Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bontenbal, Boswijk en Inge van Dijk over de fiscale maatregelen voor de glastuinbouw
Vragen van de leden Bontenbal, Boswijk en Inge van Dijk (allen CDA), aan de Staatssecretaris van Financiën en de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Klimaat en Energie over de fiscale maatregelen voor de glastuinbouw (ingezonden 14 maart 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
mede namens de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Klimaat
en Energie (ontvangen 31 mei 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023,
nr. 2299.
Vraag 1 en 2
Bent u, net als wij, geschrokken van de uitkomsten van de impactanalyse van de voor
2025 voorgenomen fiscale maatregelen in de energiebelasting op de glastuinbouw door
Wageningen Economic Research (WEcR)?
Onderschrijft u de conclusies van WEcR dat a) de impact van de voorgestelde verhoging
van de energiebelasting zeer fors is en voor veel bedrijven betekent dat zij per 2025
diep in de rode cijfers terecht gaan komen en b) dat de periode tot 2025 voor veel
van deze bedrijven te kort is om verduurzamingsmaatregelen te nemen?
Antwoord 1 en 2
Het rapport van WEcR laat inderdaad zien dat de voorgenomen wijziging van de energiebelasting
een forse impact heeft op de glastuinbouw. Tegelijkertijd is met de sector in het
Convenant Energietransitie Glastuinbouw een ambitieuze reductie van broeikasgasemissies
overeengekomen. Om deze reductie te realiseren heeft het kabinet met de voorjaarsbesluitvorming
voor de glastuinbouw een combinatie van maatregelen aangekondigd. Dit betreft niet
alleen fiscale maatregelen, zoals WEcR deze in beeld heeft gebracht, maar ook subsidiemaatregelen
en de introductie van een individueel CO2-sectorsysteem. Het kabinet besluit in augustus 2023 op basis van een nog te verschijnen
impactanalyse eventueel tot een ingroeipad met substantiële stappen vanaf 2025. Toepassen
van een ingroeipad voor het afschaffen van het verlaagde tarief glastuinbouw vraagt
staatssteungoedkeuring van de Europese Commissie.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat ondernemers enerzijds mag worden gevraagd te verduurzamen,
maar dat zij daar anderzijds dan ook de tijd en de middelen voor krijgen? Is in dat
licht de aanpassing van de energiebelasting per 2025 een redelijke termijn waarop
ondernemers zich kunnen aanpassen?
Antwoord 3
Het kabinet wil er met een combinatie aan maatregelen inderdaad voor zorgen dat ondernemers
handelingsperspectief hebben om te verduurzamen. Van belang bij dit handelingsperspectief
zijn de tijd en middelen die ondernemers voorhanden hebben om te verduurzamen. Ten
aanzien van de fiscale maatregelen geldt dat deze volledig ingegroeid zijn per 2030
en dat het kabinet in augustus 2023 op basis van een nog te verschijnen impactanalyse
eventueel zal besluiten tot een ingroeipad met substantiële stappen vanaf 2025. Het
kabinet acht dit een redelijke termijn voor ondernemers. Daarnaast zijn er ook middelen
uit het Klimaatfonds beschikbaar voor energiebesparing en een regeling voor warmte-infrastructuur.
Vraag 4
Waarom is in de onderhandeling over het Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022–2030
aan de sector geen ruimte geboden om ook de tarieven van de energiebelasting onderdeel
van het gesprek te laten zijn? Klopt het dat de aanpassing van de energiebelasting
expliciet buiten de onderhandeling is gehouden vanuit de argumentatie dat daarover
in het coalitieakkoord afspraken zijn gemaakt? Is dat niet vreemd als er wel onderhandeld
is over een individueel CO2-systeem, voor individuele CO2-beprijzing?
Antwoord 4
In het coalitieakkoord is afgesproken om de zogenoemde WKK-inputvrijstelling te beperken
en het verlaagd tarief glastuinbouw af te schaffen. Daarbij geldt met name ten aanzien
van de eerste maatregel dat deze impact heeft op een groot aantal sectoren, niet alleen
de glastuinbouw. Wat dat betreft is het niet vreemd dat deze maatregelen als gegeven
worden beschouwd bij de verdere uitwerking van het Convenant Energietransitie Glastuinbouw.
Dit betekent niet dat er geen rekening wordt gehouden met de impact die deze fiscale
maatregelen hebben op de glastuinbouw. Bij de verdere uitwerking van het maatregelenpakket
wordt de impact van deze fiscale maatregelen wel degelijk meegenomen. Dit leidt er
bijvoorbeeld toe dat het individueel sectorsysteem minder scherp hoeft te worden ingericht.
Vraag 5 en 6
Klopt het dat de warmtekrachtkoppeling (WKK) een relatief efficiënte vorm van elektriciteitsproductie
is, onder andere vanwege de directe benutting van warmte, efficiënter dan een gas-
of kolencentrale? Bent u het ermee eens dat met het oog op de uitstoot van broeikasgassen,
met het oog op leveringszekerheid van elektriciteit en met het oog op de noodzaak
van voldoende flexibiliteit in het elektriciteitssysteem, WKK’s zoveel mogelijk in
bedrijf moeten blijven?
