Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Strolenberg over pesten op het werk naar aanleiding van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2022
Vragen van het lid Strolenberg (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over pesten op het werk (ingezonden 19 april 2023).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 15 mei
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2022 van Nederlandse
organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) en Centraal Bureau
voor de Statistiek (CBS), waarin staat dat 5% van alle werknemers in Nederland weleens
te maken heeft met pesten op het werk?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw visie op de aanpak van pesten op het werk?
Antwoord 2
Alle werkenden hebben recht op een werkomgeving waarin zij zich veilig voelen. Wederzijds
respect en goede omgangsvormen horen daarbij. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar is het
niet altijd. Pesten op het werk is een hardnekkig probleem en heeft grote impact op
de gepeste, de collega’s en de organisatie.
Werkgevers dragen de verantwoordelijkheid om alle vormen van ongewenst gedrag, waaronder
pesten, gezamenlijk met werknemers tegen te gaan. Hierbij zijn zowel wettelijke verplichtingen,
zoals het opstellen van een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) en handhaving
door de Nederlandse Arbeidsinspectie, als het creëren van gezamenlijke bewustwording
dat pesten op het werk onacceptabel is van belang.
Leidinggevenden hebben een belangrijke rol om pesten te voorkomen.
Zij hebben een voorbeeldfunctie en zetten de norm neer. Om pestgedrag in de organisatie
te voorkomen is het noodzakelijk dat de leidinggevenden duidelijk maken dat pestgedrag
niet wordt getolereerd. Ook omstanders hebben een belangrijke rol bij het voorkomen
en bestrijden van pesten, bijvoorbeeld door het te signaleren en onder de aandacht
te brengen van leidinggevende, van elkaar of een vertrouwenspersoon.
Gezamenlijk creëren collega’s een veilige en gezonde werkcultuur. Door middel van
open communicatie en dialoog tussen werkgevers en werknemers kan ongewenst gedrag
(preventief) worden aangepakt.
Vraag 3
Welke maatregelen heeft u getroffen om werkgevers te stimuleren om een beleid te voeren
tegen pesten op de werkvloer?
Antwoord 3
Werkgevers zijn primair verantwoordelijk voor het creëren van een gezonde en veilige
werkomgeving voor hun werknemers. Werkgevers zijn volgens de Arbeidsomstandighedenwet
(Arbowet) verplicht om beleid vast te stellen om psychosociale arbeidsbelasting (PSA)
te voorkomen, dan wel te beperken.2 Daaronder valt ook pesten. Middels een RI&E dienen werkgevers de arbeidsrisico’s,
zoals pesten, in kaart te brengen en te mitigeren met een bijbehorend plan van aanpak
met maatregelen. Ook werknemers hebben hierbij een rol.
Werknemers werken mee aan de opstelling van een RI&E en zijn medeverantwoordelijk
voor het creëren van een gezonde en veilige werkomgeving.
De overheid ondersteunt werkgevers in de uitvoering hiervan. Zo zet ik in op het volgende:
– Er zijn diverse tools en hulpmiddelen voor werkgevers en werknemers ontwikkeld om
pesten op het werk tegen te gaan, zoals een Wegwijzer Pesten, een Wegwijzer Vertrouwenspersoon
en een Zelfinspectietool werkdruk en ongewenst gedrag. Werkgevers kunnen deze tools
en hulpmiddelen vinden via het Arboportaal.3
– Daarnaast ondersteun ik met het meerjarenprogramma RI&E kleinere bedrijven om de naleving
en de kwaliteit van de RI&E te vergroten. Deze bedrijven hebben het vaakst geen RI&E
en bijbehorend plan van aanpak. Recent is aan de online tool4 een module toegevoegd, waarmee de werkgever eenvoudig psychosociale arbeidsbelasting
(PSA) risico’s kan herkennen en opnemen in zijn RI&E. Pesten op de werkvloer is een
vorm van ongewenst gedrag die valt onder PSA. Momenteel werk ik aan een module die
werkgevers ondersteunt om op een goede manier de dialoog te voeren t.b.v. het opstellen
van een RI&E. Dit voorjaar ontvangt uw Kamer de derde voortgangsbrief over het Meerjarenprogramma.
