Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dekker-Abdulaziz over het bericht 'Ouders gooien privacy van hun kinderen te grabbel op sociale media'
Vragen van het lid Dekker-Abdulaziz (D66) aan Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Ouders gooien privacy van hun kinderen te grabbel op sociale media» (ingezonden 13 april 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 5 juni 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2523.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Ouders gooien privacy van hun kinderen te grabbel op
sociale media»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de bevinding dat driekwart van de ouders hun kinderen op social
media zetten, waarvan de helft hun profiel onbeschermd laat?
Antwoord 2
Het is begrijpelijk dat ouders beelden van bijzondere momenten met hun kinderen willen
delen met anderen. De komst van sociale media heeft dat aanzienlijk eenvoudiger gemaakt
dan voorheen het geval was. Het is belangrijk dat ouders zorgvuldig gebruik maken
van die mogelijkheden en rekening houden met wie allemaal toegang hebben tot wat zij
plaatsen, omdat dit de privacy van hun kinderen raakt.
Vraag 3
In hoeverre deelt u onze zorgen dat op deze manier onbedoeld kwaadwillenden misbruik
kunnen maken van deze gegevens?
Antwoord 3
Die zorgen deel ik. Zo bestaat het risico dat foto’s van kinderen misbruikt worden
door criminelen, dat hun beeldmateriaal wordt gebruikt voor reclamedoeleinden en dat
de foto’s en video’s op het internet kunnen blijven circuleren.
Vraag 4
In hoeverre bent u het met ons eens dat hier ook meer bewustwording over gecreëerd
zou moeten worden, bijvoorbeeld door middel van een publiekscampagne? In hoeverre
heeft u plannen om de bewustwording hierover te vergroten?
Antwoord 4
Bewustwording is van groot belang. Het vorige kabinet ontwikkelde eerder al de publiekscampagne
«Denk 2x na voordat je iets deelt», die veel aandacht in de media kreeg.2 Naar aanleiding van de campagne maakte het Jeugdjournaal een item over het zorgvuldig
omgaan met het online delen van gegevens van anderen.3 Daarnaast werkt de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
momenteel aan een plan van aanpak voor een brede publiekscampagne over online kinderrechten.
Verder heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) een voorlichtende taak.4
Vraag 5
Kunt u toelichten in hoeverre kinderen recht hebben op online privacy?
Antwoord 5
Het grondrecht op gegevensbescherming is uitgewerkt in de Algemene Verordening Gegevensbescherming
(AVG). De AVG onderkent in overweging 38 nadrukkelijk dat kinderen specifieke bescherming
toekomt, aangezien zij zich wellicht minder bewust zijn van de risico's en gevolgen
van het delen van informatie. Daarnaast bepaalt artikel 16 van het Verdrag inzake
de rechten van het kind (IVRK) dat een kind recht heeft op bescherming van zijn of
haar privéleven. Graag verwijs ik voor een volledige toelichting naar de Code Kinderrechten
Online waarin uitvoering wordt ingegaan op online privacy voor minderjarigen.5 De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de Code laten
ontwikkelen voor ontwerpers van digitale systemen voor kinderen, aan de hand waarvan
aan het begin van het ontwerpproces voor onlinediensten en producten kinderrechten
worden meegenomen en geborgd.
Ook biedt de Verordening Digitale Diensten (hierna: DSA) specifieke bescherming aan
minderjarigen. Daarin worden onlineplatforms die toegankelijk zijn voor minderjarigen
verplicht om passende en evenredige maatregelen te nemen om een hoog niveau van privacy,
veiligheid en bescherming van minderjarigen binnen hun dienst te waarborgen. Voor
een compleet overzicht van specifieke bescherming vanuit de DSA verwijs ik u naar
de kamerbrief «Digital Services Act en Kinderrechten» van 14 april 2023.6 Daarnaast stuurt de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
uw Kamer voor de zomer een beleidsbrief over kinderrechten in relatie tot digitalisering.