Is het mogelijk en wenselijk dat door de voorgestelde fiscale aanpassingen de WKK
minder gunstig in de merit order van elektriciteitsproductie terecht komt en dat dit
tot extra uitstoot in de elektriciteitssector leidt?
Antwoord 5 en 6
Het klopt dat warmtekrachtkoppeling in vergelijking met andere opwekkingsmethoden
een relatief efficiënte vorm van energieproductie is. Dit is destijds ook de rationale
geweest achter het fiscaal gunstige regime voor WKK’s. Tegelijkertijd is in de Klimaatwet
vastgelegd dat Nederland streeft naar een volledige CO2-neutrale elektriciteitsproductie in 2050. Bij deze ambitie past het geleidelijk uitfaseren
van fossiele elektriciteitsproductie. Daarom is het kabinet het voor de lange termijn
niet eens met de stelling voor wat betreft aardgasgestookte WKK.
WKK’s vervullen nu inderdaad een rol in de elektriciteits- en warmtemarkt en daarmee
dragen zij bij aan de leveringszekerheid van elektriciteit en warmte en leveren zij
flexibiliteitsdiensten. Er zijn echter alternatieven die een vergelijkbare rol kunnen
vervullen die – in tegenstelling tot WKK’s – CO2-vrij zijn (batterijen of bepaalde vormen van vraagsturing). Deze alternatieven zijn
echter nog niet in voldoende mate beschikbaar.
In de impactanalyse die nog verschijnt is ook aandacht voor de merit order en de bijbehorende
klimaateffecten. Het kabinet houdt bij de vormgeving van de maatregelen in de energiebelasting
rekening met het effect op de leveringszekerheid van elektriciteit en de klimaateffecten.
Vraag 7 en 8
Is het eerlijk dat een kleine glastuinder relatief, per hectare of per kilogram product,
meer energiebelasting betaalt dan een grote glastuinder?
Is het eerlijk dat een glastuinder met meerdere locaties voor deze verschillende locaties
steeds de eerste schijven van de energiebelasting moet doorlopen, terwijl een glastuinder
met hetzelfde areaal op één locatie relatief minder energiebelasting betaalt?
Antwoord 7 en 8
De energiebelasting kent een degressieve tariefstructuur en verschillende vrijstellingen.
In het Belastingplan 2023 zijn maatregelen genomen om de degressiviteit van de energiebelasting
te beperken, waardoor de lastenverdeling tussen kleine en grotere gebruikers van gas
en elektriciteit evenwichtiger wordt. Daarnaast is het kabinet voornemens om verschillende
vrijstellingen af te schaffen en/of te beperken.
Vraag 9
Bent u bereid te onderzoeken of een WKK in de glastuinbouw die gebruik maakt van biogas,
kan worden vrijgesteld van de inputbelasting (eventueel in combinatie met een aangepaste
SDE++ categorie)?
Antwoord 9
De inputvrijstelling elektriciteitsproductie geldt op dit moment niet alleen voor
installaties met een elektrisch rendement van minimaal 30 procent, maar ook voor installaties
waarbij uitsluitend door middel van hernieuwbare energie elektriciteit wordt opgewekt.
Daarmee geldt de inputvrijstelling ook voor installaties die uitsluitend op biogas
worden gestookt. Het kabinet is van plan de inputvrijstelling voor elektriciteitsopwekking
door middel van uitsluitend hernieuwbare energie te behouden.
Vraag 10
Bent u bereid met een aangepast voorstel voor aanpassing van de energiebelasting voor
de glastuinbouw te komen dat recht doet aan de snelheid waarmee glastuinders kunnen
verduurzamen, de rol die de glastuinbouw speelt in het produceren van gezond voedsel
en de rol die WKK’s spelen in het energiesysteem?
Antwoord 10
Het kabinet heeft een pakket aan maatregelen ter verduurzaming van de glastuinbouw
vastgesteld (o.a. voorjaarsbesluitvorming Klimaat, convenant Energietransitie Glastuinbouw
2022–2030). Een aantal maatregelen vraagt nadere uitwerking, waaronder toetsing bij
de Europese Commissie voor staatssteunaspecten. Het individuele CO2-sectorsysteem betreft hierbij de tegenprestatie voor een mogelijk ingroeipad van
het afschaffen van het verlaagd tarief in de energiebelasting. Mocht geen Europese
goedkeuring verkregen kunnen worden, dan beraadt het kabinet zich.
Bij de nadere uitwerking zal ook de impact van de fiscale maatregelen en de rol die
WKK’s spelen in het energiesysteem mee worden genomen. Voor de zomer wordt de Kamer
geïnformeerd over de uitwerking van de fiscale maatregelen voor de glastuinbouw die
anders uitpakken dan in het coalitieakkoord is voorzien, conform de toezegging aan
het lid Boswijk (CDA).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede namens
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.