Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sylvana Simons over de stijging van het aantal afwijzingen van visumaanvragen van Surinamers
Vragen van het lid Sylvana Simons (BIJ1) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de stijging van het aantal afwijzingen van visumaanvragen van Surinamers (ingezonden 22 maart 2023).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 19 april 2023).
Vraag 1
Kunt u het bericht dat onze partij ter ore is gekomen bevestigen dat, sinds de beoordeling
van visumaanvragen voor kort verblijf in Nederland vanuit Suriname niet meer plaatsvindt
op de ambassade in Paramaribo maar in Den Haag, het aantal afwijzingen in ongeveer
vier jaar tijd is verdriedubbeld van 6% naar 18% van alle aanvragen?
Antwoord 1
Het klopt dat het weigeringspercentage van visumaanvragen van Surinamers in de afgelopen
jaren is toegenomen.
2022
2021
2020
2019
2018
2017
17,4%
19,7%
17,8%
9,6%
8,9%
5,5%
Vraag 2
Wat is uw reactie en analyse op deze bevinding?
Antwoord 2
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft het wereldwijde visum-beslisproces sinds
2017 stapsgewijs gecentraliseerd. In dat kader is in september 2017 het visumbeslisproces
van de ambassade in Suriname overgeheveld naar de Consulaire Service Organisatie (CSO)
in Den Haag. Het weigeringspercentage van visumaanvragen is echter onafhankelijk van
de locatie waar de beslissing op de aanvraag wordt genomen (bij de ambassade of bij
de CSO). Elke visumaanvraag wordt op zijn eigen merites beoordeeld op basis van de
EU-Visumcode door daartoe opgeleide beslismedewerkers met kennis van de lokale context
in Suriname. Op aanvragen die aan de Europese vereisten voor visumverlening voldoen,
zal in de regel positief worden beslist. Als dat niet het geval is, zal de visumaanvraag
moeten worden geweigerd.
Vraag 3
Welke oorzaken liggen ten grondslag aan deze sterke groei van het aantal afwijzingen?
Antwoord 3
In de afgelopen jaren is een stijging waarneembaar van het aantal incompleet ingediende
visumdossiers. Als gevolg hiervan kan veelal het reisdoel en de terugkeer niet voldoende
worden beoordeeld en wordt de visumaanvraag geweigerd. Dit blijkt ook een van de voornaamste
redenen voor de weigering van een Schengenvisum.
Het is belangrijk dat visumaanvragers geïnformeerd worden over de documenten die bij
een visumaanvraag moeten worden overlegd. Informatie hierover is voor aanvragers te
vinden op de websites van de externe dienstverlener in Suriname (VFS Global) en van
Nederland Wereldwijd, evenals in de bevestigingsmail van de afspraak voor het indienen
van de visumaanvraag.
Vraag 4
Wat is uw mening over het feit dat sinds de verwerking van visumaanvragen uit Suriname
door het private bedrijf VFS Global wordt gedaan, Surinamers 30 Euro extra moeten
betalen aan visumleges – voor velen erg veel geld, dat bij afwijzing ook niet teruggestort
wordt? Vindt u het eerlijk dat het besluit om de verwerking van aanvragen uit te besteden
leidt tot hogere kosten voor de aanvrager?
Antwoord 4
Bij het Schengenvisumproces wordt door Nederland, evenals door andere Schengenlanden,
wereldwijd samengewerkt met externe dienstverleners. De inzet van een externe dienstverlener
(EDV) is inmiddels de norm geworden. De EU-Visumcode biedt daartoe de mogelijkheid.
De dienstverlening door externe dienstverleners, tegen betaling van een service fee,
wordt door visumaanvragers veelal als positief ervaren. Het ruime aanbod aan EDV-locaties
in de wereld bespaart aanvragers tijd en (hogere) reis- en verblijfskosten voor het
indienen van een visumaanvraag, omdat men hiervoor niet meer naar een ambassade hoeft
te reizen. Daarnaast kan men bij een een externe dienstverlener extra diensten afnemen.
Zo is het VFS-kantoor in Suriname tijdens piekperiodes ook op zaterdag geopend, kan
er online een afspraak gemaakt worden, zijn er kopieer- en printmogelijkheden en kunnen
de beslissingen van de CSO op de aanvragen klantvriendelijk worden geretourneerd per
post of koerierdienst.
De service fee is een vergoeding voor de dienstverleningskosten die door de externe
dienstverleners worden gemaakt. Het in rekening brengen van een service fee door de
externe dienstverlener is in overeenstemming met art.17 van de Visumcode.
De service fee voor de externe dienstverlener maakt geen onderdeel uit van de visumleges.
Deze laatste is bepaald bij art. 16 van de Visumcode. De service fee wordt niet terugbetaald,
ook niet in geval van een visumweigering.
Vraag 5
Hoe gaat u om met spoedaanvragen voor bijvoorbeeld begrafenissen of andere familiale
omstandigheden? Kunt u ons cijfers geven over de hoeveelheid spoedaanvragen en het
aantal goedgekeurde spoedaanvragen?
Antwoord 5
Spoedeisende visumaanvragen worden niet als zodanig geregistreerd. Wel wordt – zoals
dat ook het geval was gedurende de Covid-pandemie – voor urgente familieredenen (zoals
bij overlijden of het bijwonen van begrafenissen) zoveel mogelijk maatwerk geboden,
waardoor aanvragers met voorrang een afspraak kunnen maken en er snel wordt beslist
op een dergelijke aanvraag. Hierbij speelt de ambassade een actieve rol.
Vraag 6
Wat is uw reactie op de mogelijkheid dat het grote percentage afwijzingen van visumaanvragen
van Surinamers te maken heeft met het feit dat lokaal ambassadepersoneel aanvragen
beter in kan schatten vanwege contextuele kennis dan personeel op afstand in Den Haag?