– Begin 2021 is het meerjarenprogramma Brede Maatschappelijke Samenwerking burn-outklachten
(BMS) van start gegaan. Dit programma richt zich op het voorkomen en aanpakken van
oorzaken van burn-outklachten en PSA, waaronder ook pesten. In dat kader is onder
meer een Kenniskring PSA ingesteld waarbij werkgevers, werknemers, arboprofessionals,
onderzoekers en andere belanghebbenden ervaringen en goede voorbeelden uitwisselen
over het aanpakken en voorkomen van PSA. Begin 2023 heb ik uw Kamer geïnformeerd over
de voortgang van de BMS.5
– In het kader van het nationaal actieprogramma aanpak seksueel grensoverschrijdend
gedrag en seksueel geweld6 verken ik het verplichten van een gedragscode en een adequate klachtenafhandeling
voor werkgevers.
– Tot slot omarmt het kabinet het initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks om een vertrouwenspersoon
ongewenste omgangsvormen te verplichten voor werkgevers, zodat alle werknemers laagdrempelig
en vertrouwelijk bij iemand terecht kunnen als zij op het werk ongewenst gedrag ervaren,
waaronder pesten. De vertrouwenspersoon begeleidt, informeert en vangt werknemers
op. De vertrouwenspersoon werkt de-escalerend en kan in een vroeg stadium bijdragen
aan oplossingen, onder andere door werkgever en werknemers te adviseren op het gebied
van preventie. De vertrouwenspersoon is een effectieve maatregel om invulling te geven
aan het beleid van de werkgever om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of
tegen te gaan. Het initiatiefwetsvoorstel wordt momenteel behandeld in uw Kamer.
Vraag 4
Welke rol ziet u weggelegd voor werkgevers en werknemers in het voorkomen en aanpakken
van pesten op het werk?
Antwoord 4
Niet alleen werkgevers, maar ook werknemers hebben een verantwoordelijkheid bij het
organiseren van een gezonde en veilige werkomgeving. Zij zijn op basis van de Arbowet
verplicht om naar vermogen zorg te dragen voor een veilige werkomgeving, waarin zij
niet pesten en er niet gepest wordt, de eigen gezondheid en de werkgever te informeren
over gesignaleerde risico’s7, zoals pestgedrag op het werk.
Een goede wisselwerking tussen werkgever en werknemers is nodig voor een gezonde en
veilige werkomgeving. Zij maken gezamenlijk duidelijk dat pestgedrag op de werkvloer
niet geaccepteerd wordt en geven zelf het goede voorbeeld. Daarom is het van belang
dat werkgevers en werknemers bij elke stap van de RI&E met elkaar in gesprek zijn:
het gezamenlijk in kaart brengen van de arbeidsrisico’s, het opstellen van een plan
van aanpak met maatregelen en het implementeren en evalueren van de uitvoering van
de maatregelen.
Ook kunnen werknemers, net zoals werkgevers, gebruik maken van de diverse tools en
hulpmiddelen, zoals een Wegwijzer Pesten en een Wegwijzer Vertrouwenspersoon. Zij
kunnen deze tools en hulpmiddelen vinden via het Arboportaal.8 Verder kunnen zij deelnemen aan de Kenniskring PSA9 om kennis en ervaringen uit te wisselen en handvatten aangereikt te krijgen om ongewenst
gedrag preventief tegen te gaan.
Vraag 5
Welke sancties gelden er momenteel voor werkgevers die onvoldoende actie ondernemen
om pesten op het werk tegen te gaan?
Antwoord 5
De RI&E vormt de basis voor de Nederlandse Arbeidsinspectie bij de controle op PSA
bij werkgevers. De Nederlandse Arbeidsinspectie houdt daar toezicht op en doet dat
risicogericht en programmatisch. Indien de Nederlandse Arbeidsinspectie tijdens het
uitvoeren van een controle vaststelt dat een werkgever onvoldoende maatregelen heeft
genomen om ongewenst gedrag op de werkvloer te voorkomen, wordt er een eis tot naleving
gegeven. Als bij herinspectie blijkt dat er geen gevolg is gegeven aan de eis tot
naleving, kan als sluitstuk op het toezicht een bestuurlijke boete volgen. Het volledig
ontbreken van een RI&E is overigens een direct beboetbare overtreding waarbij de boete
kan oplopen tot € 4.500,-.
Vraag 6
Welk inzicht heeft u in de omvang van pesten op het werk in Nederland op dit moment
en hoe dit zich verhoudt tot andere landen in Europa?