Vraag 6
In hoeverre deelt u het genoemde standpunt dat ouders pas vanaf 16 jaar toestemming
aan hun kinderen voor het delen van bijvoorbeeld foto’s moeten vragen? In hoeverre
deelt u onze overtuiging dat dit eigenlijk al vanaf 12 jaar zou moeten?
Antwoord 6
In het wetsvoorstel Verzamelweg gegevensbescherming wordt ervan uitgegaan dat kinderen
vanaf 12 jaar deels zelf en vanaf 16 jaar geheel zelfstandig persoonlijke keuzes kunnen
maken.7 In dit wetsvoorstel wordt erin voorzien dat een jongere die 12 jaar of ouder maar
nog geen 16 jaar is, zelfstandig toestemming kan intrekken om zo een einde te kunnen
maken aan een verwerking van zijn eigen persoonsgegevens. Dit wetsvoorstel is in behandeling
bij uw Kamer.
Vraag 7
Bent u het met ons eens dat tech-bedrijven hier een grote verantwoordelijkheid horen
te dragen en zo ja, hoe gaat u daarop sturen?
Antwoord 7
Ja, tech-bedrijven hebben ook een verantwoordelijkheid op grond van de AVG. Zo moeten
de bedrijven bijvoorbeeld hun gebruikers te wijzen op wie toegang kan hebben tot hun
gegevens en dus ook geplaatste foto’s. De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties voert regelmatig gesprekken met tech-bedrijven over hun verantwoordelijkheid.
Het is echter primair aan de ouders of verzorgers van kinderen om de afweging te maken
of zij foto’s van hun kinderen online delen of niet.
Vraag 8
Kunt u voorbeelden noemen van maatregelen die u kunt nemen als tech-bedrijven, zoals
social media platforms, hier onvoldoende aan voldoen?
Antwoord 8
Wanneer bedrijven de regels uit de AVG niet naleven, is het aan de toezichthouder
om daar gevolgen aan te verbinden. Het toezicht op de naleving van de verplichtingen
uit de AVG is belegd bij de AP. De AP beschikt daartoe over diverse instrumenten,
zoals het opleggen van een bestuurlijke boete, een last onder dwangsom of een berisping.
Vraag 9 en 10
Kunt u toelichten of u de voorgedragen tips voor ouders voldoende acht?
In hoeverre ziet u een rol voor uzelf om hier aandacht voor te vragen, en ook daadwerkelijk
maatregelen op te nemen?
Antwoord 9 en 10
Het is belangrijk dat ouders zich bewust zijn van de mogelijke risico’s van het delen
van foto’s of video’s van hun kinderen online. De informatie en tips, zoals beschreven
in het achterliggende onderzoek waarop het krantenartikel zich baseert, zijn in dat
kader helder en nuttig.8 Het onderzoek geeft volwassenen richtlijnen om zorgvuldig om te gaan met informatie
over kinderen op het internet. Zoals eerder aangegeven, werkt de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties momenteel aan een plan van aanpak voor
een brede publiekscampagne over online kinderrechten.
Vraag 11
Bent u het met ons eens dat er meer aandacht aan onlinegedrag en mediawijsheid kan
worden besteed zodat kinderen hier zo vroeg mogelijk bij betrokken worden?
Antwoord 11
Ja. Mediawijsheid is een belangrijke set aan vaardigheden om mee te kunnen komen in
de steeds meer gedigitaliseerde wereld. Aandacht voor onderwerpen als portretrecht
hoort hierbij. Op initiatief van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
werd in 2008 het Netwerk Mediawijsheid opgericht met de missie «Iedereen mediawijs».
Op zijn publiekswebsite biedt het Netwerk Mediawijsheid inzichtelijke informatie aan
over veilige en slim gebruik van digitale media. Zo zijn er links naar materiaal om
kinderen te informeren en met hen in gesprek te gaan over zaken als privacy en portretrecht.9
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.