Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boucke over de rechterlijke uitspraak betreffende het kort geding over de experimenteerregeling Schiphol
Vragen van het lid Boucke (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de rechterlijke uitspraak betreffende het kortgeding over de krimp naar 460.000 vliegbewegingen (ingezonden 6 april 2023).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 25 april 2023).
Vraag 1
Is de Minister voornemens om de uitspraak aan te vechten?1
Antwoord 1
Op 11 april jl. heeft de Kamer een brief ontvangen, waarin wordt gemeld dat de Staat
heeft besloten hoger beroep aan te tekenen tegen het vonnis van de voorzieningenrechter.2
Vraag 2
Welke andere alternatieven bestaan er?
Antwoord 2
Het alternatief zou zijn om geen hoger beroep aan te tekenen tegen de uitspraak van
de voorzieningenrechter. In dat geval blijft de toewijzing van de eisen van de luchtvaartmaatschappijen
staan.
Het kabinet blijft werken aan een betere balans tussen het belang van de luchthaven
Schiphol voor Nederland en de leefomgevingskwaliteit. Hiervoor wordt doorgewerkt aan
de effectuering van het Kabinetsbesluit uit de Hoofdlijnenbrief Schiphol middels spoor
2 en 3 en overige trajecten om de balans te herstellen.
Vraag 3
Op welke manier gaat de Minister daarbij voor perspectief en duidelijkheid voor omwonenden
zorgen? Kan de Minister hieraan een tijdspad met concrete acties verbinden?
Antwoord 3
Zie ook het antwoord op vraag 2. Over de voortgang van het Programma omgeving luchthaven
Schiphol (POLS) wordt de Kamer periodiek geïnformeerd.
Vraag 4
Kan de Minister toelichten of hij eerder signalen vanuit zijn ministerie heeft gekregen
dat een experimenteerregeling niet kon worden ingezet om het anticiperend handhaven
te beëindigen? Zo ja, kan de Minister deze signalen en deze in een tijdlijn plaatsen?
Antwoord 4
De experimenteerregeling was niet bedoeld om het anticiperend handhaven te beëindigen.
Bedoeling van de regeling was mogelijk te maken dat het strikt preferentieel baangebruik
ook na het beëindigen van het anticiperend handhaven kon worden voortgezet. Gelet op het
hoger beroep kan hier niet nader inhoudelijk op worden ingegaan.
Vraag 5
Hoe duidt de Minister het signaal dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
eerder heeft gegeven dat door de lange duur van het anticiperend handhaven in combinatie
met het ontbreken van concreet zicht op legalisatie een rechter een streep zou kunnen
zetten door het anticiperend handhaven?3 Is dit nog steeds een mogelijkheid?
Antwoord 5
Ik neem dat signaal van de ILT nog steeds heel serieus en wil zo snel mogelijk het
anticiperend handhaven beëindigen om daarmee de rechtspositie van omwonenden van Schiphol
herstellen. Zoals aangegeven heeft de Staat hoger beroep aangetekend tegen het vonnis
van de voorzieningenrechter. Aangezien de zaak nu opnieuw onder de rechter komt, kan
hier niet nader inhoudelijk op worden ingegaan.
Vraag 6
Hoe verhoudt deze zienswijze zich met de uitspraak van de voorzieningenrechter?
Antwoord 6
Zie antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Kan de Minister toelichten waarom de Staat tijdens de mondelinge behandeling van de
zaak niet heeft kunnen uitleggen wat de problemen zijn die worden gevreesd door de
combinatie van preferentieel baangebruik met handhavingspunten in het Luchtvaartbesluit
(LVB) 2008? Kan de Minister dit alsnog verduidelijken?
Antwoord 7
Zoals eerder aangegeven heeft de Staat besloten om in hoger beroep te gaan. Aangezien
de zaak nu opnieuw onder de rechter komt, kan hier niet inhoudelijk op worden ingegaan.
Vraag 8
In de Hoofdlijnenbrief heeft de Minister aangegeven dat de beoogde wijziging van het
LVB op zich laat wachten als gevolg van het ontbreken van een natuurvergunning en
dat daarom werd gekozen om over te gaan tot het stoppen van anticiperend handhaven,
wat is de laatste stand van zaken hierop?
Antwoord 8
Schiphol heeft een natuurvergunning aangevraagd. Als gevolg van aanvullingsverzoeken
van de Minister voor Natuur en Stikstof als bevoegd gezag voor de Wet natuurbescherming
heeft Schiphol de passende beoordeling bij haar aanvraag aangevuld. Het bevoegd gezag
beoordeelt momenteel de aangeleverde informatie op juistheid en volledigheid, om een
besluit te kunnen nemen over de ingediende vergunningaanvraag. Op 16 maart jl. heeft
het bevoegd gezag een handhavingsverzoek afgewezen, dat was ingediend wegens het ontbreken
van een toereikende natuurvergunning voor Schiphol. Het bevoegd gezag heeft dat besluit
mede gemotiveerd met de constatering dat er concreet zicht bestaat op legalisatie.
Vraag 9
Kan de Minister verduidelijken waarom de Staat het argument van de procederende partijen
dat een natuurvergunning waarschijnlijk op korte termijn zal worden verleend niet
heeft weersproken?4 Wanneer verwacht de Minister deze natuurvergunning?
