Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Idsinga over het artikel ''Huiseigenaren geschokt door hoge WOZ-taxaties: 'Makkelijk scoren door schuld bij bezwaarbureaus te leggen"
Vragen van het lid Idsinga (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) over het bericht «Huiseigenaren geschokt door hoge WOZ-taxaties: «Makkelijk scoren door schuld bij bezwaarbureaus te leggen»» (ingezonden 17 maart 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 8 mei 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr.
2273.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Huiseigenaren geschokt door hoge WOZ-taxaties: «Makkelijk
scoren door schuld bij bezwaarbureaus te leggen»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat vier op de tien huiseigenaren die bezwaar maken tegen een WOZ-taxatie,
in het gelijk worden gesteld? Zo ja, welke verklaring heeft u hiervoor?
Antwoord 2
Ja. Dit komt op hoofdlijnen overeen met de cijfers die de Waarderingskamer heeft gepubliceerd
over het jaar 2021. Van de bezwaarschriften die in 2021 zijn ingediend tegen de WOZ-waarde
van een woning is namelijk 39,4% gehonoreerd. Dat betekent dat de WOZ-waarde is veranderd
bij 39,4% van de WOZ-waarden van woningen waartegen bezwaar is gemaakt. Nu in 2021
tegen 3,2% van de woningen bezwaar is gemaakt, is de WOZ-waarde dus bij 1,3% van de
woningen aangepast. Ten aanzien van de bezwaarschriften die in 2022 zijn ingediend,
zijn deze cijfers nog niet bekend.
De WOZ-waarde van een woning wordt bepaald door op systematische manier de te taxeren
woning te vergelijken met verkoopcijfers van vergelijkbare woningen. Om woningen goed
te vergelijken wordt gekeken naar overeenkomsten en verschillen wat betreft primaire
objectkenmerken, zoals het type woning en de ligging, en secundaire objectkenmerken,
zoals de kwaliteit, het onderhoudsniveau en de ligging (ten opzichte van zon, water,
etc.). De reden dat gemeenten bij een heroverweging van de WOZ-waarde in het kader
van een bezwaar tot een andere inschatting komen, ligt voor een deel aan het feit
dat de geregistreerde objectkenmerken soms niet meer correct blijken te zijn. Dit
betreft dan met name onjuistheden in de secundaire objectkenmerken, zoals de onderhoudstoestand
van de woning en de kwaliteit van de woonvoorzieningen. Dergelijke objectkenmerken
zijn onderhevig aan verandering en gemeenten hebben daar op het moment van beschikken
niet altijd zicht op.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat dit percentage te hoog ligt? Deelt u de mening dat dit percentage
erop kan duiden dat de kwaliteit van veel WOZ-taxaties ondermaats is en veel huiseigenaren
hierdoor te hoog worden aangeslagen en dus teveel belasting betalen over hun eigen
woning?
Antwoord 3
Ja, dit percentage ligt hoog. Gemeenten streven ernaar om WOZ-waarden zo correct mogelijk
vast te stellen. Zoals in het antwoord op vraag 2 aangegeven, is dat echter niet altijd
mogelijk. Het is daarom van belang dat belanghebbenden laagdrempelig hun bezwaren
kenbaar kunnen maken. Zoals het kabinet heeft aangekondigd, wordt daarom bijvoorbeeld
verkend of informeel contact voorafgaand aan bezwaar wettelijk kan worden geregeld.
In de praktijk zetten gemeenten hier al op in. Op de website Hoe kan ik controleren of de WOZ-waarde klopt? | Rijksoverheid.nl van de rijksoverheid staat overigens uitgelegd hoe belanghebbenden kunnen controleren
of hun WOZ-waarde klopt en wat belanghebbenden kunnen doen als ze het niet eens zijn
met de vastgestelde WOZ-waarden. Dankzij de kwaliteit van de gemeentelijke werkzaamheden
en het benutten van de laagdrempelige toegang tot bezwaar of informeel contact kan
niet gezegd worden dat een significant aantal woningeigenaren teveel belasting betaalt
als gevolg van een onjuiste WOZ-waarde. Het grootste deel van de initieel getaxeerde
WOZ-waarden van woningen blijft in stand.
