-Abdulaziz, Sjoerdsma en Wuite (allen D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over stemregistratie voor de Europese Parlementsverkiezingen in de Caribische Landen van het Koninkrijk (ingezonden 24 april 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 9 juni 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2022–2023, nr. 2614.
Vraag 1
In het coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst»1 staat dat de regering beoogt om stemmen voor het Europees Parlement op Curaçao, Aruba
en Sint Maarten net zo toegankelijk te maken als in Europees Nederland; kunt u een
update geven van de voortgang van deze doelstelling en in de toelichting meenemen
of, hoe en met welke prioriteit aan deze doelstelling voor de Europese Parlementsverkiezingen
van 2024 wordt gewerkt? Waar liggen de knelpunten om de doelstelling voorafgaand aan
de Europese Parlementsverkiezingen van 2024 te realiseren en hoe zorgt het kabinet
dat deze knelpunten kunnen worden opgelost?
Antwoord 1
Het kabinet werkt aan het voornemen uit het coalitieakkoord om de verkiezingen voor
het Europees Parlement net zo toegankelijk te maken voor kiesgerechtigde inwoners
van Curaçao, Aruba en Sint Maarten als voor kiesgerechtigden in Europees Nederland.
Aan uw Kamer is eerder gemeld dat dit nader zal worden uitgewerkt in een hoofdlijnennotitie
die aan de Kamer zal worden gezonden2. In de hoofdlijnennotitie wordt een aantal sporen uitgewerkt waarlangs de toegankelijkheid
van de EP-verkiezingen in de landen kan worden vergroot en kiesgerechtigden zoveel
mogelijk kunnen worden gefaciliteerd in het uitbrengen van hun stem. De sporen gaan
bijvoorbeeld in op hoe meer aandacht kan worden gegenereerd voor de EP-verkiezingen
en de eenmalige registratie in de permanente registratie kiezers buiten Nederland.
Ook zal in overleg met de landen en Vertegenwoordigingen van NL worden onderzocht
hoe kiezers verder gefaciliteerd kunnen worden in het uitbrengen van hun stem.
Overwogen zou kunnen worden of het juridisch en praktisch mogelijk is om bijvoorbeeld
meer locaties in te stellen voor het ophalen, invullen en inleveren van stembescheiden
of dat er andere manieren zijn om het uitbrengen van de stem nog toegankelijker te
maken. Tot slot zal ook worden onderzocht of de EP-verkiezingen toegankelijker kunnen
worden gemaakt door de registratieplicht voor kiesgerechtigden in de Caribische landen
af te schaffen en welke consequenties dit zou hebben. Alle onderzochte opties hebben
hun eigen voor- en nadelen. Een aantal opties vergt ook veel op het gebied van wet-
en regelgeving. Voor alle opties is overleg en samenwerking met de Caribische landen
nodig.
In de hoofdlijnennotitie zal het standpunt van de Caribische landen worden betrokken.
Hiertoe zijn op 1 mei 2023 brieven verzonden aan de ministers-presidenten van de Caribische
landen, om hen te consulteren over aandachtspunten naar aanleiding van dit voornemen
uit het coalitieakkoord: informatiecampagnes, het verder faciliteren van het uitbrengen
van de stem en de registratieplicht. Op basis van het standpunt van de landen worden
verdere gesprekken vormgegeven. Hierover zal ik u informeren. In de hoofdlijnennotitie
zal ik tevens ingaan op het beoogde tijdpad en de mogelijkheden voor de Europees Parlementsverkiezingen
in 2024.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de burgers woonachtig op alle zes Caribische eilanden van het
Koninkrijk der Nederlanden tevens Unieburgers zijn? Zo ja, hoe geeft het kabinet hier
actief invulling aan in haar beleid?
Antwoord 2
Evenals burgers van Europees Nederland beschikken burgers op de zes Caribische eilanden
van het Koninkrijk over de Nederlandse nationaliteit. Hiermee bezitten zij volgens
artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van rechtswege
ook het Unieburgerschap. Aan het Unieburgerschap is een aantal rechten verbonden,
waaronder het vrije verkeer van personen en het actief en passief kiesrecht bij de
verkiezingen voor Europese Parlement. De toegankelijkheid in de Caribische landen
van verkiezingen voor het Europese Parlement heeft, zoals hierboven uiteengezet, de
aandacht van het kabinet.
Vraag 3
Deelt u de mening dat voor het kabinet een belangrijke taak is weggelegd om ook de
burgers in het Caribisch deel van het Koninkrijk te betrekken bij de Europese Unie
(EU), door hen te informeren, actief te luisteren naar wat zij van de Europese Unie
verwachten en draagvlak te creëren? Hoe werkt u aan het dichterbij brengen van het
EU-burgerschap bij de burgers woonachtig in dit gedeelte van het Koninkrijk om uiteindelijk
de werking van de democratie binnen het hele Koninkrijk te bevorderen?
Antwoord 3
Het kabinet ziet het als een van haar kerntaken Nederlanders zo goed mogelijk te informeren
en te betrekken bij de vormgeving en uitvoering van EU-beleid en de Nederlandse inzet
voor dat beleid. Dit geldt ook voor de inwoners van Caribisch Nederland. Belangrijk
uitgangspunten bij de uitvoering van deze taak zijn inclusiviteit en diversiteit.
Het kabinet communiceert, informeert en haalt informatie op via kanalen van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken en andere departementen en bijvoorbeeld via het maatschappelijk
middenveld. Door te kiezen voor digitale middelen en een online aanpak garandeert
het kabinet een open karakter van de informatievoorziening, zodat alle Nederlanders
kunnen deelnemen, ook inwoners uit Caribisch Nederland.
Ten aanzien van de Caribische Landen constateer ik dat het aan de overheden van autonome
landen is om de relatie tussen hun burgers en de Europese Unie vorm te geven. Het
Ministerie van BZK ondersteunt en stimuleert de Landen wel om bijvoorbeeld aanspraak
te kunnen maken op verschillende Europese fondsen voor meerdere doeleinden.
Vraag 4
Kunt u nader toelichten op welke wijze u conform de brief3 invulling zal geven aan de burgerdialogen, communicatiecampagne en de grote bijeenkomsten
op 9 mei 2023 en 9 mei 2024 (de Dag van Europa) in het Caribisch deel van het Koninkrijk?
Indien dit deel van het Koninkrijk niet wordt betrokken bij de activiteiten, kunt
u nader toelichten waarom niet?
Antwoord 4
Het kabinet vindt het van groot belang dat alle burgers van Nederland deel kunnen
nemen aan de burgerdialogen, communicatiecampagne en grotere bijeenkomst en hun mening
kunnen geven. Zoals in de voornoemde brief aangegeven zijn inclusiviteit en diversiteit
belangrijke uitgangspunten bij de uitvoering van motie Koole II. Doordat de dialogen
en evenementen mede digitaal en online van aard zijn, kan iedereen binnen het Koninkrijk
hieraan deelnemen, ook inwoners van de Caribische delen van het Koninkrijk. Verder
zullen maatschappelijke organisaties worden geïnformeerd en aangemoedigd om te participeren
en staat het belangengroepen die opkomen voor inwoners van het Caribische deel van
het Koninkrijk, vrij om deel te nemen. Zoals ook in de brief uiteengezet, wordt tevens
een extra inspanning gepleegd om jongeren en minder bereikbare doelgroepen te betrekken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.