Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (wsbvc) van 12 juni 2023 (Kamerstuk 21501-31-709)
2023D23496 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties
                     de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale
                     Zaken en Werkgelegenheid over de op 30 mei 2023 ontvangen Geannoteerde Agenda Formele
                     Raad WSB van 12 juni 2023 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 709).
                  
De voorzitter van de commissie, Kuzu
Adjunct-griffier van de commissie, Meester-Schaap
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie
                         
                         
II
Antwoord/Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
                  agenda van de Formele Raad WSBVC. Deze leden hebben hierover enkele verdiepende vragen.
               
De leden van de VVD-fractie zijn blij dat er bij de onderhandelingen over de herziening
                  van Verordening 883/2004 waarde wordt gehecht aan betere handhaving en het laag houden
                  van administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Deze leden blijven geïnteresseerd
                  in de ontwikkelingen op dit gebied en zijn blij met de stand van zaken die de Minister
                  heeft gedeeld. De verordening staat verder niet op de agenda, maar deze leden zouden
                  daar toch graag een vraag over stellen.
               
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister of het klopt dat een poging van het
                  Zweeds voorzitterschap om een aangepast/verruimd mandaat te krijgen voor de trilogen
                  met het Europees parlement (EP) niet ver van een gekwalificeerde meerderheid afzat.
                  Wat waren de hoofdlijnen van het mandaat dat voorgesteld werd door dit voorzitterschap?
                  En hoe denkt de Minister over het digitaal vormgeven van de notificatieplicht van
                  detacheringen?
               
Agendapunt: Algemene oriëntatie EU-voorstel Richtlijn verbetering van Arbeidsvoorwaarden
                     bij Platformwerk
De leden van de VVD-fractie vragen zich af of de Minister voor wat betreft het weerlegbaar
                  rechtsvermoeden het nu voorliggende voorstel van het Zweedse Raadsvoorzitterschap
                  kan plaatsen ten opzichte van de tekst waarmee de Tsjechen in december een akkoord
                  hoopten te bereiken. Hoe verhouden deze teksten zich tot elkaar en tot het originele
                  voorstel van de Europese Commissie? Wat zijn de hoofdpunten en de overeenkomsten en
                  verschillen?
               
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister of zij vreest dat nieuwe regelgeving
                  op Europees niveau risico’s met zich meebrengt om innovatie en economische groei te
                  beperken?
               
Agendapunt: Raadsaanbeveling versterking Sociale Dialoog
De leden van de VVD-fractie vragen zich af hoe andere lidstaten kijken naar de sociale
                  dialoog. Hebben andere lidstaten eenzelfde situatie met sociale partners die samenwerken
                  op sociaaleconomisch terrein? Hoe kan de sociale dialoog effectief zijn als de samenwerking
                  tussen regeringen en sociale partners in verschillende lidstaten anders is?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
                  ten behoeve van de Formele Raad van 12 juni.
               
De leden van de D66-fractie betreuren het dat er nog geen akkoord is bereikt wat betreft
                  de herziening van de Coördinatieverordening Sociale Zekerheid, maar zijn blij dat
                  de Minister standvastig blijft in haar standpunt. Deze leden vragen de Minister om
                  toe te lichten of gelijkgezinde lidstaten net zo standvastig zijn, of dat er een verschuiving
                  begint te ontstaan. Ook zijn zij benieuwd naar een eerste beeld van de Minister van
                  de vervolgstappen van het Zweedse voorzitterschap. Voorts steunen de leden van de
                  D66-fractie de inzet van de Minister op een reflectieperiode volledig, waarbij de
                  voorkeur uitgaat naar een reflectieperiode voor de twee specifiek genoemde hoofdstukken.
               
De leden van de D66-fractie vinden het ook jammer dat er nog geen overeenstemming
                  is bereikt wat betreft de Richtlijn Platformwerk, maar ook hier steunen zij de Minister
                  in haar positie dat een akkoord wel een echte verbetering moet zijn ten opzichte van
                  de huidige situatie. Deze leden vragen aan de Minister of zij voor wat betreft het
                  weerlegbaar rechtsvermoeden het nu voorliggende voorstel van het Zweedse Raadsvoorzitterschap
                  kan plaatsen ten opzichte van de tekst waarmee de Tsjechen afgelopen december een
                  akkoord hoopten te bereiken. Acht de Minister beide teksten vergelijkbaar in de mate
                  waarin ze afwijken van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie? Ook zijn deze
                  leden benieuwd of de lidstaten waarmee Nederland in oktober 2022 gezamenlijk een position
                  paper opstelde nog steeds samen optrekken in de onderhandelingen.
               