Vraag 4
Hoeveel gemeenten of samenwerkingsverbanden hebben geen ¨goede¨ beoordeling van de
Waarderingskamer gekregen?
Antwoord 4
De Waarderingskamer controleert en beoordeelt jaarlijks aan de hand van een groot
aantal criteria op diverse aspecten of gemeenten dan wel samenwerkingsverbanden de
Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) goed uitvoeren. Dit resulteert in een algemeen
oordeel waarbij vier categorieën worden gehanteerd: «Goed», «Voldoende», «Moet op
onderdelen verbeterd worden» en «Moet dringend verbeterd worden». «Goed» en «Voldoende»
betekent dat de gemeente of het samenwerkingsverband van gemeenten de WOZ-uitvoering
voldoende zorgvuldig uitvoert. «Moet op onderdelen verbeterd worden» en «Moet dringend
verbeterd worden» betekent dat er sprake is van onderdelen waar men niet voldoet aan
de eisen. Eind 2022 hadden 250 gemeenten het algemeen oordeel «Goed» gekregen, 85
gemeenten het oordeel «Voldoende», 9 gemeenten het oordeel «Moet op onderdelen verbeterd
worden» en er waren geen gemeenten met het oordeel «Moet dringend verbeterd worden».
Vraag 5
Hoeveel belastingplichtigen worden aangeslagen door een gemeente of samenwerkingsverband
wiens taxaties niet goed zijn?
Antwoord 5
Eén van de criteria die de Waarderingskamer hanteert bij het bepalen van het algemeen
oordeel over de uitvoering van de Wet WOZ door gemeenten en samenwerkingsverbanden,
is de juistheid van de WOZ-waarden.2 Daarbij zij opgemerkt dat gemeenten en samenwerkingsverbanden pas na een positieve
beoordeling van de juistheid van de WOZ-waarden door de Waarderingskamer, over mogen
gaan tot bekendmaking van de (nieuwe) WOZ-waarden. Dat betekent dat de Waarderingskamer
ook bij gemeenten en samenwerkingsverbanden die niet het algemeen oordeel «Goed» hebben
gekregen, heeft vastgesteld dat de WOZ-taxaties voldoen aan de geldende eisen en dat
de WOZ-waarden overeenkomstig het marktwaardeniveau zijn vastgesteld.
Vraag 6
Ziet u dat in gemeenten of samenwerkingsverbanden met een score ¨goed¨ het aantal
succesvolle bezwaren lager ligt? Zo nee, hoe kan het dan dat er toch een score ¨goed¨
is afgegeven?
Antwoord 6
Zoals bij de beantwoording van de vorige vragen is aangegeven, hanteert de Waarderingskamer
meerdere criteria bij het bepalen van het algemeen oordeel over de uitvoering van
de Wet WOZ, waarvan de juistheid van de WOZ-waarden er één is. Verder is reeds aangegeven
dat gemeenten en samenwerkingsverbanden pas na een positieve beoordeling van de juistheid
van de WOZ-waarden door de Waarderingskamer, mogen overgaan tot bekendmaking van de
(nieuwe) WOZ-waarden. Er valt dan ook geen direct verband te leggen tussen het algemeen
oordeel van de Waarderingskamer en het aantal bezwaarschriften dat door de betreffende
gemeente of het betreffende samenwerkingsverband is gehonoreerd.
Vraag 7
Deelt u de opvatting dat een hoog aantal succesvolle bezwaren reden moet zijn tot
nader onderzoek of eventueel ingrijpen inzake de kwaliteit van de WOZ-taxaties van
gemeenten of samenwerkingsverbanden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ja. Bij de uitvoering van de Wet WOZ zijn gemeenten en samenwerkingsverbanden continue
bezig met het signaleren en doorvoeren van verbeteringen om de kwaliteit te borgen
als onderdeel van de jaarlijkse herwaarderingscyclus. Zoals aangegeven in mijn brief
van 23 maart 2023[1]
ben ik op dit moment aan het onderzoeken op welke wijze dit informele traject voor
uitvoeringsorganisaties verplicht kan worden gesteld en hoe de Waarderingskamer dit
meeneemt in haar toezicht. Zoals ik in mijn brief van 30 september 20223 heb aangekondigd, werk ik samen met de betrokken stakeholders ook aan een aantal
verbeterpunten die de transparantie en betrouwbaarheid ten goede moeten komen. Er
gaat immers een groot institutioneel vertrouwen uit van de WOZ-waarde die steeds breder
wordt gebruikt.