Antwoord 9
In verband met het hoger beroep dat de Staat heeft aangetekend, kan niet inhoudelijk
worden ingegaan op het kort geding. Voor het antwoord op de vraag over de verwachting
van de natuurvergunning, wordt kortheidshalve verwezen naar het antwoord op vraag
8.
Vraag 10
Kan de Minister reflecteren op artikel 4.36 van de uitspraak van de voorzieningenrechten
waarin wordt aangegeven dat er in de berekening van het maximum aantal vliegtuigbewegingen
bewust is uitgegaan van verouderde gegevens over de vlootmix, zoals ook beschreven
in de beslisnota van 10 januari 2023? Waarom heeft de Minister ervoor gekozen om deze
verouderde gegevens toe te passen?
Antwoord 10
Voor de berekening van de grenswaarden in het LVB 2008 (aangepast in 2010) is uitgegaan
van een bepaalde set invoergegevens, waaronder een vlootmix. Destijds zijn de grenswaarden
berekend met gebruikmaking van het NRM (Nederlands rekenmodel). In de experimenteerregeling
zijn aangepaste grenswaarden opgenomen. Deze zijn ook berekend met het NRM omdat dat
rekenvoorschrift in het huidige LVB is vastgelegd (het nieuwe doc29 rekenvoorschrift
moet nog formeel worden vastgesteld). Dit zorgt voor een eerlijke vergelijking («appels
met appels vergelijken»). In verband hiermee is tevens gerekend met de vlootmix van
2008.
Vraag 11
Kan de Minister verduidelijken of er ook op andere relevante plekken met oude gegevens
is gerekend? Zo ja, heeft deze rekenmethode invloed op de te doorlopen «balanced approach»
procedure?
Antwoord 11
Zoals is toegelicht in het antwoord op vraag 10 is deze berekeningsmethode vereist
als actualisatie van grenswaarden van het LVB worden berekend. Dit is vooralsnog uitsluitend
voor de experimenteerregeling relevant.
Vraag 12
Is er alsnog de mogelijkheid om het aantal vliegbewegingen terug te brengen naar de
maximale beschikbare capaciteit van 483.000 voor het seizoen 2023–2024, of is de Staat
nu gebonden aan het aanbieden van 500.000 vliegbewegingen, waarvan 32.000 ’s nachts?5
Antwoord 12
In het vonnis van de voorzieningenrechter staat opgenomen dat in het kader van het
«gecontroleerd herstel» (na de covidpandemie) voor het winterseizoen 2023/2024 een
maximum van 483.000 vliegtuigbewegingen geldt voor Schiphol.
Vraag 13
Hoe verhoudt de uitspraak van de voorzieningenrechter tot de 14.500 ingehouden slots
van Flybe?
Antwoord 13
Schiphol heeft vanaf de capaciteitsdeclaratie voor het winterseizoen 2020 gekozen
om niet alle capaciteit die na afloop van een seizoen is teruggekomen opnieuw vrij
te geven in de capaciteitsdeclaratie voor het eerstvolgende vergelijkbare seizoen,
omdat ze het aanbod niet konden garanderen vanwege operationele uitdagingen na de
Covid-19 pandemie. De reductie van circa 14.500 slots is dus geleidelijk over een
langere periode gerealiseerd vanwege operationele problemen en heeft geen betrekking
op het kabinetsbesluit. De voorzieningenrechter heeft aangegeven dat ook andere aspecten
kunnen leiden tot een lagere vaststelling van de capaciteit van Schiphol, zoals in
het kader van «gecontroleerd herstel» na de covid-19 pandemie. De circa 14.500 slots
hebben overigens niet enkel betrekking op Flybe.
Vraag 14
Schiphol heeft eerder deze week een voorstel gedaan voor een gedeeltelijke nachtsluiting.
Acht de Minister dit mogelijk? Wat is nodig om dit te realiseren?
Antwoord 14
Het verminderen van hinder in de nacht is een belangrijk punt van aandacht voor het
kabinet. Het is goed dat Schiphol dit punt deelt. In de balanced approach procedure
die nu wordt doorlopen is een eerste reductie van het aantal vluchten in de nacht
opgenomen. Het voorstel van Schiphol is om niet meer te starten tussen 00:00 – 06:00
uur en niet meer te landen tussen 00:00 – 05:00 uur. Er zijn meer varianten mogelijk.
Juist daarom is belangrijk om goed inzicht te krijgen in effecten van verschillende
varianten. De effecten van een verdere daling of sluiting in de nacht worden onderzocht,
zoals ook aangekondigd in de Hoofdlijnenbrief van vorig jaar juni en de Luchtvaartnota.
De resultaten van dat onderzoek worden verwacht na de zomer van 2023. Het ministerie
IenW gaat graag in gesprek met Schiphol om te horen hoe zij tot een nachtsluiting
willen komen en of er aansluiting kan worden gevonden bij de al lopende balanced approach-procedure.
Vraag 15
Kan Schiphol op korte termijn sturen op het verminderen van het aantal slaapverstoorden
door operationele voorwaarden te wijzigen of middels de tariefconsultatie?
Antwoord 15
Dat is in de eerste plaats aan Schiphol. Schiphol is daarbij gehouden aan de regels
in het LVB. Tijdens het Commissiedebat Duurzame Luchtvaart van 11 april jl. is toegezegd
de Kamer te informeren over de juridische check of een nachtsluiting op Schiphol onderdeel
kan zijn van de lopende Balanced Approach procedure. In die brief wordt nader ingegaan
op deze vraag.
Vraag 16
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Antwoord 16
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.