Wat betreft de Raadsaanbeveling versterken Sociale Dialoog hebben de leden van de
                  D66-fractie nog enkele vragen. Enerzijds begrijpen deze leden de positie van de Minister,
                  want ook zij zien onze poldertraditie en erkennen de waarde hiervan voor Nederland.
                  Wel maken zij zich zorgen over de representativiteit van de klassieke polderpartijen,
                  bijvoorbeeld ten aanzien van de leeftijd van de leden van vakbonden, en vragen zij
                  welke gevolgen dit heeft voor werkenden die niet bij een vakbond zijn aangesloten
                  en zich niet herkennen in keuzes die worden gemaakt. De leden van de D66-fractie vragen
                  de Minister of zij deze zorgen deelt. Deze leden vragen ook aan de Minister hoe zij,
                  zowel op nationaal als op Europees niveau, gaat voorkomen dat de macht louter bij
                  de gevestigde partijen ligt. Hoe gaat zij zorgen voor goede representativiteit van
                  de sociale partners die werkenden vertegenwoordigen in de polder, zo vragen deze leden.
                  Voorts vragen zij hoe de Minister ervoor gaat zorgen dat alternatieven voor de klassieke
                  vakbonden ook meegenomen worden bij deze sociale dialoog in de Europese Unie.
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie maken graag van de gelegenheid gebruik tot het stellen
                  van vragen over de agendastukken voor de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid
                  van 12 juni 2023.
               
De leden van de CDA-fractie lezen dat er druk onderhandeld wordt over het Richtlijnvoorstel
                  Platformwerk. Het Zweeds voorzitterschap probeert tot een compromis te komen. Deze
                  leden vragen of de Minister voor wat betreft het weerlegbaar rechtsvermoeden het nu
                  voorliggende voorstel van het Zweedse Raadsvoorzitterschap kan plaatsen ten opzichte
                  van de tekst waarmee de Tsjechen afgelopen december een akkoord hoopten te bereiken.
                  Acht de Minister beide teksten vergelijkbaar in de mate waarin ze afwijken van het
                  oorspronkelijke voorstel van de Commissie? Hoe beoordeelt de Minister het voorstel
                  van Zweden en is dit in lijn met de inzet vanuit Nederland? De leden van de CDA-fractie
                  vragen of de lidstaten waarmee Nederland in oktober 2022 gezamenlijk een position
                  paper opstelde nog steeds samen optrekken in de onderhandelingen?
               
De leden van de CDA-fractie constateren dat de vaste commissie voor Sociale Zaken
                  en Werkgelegenheid (SZW) van het Europees parlement op 11 mei een resolutie aangenomen
                  heeft met de oproep om twee jaar na de Sociale Top in Porto vast te houden aan de
                  daar overeengekomen doelstellingen in het kader van de Europese Sociale Pijler. Deze
                  leden vragen hoe groot de kans is dat de Europese Unie (EU) in 2030 deze doelstellingen
                  in het kader van de Europese pijler van sociale rechten zal behalen. Deze leden hebben
                  vernomen dat de Minister recent heeft deelgenomen aan het «Porto Social Forum». Klopt
                  het dat bij deze gelegenheid een verklaring is aangenomen waarin de doelstellingen
                  vastgesteld tijdens de Sociale Top in Porto in mei 2021 opnieuw bevestigd worden?
                  Deze leden vragen of de Minister de verklaring aan de Kamer kan doen toekomen en de
                  status hiervan kan toelichten.
               
De leden van de CDA-fractie vragen naar een stand van zaken over de Verordening 883.
                  In de geannoteerde agenda lezen de leden van de CDA-fractie dat de Minister voorstelt
                  een variant hierop in te dienen, waardoor er een reflectieperiode komt voor de twee
                  controversiële hoofdstukken waarover lidstaten geen overeenstemming kunnen bereiken
                  (het werkloosheidshoofdstuk en het hoofdstuk over A1-verklaringen en detacheringen).
                  Is de verwachting dat hierdoor een akkoord bereikt kan worden op de overige vier hoofdstukken?
                  Zo ja, kan de Minister dit beargumenteren?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie hebben een vraag
                  omtrent het algoritmisch management. Deze leden vragen of Nederland mee kan gaan met
                  positie van het Europees parlement die ontslag door een algoritme verbiedt en niet
                  enkel recht op een zogeheten «human explanation» geeft. Zij vragen de Minister of
                  zij het uitgangspunt deelt dat dergelijk ingrijpende beslissingen niet door een algoritme
                  mogen worden genomen.
               
Daarnaast hebben de leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie
                  een vraag over het rechtsvermoeden. De leden vragen of Nederland zich ook in trilogen
                  wil inzetten om ervoor te zorgen dat de Belastingdienst en sociale zekerheidsdiensten
                  zich kunnen beroepen op het rechtsvermoeden.
               
II Antwoord/Reactie van de Minister
               
          Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
T. Kuzu, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 
              
                  Mede ondertekenaar
T.M. Meester-Schaap, adjunct-griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.