Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Woude over het door universiteiten verbreken van banden met verschillende bedrijven
Vragen van het lid Van der Woude (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het door universiteiten verbreken van banden met verschillende bedrijven (ingezonden 20 februari 2023).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 12 april
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de artikelen «Rotterdamse Erasmus Universiteit roept klimaatnoodtoestand
uit en belooft groene beterschap»1 en «UvA start voorlopig geen nieuwe samenwerkingen meer met Shell»2?
Antwoord 1
Ja, ik ben met deze artikelen bekend.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat een universiteit een leidende rol kan hebben in het publieke
debat, maar ten alle tijden de objectiviteit van dit debat moet bewaken om ruimte
te laten voor verschillende standpunten en perspectieven?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Hoe reflecteert u op het artikel «Rotterdamse Erasmus Universiteit roept klimaatnoodtoestand
uit en belooft groene beterschap»3 en «UvA start voorlopig geen nieuwe samenwerkingen meer met Shell»4, kijkend naar uw antwoord op de vorige vraag?
Antwoord 3
Wat ik lees in de aangehaalde berichtgeving staat wat mij betreft niet haaks op de
rol die een universiteit heeft in het publieke debat. Een universiteit moet ruimte
bieden voor verschillende standpunten en perspectieven, maar mag zelf ook een positie
in het debat innemen. Ik maak uit de berichtgeving niet op dat het studenten, medewerkers
of andere betrokkenen onmogelijk wordt gemaakt om hun mening te uiten. Een voorbeeld
hiervan is de ingezonden brief van een groep docenten van de UvA in het universiteitsblad
van de UvA waarover wordt bericht in het artikel «Docenten UvA: «Samenwerking met
Shell is juist van belang voor de wetenschap»»5.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het feit dat studenten verplicht duurzaamheidsonderwijs moeten volgen,
ook als dat niet relevant is voor hun opleiding?
Antwoord 4
Het is aan universiteiten zelf om hun curriculum op te stellen en de relevantie van
bepaalde materie voor de verschillende opleidingen in te schatten. Het is niet aan
het kabinet om hier positie over in te nemen.
Vraag 5
Bent u bekend met het artikel «Docenten UvA: «Samenwerking met Shell is juist van
belang voor de wetenschap»»6?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6 en 7
Hoe beoordeelt u de stelling van wetenschappers in dit artikel dat door banden te
verbreken met grote bedrijven veel kennis en faciliteiten, die essentieel zijn om
resultaten van onderzoek op grote schaal toe te passen, in de praktijk verloren gaat?
Bent u het met deze wetenschappers eens dat overheid, wetenschap en samenleving alle
partners nodig hebben voor de energietransitie en dat het essentieel is voor de energietransitie
om in samenwerking met het bedrijfsleven en maatschappelijke partners te zoeken naar
nieuwe oplossingen?
Antwoord 6 en 7
Het kabinet is van mening dat het belangrijk is om publieke private onderzoeks-en
innovatiesamenwerking te stimuleren. Het is belangrijk dat onderzoek en onderwijs
aansluiting vinden bij de maatschappelijke uitdagingen waarvoor we gesteld staan.
Het is echter niet aan het kabinet om hier specifieke invulling aan te geven. Zoals
ik eerder aan uw Kamer heb geschreven7 zijn universiteiten vanwege hun academische vrijheid en integriteit autonoom en moeten
dus op eigen kracht binnen de wettelijke kaders de keuze maken over het aangaan van
samenwerkingen met private partijen. Op basis van deze vrijheden kan niet inhoudelijk
gestuurd worden op de publiek-private samenwerkingen die universiteiten aangaan en
kaders worden gesteld die inbreuk maken op de academische vrijheid. Het is aan de
universiteiten om de keuzes in samenwerkingen goed af te wegen.
Vraag 8
Deelt u de overtuiging dat gerichte samenwerkingen met doordachte doelen sterker zijn
dan het op voorhand uitsluiten van bedrijven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Ik juich gerichte samenwerking met doordachte doelen van harte toe. Het is aan kennisinstellingen
zelf om binnen bestaande richtlijnen en wettelijke kaders invulling te geven aan deze
samenwerking en te bepalen welke externe partijen ze hierbij willen betrekken.
Vraag 9
Wat is de voortgang van het onderzoek naar academische vrijheid en diversiteit van
perspectieven in de instellingen dat de Minister tijdens de begrotingsbehandeling
heeft toegezegd voor na de zomer van 2023?8 Zijn er ondertussen al deelconclusies?
Antwoord 9
De opdracht voor de uitvoering van het onderzoek is gegund aan een onderzoeksbureau.
Ik streef ernaar de resultaten van het onderzoek in oktober van dit jaar met uw Kamer
te delen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.