Schriftelijke vragen : Het bericht dat artsen minder nieuwe kankermedicijnen gaan voorschrijven
Vragen van het lid Den Haan (Fractie Den Haan) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat artsen minder nieuwe kankermedicijnen gaan voorschrijven (ingezonden 17 mei 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Artsen gaan minder nieuwe medicijnen tegen kanker voorschrijven»?1
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat medisch specialisten gaan over de toepassing van medicijnen
en niet over de toelating van medicijnen?
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat criteria die bedoeld zijn/waren om de stand der wetenschap en
praktijk weer te geven en daarmee gebruikt konden worden voor de plaatsbepaling en
aanbeveling in de richtlijnen, gebruikt gaan worden als markttoelatingsinstrument?
Gaan artsen nu op de stoel van zorgverzekeraars zitten?
Vraag 4
Deelt u de mening dat aanscherping van deze criteria ertoe kan leiden dat zorgverzekeraars
middelen helemaal niet meer vergoeden? Zo ja, hoe taxeert u die ontwikkeling? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat met de aanscherping van de «Palliatief, Adjuvant, Specifieke
bijwerkingen, Kwaliteit van leven, Impact van de behandeling en Level of evidence»
(PASKWIL)-criteria medisch specialisten, in dit geval de oncologen, beslissen over
de toegankelijkheid van bepaalde middelen voor patiënten?
Vraag 6
Realiseert u zich dat, met de beslissing om de PASKWIL-criteria aan te scherpen, Nederland
scherpere grenzen stelt dan het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)? Zo ja, wat vindt
u daarvan?
Vraag 7
Bent u zich ervan bewust dat het aanscherpen van de criteria het onderzoeksklimaat
in Nederland zal doen veranderen, waarbij er een aanzienlijk risico is dat er minder
klinische studies met nieuwe behandelingen in Nederland uitgezet gaan worden, vooral
voor de groep patiënten voor wie er geen alternatieven meer zijn?
Vraag 8
Realiseert u zich dat dit betekent dat er aanzienlijk minder onderzoeksgelden beschikbaar
zullen zijn in Nederland en patiënten de kans mislopen om kosteloos een nieuwe behandeling
te mogen ontvangen in studieverband?
Vraag 9
Wat vindt u ervan dat Nederlandse patiënten, mogelijk meer dan nu het geval is, hulp
gaan zoeken in de ons omringende landen, waar bepaalde behandelingen wél beschikbaar
zullen zijn?
Vraag 10
Bent u het ermee eens dat er betere en veel effectievere oplossingen zijn om de kosten
in de zorg in te beperken?
Vraag 11
Bent u zich ervan bewust dat het aanscherpen en gebruiken van de criteria voor markttoelatingsdoeleinden,
de vrijheid van arts en patiënt ontneemt om te kiezen voor een voor passende behandeling?
Zo ja, wat vindt u daarvan?
Vraag 12
Kunt u toelichten waarom dit besluit is genomen zonder afstemming met vertegenwoordigers
van patiënten?
Vraag 13
Bent u bereid de Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie (NVMO) op te roepen
een pas op de plaats te maken en eerst de resultaten van de uitgebreide sluis af te
wachten?
Vraag 14
Welk effect heeft de aanscherping van NVMO-criteria op de precaire balans van toegankelijkheid
en betaalbaarheid van intramurale geneesmiddelen?
Vraag 15
Welke partijen zijn betrokken bij het proces vanaf EMA-goedkeuring tot aan het gebruik
van een nieuw oncologisch middel bij een patiënt? Welke rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden
hebben die partijen?
Vraag 16
Wie is volgens u verantwoordelijk voor tijdige en voldoende toegang tot nieuwe geneesmiddelen
voor mensen met kanker?
Vraag 17
Hoe ziet u uw eigen rol bij de toegang van nieuwe geneesmiddelen tegen kanker voor
behandelaars en patiënten?
Vraag 18
Hoe gaat u de onzekerheid over toegang bij patiënten en behandelaars ná de sluis beperken?
Vraag 19
Hoe denkt u op te vangen dat er naar verwachting zo’n 20% minder (of zelfs nog minder)
nieuwe geneesmiddelen beschikbaar komen voor behandeling?
Vraag 20
Hoe waarborgt u dat het gehele traject vanaf EMA-goedkeuring tot gebruik bij patiënten
zorgvuldig en voortvarend verloopt en niet alleen de sluis? Welke eisen worden gesteld
aan die post-sluisperiode en wie handhaaft deze?
Vraag 21
Is dit besluit van de NVMO conform haar eigen statuten?
Vraag 22
Hoe verhoudt het strikter beoordelen van nieuwe oncologische middelen (die al uit
de sluis zijn na het bereiken van een prijsakkoord) zich tot de ambities van het Nederlands
Kankercollectief om de impact van kanker op de samenleving te verminderen?
Vraag 23
Welke rol speelt de NVMO bij het tot stand brengen van de Nationale Kankeragenda?
Vraag 24
Welke rol speelt de Kamer bij de invulling en implementatie van de Nationale Kankeragenda?
Vraag 25
Heeft u zicht op welke besparing dit besluit oplevert, maar ook welke kosten er op
langetermijn bijkomen? Zo niet, bent u bereid dat te onderzoeken? Zo niet, waarom
niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
N.L. den Haan, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.