Antwoord 6
Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2022 van TNO en CBS blijkt dat
5% van de werknemers in Nederland te maken heeft met pesten op het werk. Pesten op
het werk gebeurt vaker door collega’s en leidinggevenden (intern – 4%) dan door klanten
(extern – 1%). Pesten, zowel intern als extern, wordt het meest ervaren door werknemers
in de sector vervoer en opslag, namelijk 7,1%. Ook binnen de horeca (5,7%), het openbaar
bestuur (5,6%), het onderwijs (5,4%) en de culturele sector (5,4%) komt pesten relatief
vaak voor.
In 2015 gaf 5,3% van de Europese werknemers aan te maken te hebben gehad met pesten/intimidatie
op het werk.10 In Nederland lag dit percentage destijds op 7,9%. In Frankrijk gaf 12,8% van de werknemers
aan te maken te hebben gehad met pesten/intimidatie op het werk, in Luxemburg 9,9%
en in België 8,3%. In Denemarken en Duitsland lag dit percentage wat lager, namelijk
respectievelijk 3,9% en 5,1%.
Er is geen recent Europees vergelijkend onderzoek uitgevoerd naar pesten op het werk.
Wel is er in 2021 Europees vergelijkend onderzoek gedaan naar grensoverschrijdend
gedrag op het werk. Uit de onderzoeksresultaten volgt dat er aanzienlijke verschillen
zijn tussen landen in Europa wat betreft de mate waarin werknemers grensoverschrijdend
gedrag ervaren, van 6% in Italië tot 25% in Denemarken. In Nederland gaf gemiddeld
20% aan te maken te hebben gehad met grensoverschrijdend gedrag. Het is op basis van
dit onderzoek niet mogelijk om de uitkomsten uit te splitsen naar specifieke vormen
van grensoverschrijdend gedrag, zoals pesten.11
Vraag 7
In hoeverre is er kennis en expertise op het gebied van pesten op het werk bij werkgevers
en werknemers? Bent u van plan hierin te faciliteren?
Antwoord 7
Er is geen onderzoek waaruit blijkt welke kennis en expertise aanwezig is bij werkgevers
en werknemers op het gebied van pesten op het werk.
Wel is bekend dat werkgevers het lastig vinden om PSA, waaronder pesten, te herkennen
en ook om dit vervolgens aan te pakken.12 Werkgevers zijn verantwoordelijk om hier beleid op te voeren en te zorgen voor een
gezonde en veilige werkomgeving. Zij zijn ook verantwoordelijk om waar dat nodig is
de nodige expertise aan te boren om pesten als onderdeel van PSA tegen te gaan.
Zoals hierboven gesteld ondersteunt de overheid werkgevers hierbij, door middel van
handreikingen, wegwijzers, de Kenniskring PSA en online modules om werkgevers te ondersteunen
bij het opstellen van een goede RI&E en bijbehorend plan van aanpak. Daarnaast biedt
de NLA haar Zelfinspectietool aan.13
De komende periode breng ik de tools en hulpmiddelen opnieuw onder de aandacht via
sociale media en de Kenniskring, zodat werkgevers beter weten wat zij moeten doen
om aan hun wettelijke verplichting te voldoen om te zorgen voor een veilige en gezonde
werkomgeving.
Vraag 8
Welke acties heeft u genomen om de bevindingen uit het onderzoek «Wat is pesten op
het werk?» van TNO uit 2015 te implementeren?14
Antwoord 8
Mijn ambtsvoorganger heeft destijds ingezet op het stimuleren en faciliteren van bedrijven
bij het komen tot een effectieve aanpak van ongewenste omgangsvormen en pesten, onder
meer door de ontwikkeling van handreikingen en het organiseren van themadagen. Zo
is er een Wegwijzer voor de aanpak van pesten ontwikkeld en is er materiaal beschikbaar
gesteld om pestgedrag bespreekbaar te maken (zoals korte filmpjes). Ook is er een
roadmap voor de aanpak van ongewenste omgangsvormen en pesten ontwikkeld om ondernemingsraden
te ondersteunen bij hun rol hierbij. Om de bewustwording en agendering van het thema
verder te verspreiden en te bestendigen, wordt gebruik gemaakt van bewustwordingscampagnes.
