Schriftelijke vragen : Toezicht op Persoonsgebonden Budget (PGB)-wooninitiatieven
Vragen van de leden Westerveld (GroenLinks) en Werner (CDA) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over toezicht op Persoonsgebonden Budget (PGB)-wooninitiatieven (ingezonden 8 mei 2023).
Vraag 1
Heeft u de uitzendingen van Undercover in Nederland op 23 en 30 april jongstleden
bekeken?
Vraag 2
Hoe verhoudt uw antwoord op de vorige schriftelijke vragen waarin u stelde dat de
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) voor het eerst op de hoogte werd gesteld
van misstanden bij Aurora Borealis op 3 oktober 2022 door een van de bestuurders,
zich tot de uitzending van Undercover in Nederland waaruit blijkt er in 2020 en in
het voorjaar van 2022 al melding was gemaakt van mishandeling (waaronder waterboarding)?
Zijn er buiten deze meldingen andere meldingen of signalen binnengekomen bij een van
de betrokken instanties of het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport?1
Vraag 3
Wat zijn de mogelijke verklaringen dat eerder gedane meldingen niet in het systeem
van de IGJ staan, zeker waar het zeer ernstige mishandelingen betreft bij kwetsbare
cliënten? Hoe kan het dat op meerdere momenten (2020 en voorjaar 2022) meldingen over
mishandelingen bij de IGJ niet zijn opgeslagen en opgevolgd?
Vraag 4
Zijn eerdere situaties bekend waarbij meldingen van mishandeling of (seksueel) grensoverschrijdend
gedrag niet goed in de systemen terecht zijn gekomen en er later alsnog is ingegrepen
door de IGJ? Zo ja, hoe vaak is dit gebeurd?
Vraag 5
Wat is de tijdsplanning van het onderzoek van de IGJ naar het niet kunnen terugvinden
van meldingen in de systemen? Wanneer kunnen de uitkomsten worden verwacht? Wat gaat
de IGJ doen om ervoor te zorgen dat eenzelfde situatie zich niet meer zal voordoen?
Vraag 6
Erkent u dat de IGJ op basis van het telefoontje van de bestuurder op 3 oktober 2022
al actie had kunnen ondernemen? Waarom is dit niet gebeurd? Erkent u dat dit de schijn
heeft van een gebrek van gevoel van urgentie?
Vraag 7
Hoe verhoudt uw antwoord op vraag 6, 7 en 8 in bovengenoemde vragen, waarin u stelt
dat de IGJ «geen nadere informatie over de ernst en omvang van de situatie [heeft]
gekregen», zich tot de zinnen ervoor waarin u aangeeft dat de heer Stegeman op 8 november
2022 al telefonisch aangaf dat hij misstanden had ontdekt en er sprake was van mishandeling?
Deelt u de mening dat het dan al volstrekt helder moet zijn dat er sprake is van een
ernstige situatie waarnaar op z’n minst meteen een fysiek bezoek nodig is? Waarom
is dat niet gebeurd?
Vraag 8
Erkent u dat op basis van de telefonische melding van de heer Stegeman vastgesteld
had kunnen worden dat de situatie dermate ernstig was en dat een zo spoedig mogelijk
beëindiging van de situatie moest worden nagestreefd?
Vraag 9
Waarom is naar aanleiding van het telefoontje van de heer Stegeman op 8 november 2022
alleen aan de politie verzocht om meer informatie te geven? Is door de IGJ of het
Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport geprobeerd om van de heer Stegeman/de
redactie van Undercover in Nederland meer informatie te krijgen, gegeven de situatie
waarin deze kwetsbare cliënten mogelijk verkeerden? Is in tussentijd contact gezocht
met familieleden of wettelijk vertegenwoordigers? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Zijn er tussen 14 en 29 december 2022 meldingen binnengekomen bij de IGJ? Zo ja, wat
is er met deze meldingen gedaan?2
Vraag 11
Hoe kan het dat uit de uitzending bleek dat de mishandelingen op papier zijn gezet
in dagrapporten, maar die dagrapporten kennelijk nooit door externen zijn gelezen?
