Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Werner over het door gemeenten in de Duin- en Bollenstreek vervangen van definities in hun Wmo-verordeningen die afwijken van de definities, zoals die door de wetgever in de Wmo 2015 zijn vastgelegd
Vragen van het lid Werner (CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het door gemeenten in de Duin- en Bollenstreek vervangen van definities in hun Wmo-verordeningen die afwijken van de definities, zoals die door de wetgever in de Wmo 2015 zijn vastgelegd (ingezonden 8 maart 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
14 april 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de gewijzigde Wmo-verordeningen, zoals deze zijn vastgesteld
door de gemeenteraden in de Duin- en Bollenstreek (de gemeenten Teylingen, Lisse,
Noordwijk en Katwijk), waarin de wettelijke definitie uit de Wmo 2015 van «beschermd
wonen» (artikel 1.1.1, lid 1 van de Wmo 2015) is vervangen door de term «wonen met
ondersteuning» en die van «opvang» (artikel 1.1.1 lid 1 van de Wmo 2015) door de term
«bieden van onderdak»?1
Antwoord 1
Ik heb hiervan kennisgenomen. In de gewijzigde Wmo-verordeningen wordt verwezen naar
de wettelijke definities van artikel 1.1.1, eerste lid, Wmo 2015 dan wel wordt deze
woordelijk herhaald. Echter hierin ontbreekt het element begeleiding uit de wettelijke
definitie van opvang. Dit is niet kloppend.
Vraag 2
Is het u bekend of ook andere gemeenten de begrippen «beschermd wonen» en «opvang»
uit hun Wmo-verordening hebben geschrapt en hebben vervangen door andere definities
dan in artikel 1.1.1, lid 1 van de Wmo 2015 worden gehanteerd? Zo ja, welke gemeenten
zijn dat?
Antwoord 2
Of ook andere gemeenten in hun verordeningen een andere terminologie hanteren voor
beschermd wonen of voor de opvang is mij niet bekend. Wel is bekend dat de term beschermd
wonen in de praktijk ook ruimer gebruikt wordt voor allerlei nieuwe woonvormen, waar
de cliënt de woning huurt en ambulante ondersteuning wordt geleverd. Deze vallen evenwel
niet onder de wettelijke definitie van beschermd wonen, omdat men geen huisvesting
krijgt verstrekt als onderdeel van de voorziening.
Vraag 3
Op grond van welke overwegingen c.q. achterliggende motieven hebben de genoemde gemeenteraden
in de Duin- en Bollenstreek besloten definities te hanteren, die afwijken van de (wettelijke)
definities, zoals die in het definitieartikel van de Wmo 2015 door de wetgever zijn
opgenomen?
Antwoord 3
De overwegingen of achterliggende motieven van de gemeenteraden in de Duin- en Bollenstreek
voor de gekozen formuleringen in de gewijzigde Wmo-verordeningen zijn mij onbekend.
Vraag 4
Wat betekenen deze van de Wmo 2015 afwijkende definities in de Wmo-verordeningen van
genoemde gemeenten in de Duin- en Bollenstreek concreet in de toepassing daarvan voor
de (rechts)bescherming van hun inwoners die met (ernstige) psychische problemen te
maken hebben?
Antwoord 4
In de verordeningen is bij de gebezigde terminologie door de verwijzing naar de wettelijke
definities helder aangegeven dat ze betrekking hebben op beschermd wonen en opvang,
met uitzondering van de genoemde omissie bij het antwoord op vraag 1. Een rechter
zal evenwel toetsen op de wettelijke definitie bij het bepalen van een passende voorziening
door het college.
Vraag 5
Wat is uw oordeel over het opnemen en toepassen van definities in gemeentelijke Wmo-verordeningen,
zoals bedoeld in vraag 1, die afwijken van die zoals die door de wetgever in de Wmo
2015 zijn vastgelegd?
Antwoord 5
Gemeenten zijn bezig met een transitie van beschermd wonen naar een beschermd thuis
en van opvang naar «een eigen huis eerst». Er worden regionaal en lokaal nieuwe woonvormen
ontwikkeld met ambulante ondersteuning en het staat gemeenten en regio’s vrij daar
een eigen terminologie voor te ontwikkelen die aanvullend is op de wettelijke definitie.
Vanuit het oogpunt van duidelijkheid en kenbaarheid is het wel de bedoeling dat gemeenten
in ieder geval de wettelijke definitie van de voorzieningen beschermd wonen en opvang
onderdeel laten zijn van de beschrijving van de voorziening.
Vraag 6
Kunt u garanderen dat met het opnemen en toepassen van de definities in de gewijzigde
gemeentelijke Wmo-verordeningen inwoners van deze gemeenten, die met (ernstige) psychische
problemen te maken hebben, dezelfde zorg, ondersteuning en bescherming kunnen krijgen
als door de wetgever bij het vaststellen van de tekst van de Wmo 2015 is bedoeld?
Antwoord 6
Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vraag 1 en 4.
Vraag 7
Vindt u dat de genoemde gemeenten in de Duin- en Bollenstreek met het vaststellen
van de gewijzigde tekst van hun Wmo-verordeningen (en het daarmee schrappen van de
wettelijke definities «beschermd wonen» en «opvang») nog handelen in overeenstemming
met de letter en geest van de Wmo 2015?
Antwoord 7
De definities komen overeen met de wettelijke beschrijving van de voorziening en zijn
daarmee in overeenstemming met de letter en geest van de Wmo 2015. Echter, het element
«begeleiding» ontbreekt in de definitie van opvang in de verordening. Het is zeer
wenselijk dat de gemeente dit element toevoegt of althans aansluit bij de wettelijke
definitie.
Vraag 8
Indien uw antwoord op de vragen 6 en 7 ontkennend luidt, welke stappen gaat u dan
ondernemen om de tekst en definities van de door de gemeenten vastgestelde Wmo-verordeningen
in overeenstemming te brengen met die in de Wmo 2015?
Antwoord 8
Het is mijn voornemen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) te vragen te bevorderen
dat voor de inwoners geen onduidelijkheid ontstaat over de genoemde voorzieningen.
Verder zal ik de gemeenten in de Duin en Bollenstreek attenderen op de omissie, genoemd
in het antwoord op vraag 1.
Vraag 9
Indien u stappen gaat zetten richting de genoemde gemeenten in de Duin- en Bollenstreek,
zult u de Tweede Kamer dan over het proces, het verloop en de uitkomsten informeren?
Antwoord 9
Er is geen aanleiding specifieke stappen te zetten richting de gemeenten in de Duin-
en Bollenstreek. Zie verder het antwoord op vraag 8.
Vraag 10
Zult u ook in overleg treden met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) met het
doel haar te bewegen om haar leden te informeren dat zij zich in de tekst van hun
Wmo-verordeningen aan de letter en de geest houden van de wettelijke definities, zoals
door de wetgever in de Wmo 2015 beoogd en bepaald?
Antwoord 10
Kortheidshalve verwijs ik naar het antwoord op vraag 8.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.