De tools en instrumenten zijn te vinden op het Arboportaal.15 Het pakket aan maatregelen heeft sindsdien als speerpunten: (1) Stimuleren en faciliteren
dat bedrijven preventieve maatregelen tegen ongewenst gedrag nemen, (2) Bevorderen
dat werknemers bij iemand terecht kunnen wanneer zij zich onveilig voelen en (3) Inspecteren
op beleid rondom ongewenste omgangsvormen door de Arbeidsinspectie.
Vraag 9
Is de impact gemeten van de campagne «Herken Pesten» uit 2015 door toenmalig Minister
Asscher? Zo ja, wat zijn de uitkomsten en wat gaat u nu doen om meer werkgevers te
bereiken?
Antwoord 9
Naar de campagne «Herken Pesten» uit 2015 is een beknopte campagne-effectmeting gedaan.
Hieruit bleek dat de campagne goed heeft gescoord qua bereik, waardering en boodschapoverdracht.16 Ook vonden werknemers en werkgevers de campagne duidelijk en geloofwaardig en waren
zij emotioneel geraakt. In mijn antwoorden op vragen 2, 3 en 4 heb ik aangegeven welke
acties ik onderneem om PSA, waaronder pesten op het werk, tegen te gaan.
Vraag 10
Is er ook al eens een vervolgonderzoek gedaan naar de financiële gevolgen van pesten
op het werk en wat zijn hiervan de uitkomsten?
Antwoord 10
Uit het TNO-onderzoek van 2015 naar de financiële gevolgen van pesten op het werk
bleek dat pesten naar schatting zorgt voor vier miljoen extra verzuimdagen per jaar,
wat resulteert in 900 miljoen euro aanvullende kosten aan loondoorbetaling voor werkgevers.17 Er is geen recenter onderzoek uitgevoerd naar de financiële gevolgen van pesten op
het werk. Wel kwam in de Arbobalans 2020 naar voren dat 64% van de werkgerelateerde
verzuimkosten (6 miljard euro) door PSA wordt veroorzaakt.18 Welk deel hiervan specifiek veroorzaakt wordt door pesten is uit deze gegevens niet
af te leiden.
Vraag 11
Zijn er plannen om het bewustzijn van pesten op de werkvloer te vergroten en werknemers
en werkgevers te voorzien van informatie over hoe ze dit probleem kunnen aanpakken?
Zo ja, welke?
Antwoord 11
Via het Arboportaal zijn verschillende tools en hulpmiddelen beschikbaar voor werkgevers
en werknemers om pestgedrag op de werkvloer tegen te gaan.
De komende tijd ga ik deze tools en hulpmiddelen opnieuw onder de aandacht brengen
door ze te delen met de sociale partners en via sociale media. Tijdens de volgende
Kenniskringbijeenkomsten, die ik organiseer in het kader van de BMS, zal ik de tools
ook opnieuw onder de aandacht brengen van de deelnemers.
Vraag 12
Op welke wijze gaat u ervoor zorgen dat de aanpak van pesten op het werk hoog op de
agenda blijft staan bij werkgevers, werknemers en andere betrokken partijen?
Antwoord 12
Het kabinet onderneemt verschillende acties om werkgevers en werknemers te ondersteunen
bij het bestrijden van PSA, waaronder pesten op het werk. Er zijn diverse hulpmiddelen
en tools voor werkgevers en werknemers op het Arboportaal gepubliceerd en via het
meerjarenprogramma Brede Maatschappelijke Samenwerking Burn-outklachten (BMS) wordt
ingezet op het voorkomen van burn-outklachten onder werkenden. Ook worden kleinere
bedrijven ondersteund bij het opstellen van de RI&E via het meerjarenprogramma RI&E.
Via het nationaal actieprogramma aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel
geweld wordt ingezet op het stimuleren van een veilige werkomgeving voor iedereen
in Nederland.
Om de aanpak van pesten op het werk verder hoog op de agenda te houden bij werkgevers,
werknemers en andere betrokken partijen ga ik de komende tijd de ontwikkelde tools
en hulpmiddelen over pesten op het werk weer actief onder de aandacht brengen door
ze te delen met de sociale partners en arboprofessionals via de daarvoor gebruikelijke
communicatiekanalen. Tijdens de volgende Kenniskringbijeenkomsten die ik organiseer
in het kader van de BMS, zal ik de tools en hulpmiddelen ook onder de aandacht brengen
van de aanwezige werkgevers, werknemers, arboprofessionals, onderzoekers en andere
deelnemers.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.