Wat zegt dit over het toezicht?
Vraag 12
Hoe ziet de meld- en klachtenprocedure over PGB-wooninitiatieven er bij de IGJ uit?
Hoe worden meldingen geregistreerd? Wordt onderscheid gemaakt tussen telefonische
meldingen en meldingen via de mail? Vindt er altijd een terugkoppeling plaats?
Vraag 13
Deelt u de mening dat het absurd is om de nadruk te leggen op proactief wanneer het
om mensen gaat die een (meervoudige) beperking hebben, en zodoende vaak minder mobiel
zijn, moeite hebben om zich te uiten en niet zelfstandig een computer of telefoon
kunnen bedienen? Zo ja, waarom wordt telkens dit aspect benadrukt in de communicatie
vanuit de IGJ en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport? Zo nee, hoe
gaat u zorgen dat deze mensen zelf aan de bel kunnen trekken?
Vraag 14
Deelt u de mening dat het toezicht anders georganiseerd dient te worden, aangezien
mensen met een (meervoudige) handicap vaak niet zelf aan de bel kunnen trekken? Vindt
u ook dat juist deze groep mensen die volledig afhankelijk is van anderen, extra bescherming
nodig heeft om misstanden te voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit
regelen?
Vraag 15
Deelt u de mening dat onafhankelijke en gespecialiseerde cliëntvertrouwenspersonen,
met regelmaat een bezoek zouden moeten brengen aan mensen met een (meervoudige) handicap
die in instellingen of PGB-wooninitiatieven verblijven? Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven?
Zijn er voldoende vertrouwenspersonen om dit op te kunnen pakken?
Vraag 16
Heeft het zorgkantoor ook driejaarlijkse gesprekken gevoerd over de kwaliteit van
de zorg met de budgethouders, zoals verplicht is blijkens uw antwoorden op de eerdere
vragen? Wat waren de conclusies van die gesprekken en hoe is er aan die conclusies
vervolg gegeven?
Vraag 17
Hoe worden die kwaliteitsgesprekken vormgegeven als de cliënt de financiële zaken
niet zelf regelt? Deelt u de mening dat medewerkers van het Zorgkantoor dan zowel
met de budgethouder als de cliënt zou moeten spreken?
Vraag 18
Hoe kan het, dat terwijl uit jaarverslagen van de IGJ blijkt dat de gehandicaptensector,
samen met de jeugdzorg, de meeste meldingen binnenkomen over (seksueel) grensoverschrijdend
gedrag, dit niet heeft geleid tot meer toezicht, óók bij (kleinschalige) wooninitiatieven?3
Vraag 19
Bent u op de hoogte van het rapport en de aanbevelingen van Commissie de Winter, die
onderzoek heeft gedaan naar misstanden in de jeugdzorg vanaf 1945?
Vraag 20
Deelt u de mening dat het wenselijk is om ook voor de gehandicaptenzorg een grootschalig
onderzoek in het leven te roepen naar de aard en omvang van misstanden in de gehandicaptenzorg,
in de wetenschap dat het aantal meldingen bij de IGJ vergelijkbaar is en het om een
doelgroep gaat die afhankelijk is van anderen? Zo nee, waaruit maakt u op dat de misstanden
in de gehandicaptenzorg een minder forse omvang zouden hebben?
Vraag 21
Hoe is het toezicht op PGB-wooninitiatieven georganiseerd als deze niet geregistreerd
zijn en dus niet allemaal in het zicht zijn van de IGJ? Betekent dit dat er alleen
toezicht is op de PGB-wooninitiatieven die zijn ontstaan vanaf 1 januari 2022, zoals
blijkt uit de antwoorden op de eerder gestelde vragen en dus onder de meldplicht voor
nieuwe toetreders vallen? Als dat het geval is, hoe werd het toezicht dan voor 2022
uitgevoerd? Was dat puur op basis van meldingen?