Bent u bereid dit verder te onderzoeken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
De Nederlandse ambassades en consulaten leveren een belangrijke bijdrage aan het borgen
van actuele kennis over de lokale omstandigheden bij de beslismedewerkers bij de CSO.
Dit geldt ook voor de ambassade in Paramaribo. Er is geen aanleiding dit verder te
onderzoeken. Zie ook het antwoord op de vragen 2 en 3.
Vraag 7
Gaat u onderzoeken in hoeverre institutioneel racisme op het Ministerie van Buitenlandse
Zaken de beoordeling van visumaanvragen van Surinamers beïnvloedt, gezien het recente
rapport «Racisme bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken: een verkennend onderzoek»
(december 2022) impliceert dat racistische opvattingen, vooroordelen en vooringenomenheid
ook kunnen bestaan bij personeel dat visumaanvragen behandelt? Zo ja, op welke termijn?
Zo niet, kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Bij de CSO wordt, ook gezien de grote mate van diversiteit van de medewerkers, veel
aandacht besteed aan een veilige werkomgeving waarin geen ruimte is voor discriminatie.
Het Racismerapport, diversiteit en inclusiviteit zijn onderwerpen die nadrukkelijk
op de agenda staan. In dit kader worden door de CSO ook unconscious bias-workshops
georganiseerd.
Binnen de CSO wordt door verschillende regionale teams beslist. Zij toetsen de aanvragen
op basis van objectieve beoordelingscriteria, die vastgelegd zijn in de EU-Visumcode,
en op basis van lokale informatie die binnen de regionale teams voorhanden is. Er
zijn voldoende waarborgen in het proces die vooringenomenheid of vooroordelen uitsluiten.
Vraag 8
Kunt u toelichten in hoeverre er sprake is van een ontwikkeling waarbij ambassades
de behandeling en beoordeling van visumaanvragen uitbesteden? Is hier sprake van groei,
en kunt u toelichten wat de redenen zijn voor ambassades om de beoordeling van visumaanvragen
in Den Haag te laten doen?
Antwoord 8
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft het visumbeslisproces sinds 2017 stapsgewijs
gecentraliseerd (in overeenstemming met de mogelijkheden die de EU-Visumcode hiertoe
biedt). Dit betreft geen uitbesteding naar externe partijen maar overheveling naar
het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. De beslissingen op visumaanvragen
worden niet meer genomen door de posten, maar centraal door de beslismedewerkers bij
de CSO in Den Haag in samenwerking met andere ketenpartners. Daarbij wordt ervoor
zorg gedragen dat actuele lokale informatie over de context waarin de aanvraag is
gedaan voldoende is gewaarborgd voor een gedegen informatiepositie van de beslismedewerkers
bij de CSO. Het voordeel van centraal beslissen op visumaanvragen is naast harmonisatie
van het visumproces en de CSO als kenniscentrum, een objectievere beoordeling van
de visumaanvragen door een gescheiden front- en back-office. Het enige wat is uitbesteed
is de inname van de aanvraag (zie antwoord op vraag 4).
Vraag 9
Is een vergelijkbare groei in afwijzingen te zien bij visumaanvragen uit andere landen
waarbij, net als bij Suriname, de beoordeling van aanvragen plaatsvindt in Den Haag
en niet op de ambassade van het desbetreffende land? Kunt u deze toelichten? Kunt
u hierbij specifiek ingaan op landen wiens inwoners vaak een nauwe familieband hebben
in Nederland, zoals Turkije, Marokko en Indonesië?
Antwoord 9
De toe- of afname van afwijzingen varieert per land. Uit onderstaande tabel blijkt
dat het weigeringspercentage van Indonesië en Turkije een stijging vertoont. Voor
Marokko vertoont het weigeringspercentage vanaf 2020 een daling.
Tabel 2: Weigeringspercentages visumaanvragen in Indonesië, Turkije en Marokko
Land
2022
2021
2020
2019
2018
2017
Marokko
25,3%
22,5%
37,4%
33,8%
29,6%
22,4%
Indonesië
7,5%
6,3%
3,2%
2,4%
2,9%
1,7%
Turkije
18,5%
19,1%
18,9%
15,8%
11,9%
8,9%
Vraag 10
Welke mogelijkheden ziet u om visumaanvragen weer te behandelen in het land waarin
de aanvraag is gedaan? Kunt u uw antwoord toelichten, inclusief op welke termijn dit
weer mogelijk is?
Antwoord 10
Het weer behandelen van visumaanvragen door de ambassades is niet aan de orde. Zie
verder het antwoord op vraag 8.
Vraag 11
Welke mogelijkheden ziet u om de kosten voor visumaanvragen voor de aanvrager weer
terug te brengen door de verwerking hiervan niet uit te besteden aan commerciële bedrijven?
Antwoord 11
Met het centraliseren van het visumbeslisproces naar de CSO in Den Haag en het wereldwijd
uitbesteden van de inname van aanvragen aan externe dienstverleners, is de rol van
de posten en daarmee de personele capaciteit van de ambassades in het visumproces
beperkter geworden. Het beëindigen van de inzet van externe dienstverleners zou resulteren
in een aanzienlijke vermindering van de dienstverlening aan visumplichtige burgers.
Zo zou het aantal visumaanvragen dat kan worden ingenomen via de ambassades lager
zijn dan wanneer gebruik wordt gemaakt van een externe dienstverlener. Daarnaast zouden
aanvragers weer (verder) moeten reizen om de visumaanvraag in te dienen bij de ambassades
en daarvoor hogere kosten voor reis en verblijf moeten betalen. Zie ook het antwoord
op vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.