Uitvoeringsorganisaties hebben oog voor relevante technische en maatschappelijke ontwikkelingen.
Bij woningen wordt gebruik gemaakt van modelmatige waardebepaling, waarbij de taxeren
woning wordt vergeleken met de verkoopprijs van woningen rondom de waardepeildatum.
Bij de waardevaststelling wordt de waarde van de woning vastgesteld op één waarde
en wordt deze waarde via de WOZ-beschikking bekend gemaakt aan belanghebbende. Dit
vindt in de regel plaats met de oplegging van de aanslag onroerendezaakbelasting via
een gecombineerd aanslagbiljet. Indien belanghebbende het niet eens is met de hoogte
van de WOZ-waarde kan bezwaar worden aangetekend binnen de wettelijke termijn. Steeds
meer uitvoeringsorganisaties zetten echter in op «informeel contact» om te voorkomen
dat belanghebbenden in een formeel bezwaartraject terecht komen, terwijl dit ondervangen
had kunnen worden door al eerder contact te hebben met een belanghebbende. Een voorbeeld
van dit informele contact is om tijdens de beschikkingsronde (uiterlijk de eerste
8 weken van het kalenderjaar) tot aan het aflopen van de wettelijke bezwaartermijn
van 6 weken te werken met een klantcontactcenter en met terugbelverzoeken voor een
taxateur. Het is belangrijk om te benadrukken dat gemeenten en samenwerkingsverbanden
belang hebben bij een juiste waardering, dit zorgt immers voor minder bezwaren en
ontlast op dat punt de uitvoering.
Vraag 8
Hoe houdt u toezicht op de beoordelingen van de Waarderingskamer? Bent u bereid om
gezien het hoge aantal succesvolle bezwaren deze beoordelingen nader tegen het licht
te houden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
De wijze waarop ik toezicht houd op de Waarderingskamer is vastgelegd in het Toezichtarrangement.
Dit arrangement is onder andere gepubliceerd op de website van de Waarderingskamer
(https://www.waarderingskamer.nl/waarderingskamer/beleid-strategie-waard…)
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat er meer regie genomen moet worden om mogelijke extra kwaliteitseisen
aan gemeenten of samenwerkingsverbanden op te kunnen leggen om zo het aantal huiseigenaren
dat structureel veel te hoog wordt aangeslagen omlaag te kunnen brengen? Zo ja, bent
u bereid om dit te doen?
Antwoord 9
Zoals bij de beantwoording van voorgaande vragen is aangegeven, deel ik de conclusie
dat huiseigenaren structureel veel te hoog worden aangeslagen niet. Er moet hierbij
onderscheid worden gemaakt tussen het vaststellen van de WOZ-waarde en het uiteindelijk
opleggen van een belastingaanslag, waarbij de WOZ-waarde als heffingsgrondslag wordt
gebruikt. Wat de regie betreft, geldt dat de Waarderingskamer van gemeenten en samenwerkingsverbanden
verwacht dat zij zelf de afhandeling van bezwaren onderzoeken en daaruit lessen trekken
voor de volgende herwaardering. Op deze manier worden gemeenten en samenwerkingsverbanden
gestimuleerd om de signalen uit de bezwaren te gebruiken voor de optimalisatie van
gebruikte gegevens, gehanteerde werkprocessen en toegepaste taxatiemodellen. In haar
toezicht controleert de Waarderingskamer of gemeenten en samenwerkingsverbanden daadwerkelijk
lessen hebben getrokken uit de ingediende en gehonoreerde WOZ-bezwaren.
Vraag 10
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.