Schriftelijke vragen : De Nederlandse zonnepanelenindustrie
Vragen van de leden Erkens en Van Strien (beiden VVD) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en voor Klimaat en Energie over de Nederlandse zonnepanelenindustrie (ingezonden 12 april 2023).
Vraag 1
Hoe ziet de Nederlandse markt voor zonnepanelen er op dit moment uit? Wat is op dit
moment het aandeel van buitenlandse zonnepanelen op de Nederlandse markt? En wat is
specifiek het aandeel Chinese zonnepanelen?
Vraag 2
Klopt het dat Chinese zonnepanelen over het algemeen goedkoper zijn, maar minder duurzaam
en veilig dan Nederlandse/Europese zonnepanelen? Deelt u de mening dat het gebruik
van Nederlandse/Europese zonnepanelen daarom wenselijker is? Zo ja, hoe draagt het
beleid hieraan bij?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het nodig is om de Nederlandse/Europese zonnepanelenindustrie
te versterken om minder afhankelijk te worden van China op dit vlak, met het oog op
de energietransitie én om ons toekomstig verdienvermogen te versterken? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 4
Welke acties heeft het kabinet ondernomen om de Nederlandse productie van zonnepanelen
te stimuleren? Welke financiële middelen zijn hiervoor beschikbaar gesteld?
Vraag 5
Welke regelingen worden er vanuit de Europese Unie beschikbaar gesteld om de zonnepanelenindustrie
te stimuleren? Hoe ondersteunt het kabinet de Nederlandse zonnepanelenproducten die
aanspraak willen maken op deze regelingen?
Vraag 6
Bent u bekend met de Recovery en Resilience Plans van de Europese Commissie waarin
middelen worden vrijgemaakt om de maakindustrie voor duurzame technieken zoals windturbines
of zonnepanelen te stimuleren? Bent u er ook van op de hoogte dat Nederland tot eind
april de gelegenheid heeft om kenbaar te maken of zij gebruik wil maken van de regeling?
Vraag 7
Klopt het dat Nederland nog niet heeft aangegeven gebruik te willen maken van deze
regeling? Kunt u toelichten waarom het kabinet niet voornemens is om aanspraak te
maken op de regeling?
Vraag 8
Deelt u de mening dat het een gemiste kans zou zijn als Nederland geen gebruik maakt
van deze regeling? Ziet u mogelijkheid om alsnog interesse kenbaar te maken voor deze
regeling? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 9
Hoe gaat u de motie-Erkens (Kamerstuk 35 594, nr. 37) uitvoeren waarin wordt gevraagd om een onderzoek naar hoe bestaand en mogelijk nieuw
beleid kan stimuleren dat er meer zonnepanelen in Nederland en Europa worden geproduceerd?
Zou het gegeven deze aangenomen motie niet logisch zijn om aan te sluiten bij Europese
initiatieven die de productie van zonnepanelen stimuleren?
Vraag 10
Hoe voert u de motie-Van Strien c.s. (Kamerstuk 33 009, nr. 114) uit waarin wordt gevraagd mee te doen in de nog in ontwikkeling zijnde IPCEI-Solar
om zodoende de Nederlandse solartechnologie die al tot de absolute wereldklasse behoort
te stimuleren zodat deze innovatieve technologie en daaruit voortvloeiende diensten
en producten bijdragen aan de klimaat- en energietransitie, aan het creëren van strategische
autonomie van Europa en aan het toekomstig verdienvermogen van Nederland?
Vraag 11
Welke (andere) mogelijkheden ziet u om samen te werken met andere Europese landen
om een Europese zonnepanelenindustrie op te bouwen en zo de afhankelijkheid van China
te verminderen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Indieners
-
Gericht aan
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Gericht aan
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Indiener
Silvio Erkens, Kamerlid -
Medeindiener
P.J.T. van Strien, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.