Vraag 22
Ziet u mogelijkheden om alle PGB-wooninitiatieven de verplichting op te leggen om
zich aan te melden, niet alleen nieuwe initiatieven? Zeker als het wooninitiatieven
betreft met kwetsbare cliënten, zoals bij zorgboerderij Aurora Borealis het geval
was? Zo nee, waarom niet?
Vraag 23
Waarom is het aantal onaangekondigde Inspectiebezoeken flink gedaald, zoals blijkt
uit de cijfers van de IGJ?4
Vraag 24
Hoe verhoudt uw antwoord waarin u stelt dat de korting van vijf miljoen euro geen
effect heeft op het aantal inspecteurs, zich tot het werkplan van de IGJ waarin de
volgende passage staat: «De IGJ wordt geconfronteerd met een korting van € 5 miljoen.
Dit betref een algemene korting, waarvoor scherpe keuzes gemaakt zullen moeten worden.
Concreet betekent dit dat er voor het toezicht minder inspecteurs zullen zijn»?5
Vraag 25
Hoeveel inspecteurs waren er in het bezoek-team van de afdeling gehandicaptenzorg
werkzaam in 2021, voor de bezuiniging van € 5.000.000? Hoeveel zijn dat er nu?6
Vraag 26
Waarom wordt er structureel vijf miljoen euro bezuinigd terwijl slechts incidenteel
en met redenen de kosten tijdens de coronaperiode lager uitvielen voor de IGJ?
Vraag 27
Wat is de door de IGJ verwachte afname van het aantal inspecteurs door de vijf miljoen
euro korting?
Vraag 28
Waarom kiest u ervoor om de algemene korting ten koste te laten gaan van het aantal
inspecteurs, terwijl het toezicht door de IGJ op PGB-wooninitiatieven door capaciteitsbeperkingen
reeds uitsluitend plaatsvindt naar aanleiding van meldingen van misstanden?7
Vraag 29
Hoe schat u in dat de extra capaciteit van zes inspecteurs voor de jaren 2023–2026
zich verhoudt tot de hoeveelheid te verwerken meldingen? Kan overal op bezoek worden
gegaan als dit wenselijk wordt geacht?
Vraag 30
Waarom wordt het aantal inspecteurs tijdelijk en niet structureel uitgebreid? Waarom
verwacht u dat het aantal inspecteurs na 2026 weer kan worden teruggeschroefd?
Vraag 31
Gaat u deze «extra» capaciteit ook inzetten om bezoeken af te leggen bij PGB-wooninitiatieven?
Gebeurt dat alleen naar aanleiding van meldingen, of vindt u dat het bij PGB-wooninitiatieven,
die door iedereen opgericht kunnen worden, in ieder geval wenselijk is dat de IGJ
eens langsgaat? Deelt u de mening dat dit bij Aurora Borealis, ook zonder registratie
van eerder genoemde meldingen, veel sneller had kunnen leiden tot een einde van de
mishandelingen, aangezien de mishandelingen stonden beschreven in de dagverslagen?
Vraag 32
Waarom zijn slachtoffers en naasten zelf verantwoordelijk voor juridische bijstand,
zoals u aangeeft in de beantwoording van de vragen? Deelt u de mening dat het voor
mensen met een meervoudige beperking onmogelijk is om zelf op zoek te gaan naar rechtsbijstand
en dat datzelfde kan gelden voor familieleden/naasten die in een zeer complexe en
emotioneel zware situatie zijn terechtgekomen?
Vraag 33
Hoeveel ouders/wettelijk vertegenwoordigers hebben een advocaat of een andere vorm
van juridische hulp gevonden?
Vraag 34
Deelt u de mening dat helpen met van financieringsmogelijkheden voor een civielrechtelijke
zaak of een slachtofferadvocaat het minste is dat voor hen geregeld zou moeten worden?
Zo ja, wat gaat u doen?
Vraag 35
Wat is er gedaan om (psychische) nazorg aan cliënten en hun naasten te regelen?
Vraag 36
Hebben alle slachtoffers nu een passende plek met goede en liefdevolle zorg gevonden?
Indieners
-
Gericht aan
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport -
Indiener
Lisa Westerveld, Kamerlid -
Medeindiener
L.M. Werner, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.